100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Sociale Voorzieningen €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Sociale Voorzieningen

1 beoordeling
 20 keer verkocht

Dit is mijn samenvatting voor het vak Sociale voorzieningen. Hierin staat alles wat wij moesten behandelen van H10 t/m H14 en een aantal extra artikelen.

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 10 t/m 14
  • 25 januari 2021
  • 32
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Tinkerbellx • 3 jaar geleden

Goede samenvatting. Alles voor mijn toets zit er duidelijk en goed in verwerkt. Erg fijn!

avatar-seller
eliannedk
Samenvatting sociale voorzieningen
Boek: Hoofdzaken socialezekerheidsrecht
Week 1 artikelen

Week 2 H11.1 t/m 11.2 en 11.5.
Artikel: de bijstandsaanvraag

Week 3 Hoofdstuk 10 de onderdelen van de wmo m.u.v 10.2.6
Artikel: aanvragen van maatschappelijke ondersteuning
Procedure aanvraag- H.C.P. Venema uit sociaal zakboek nr. 2318

Week 4 Lesvrije week

Week 5 H10.2.6
11.2.7, 11.2.8 en 11.2.9

Week 6 H12 en 13 m.u.v. 13.4

Week 7 H14
Artikel rechtsbescherming met betrekking tot socialezekerheidsrecht

Week 8 Oefentoets


Hoofdstuk 10
10.2] De Wmo 2015 geeft het gemeentebestuur de opdracht om zorg te dragen voor
maatschappelijke ondersteuning (art. 2.1.1 Wmo 2015). Hierbij gaat het om:
1. Het bevorderen van mantelzorg, de sociale samenhang, veiligheid en leefbaarheid in de
gemeente
2. Het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld.
3. Het zoveel mogelijk binnen de eigen leefomgeving ondersteunen van de zelfredzaamheid en
de participatie van personen met een beperking of met chronische, psychische of
psychosociale problemen
4. Het bieden van beschermd wonen en opvang.
Gemeenten moeten in een periodiek plan vastleggen hoe zij deze ondersteuning gaan bieden.
Burgers en organisaties moeten bij de voorbereiding worden betrokken (art. 2.1.3 lid 3 Wmo 2015).
Hierin speelt de Wmo-raad een belangrijke rol. Dit wordt allemaal uitgewerkt in een gemeentelijke
verordening.

10.2.2] Algemene maatregelen zijn op een bepaald, in de wet omschreven doel gericht (art. 2.2.1. en
2.2.2. Wmo 2015). BV: zorgen voor dagopvang.
Algemene voorzieningen richten zich op een bepaald in de wet omschreven doel (art. 2.2.3 Wmo
2015). Deze zijn algemeen verkrijgbaar en onderscheiden zich van de maatwerkvoorzieningen. Ze
zijn toegankelijk zonder onderzoek naar de persoonlijke omstandigheden. BV:
vervoersvoorzieningen met een beperking. Gemeenten kunnen zelf bepalen welke algemene
voorzieningen ze aanbieden. De wet geeft twee voorzieningen aan die beschikbaar moeten zijn:
advies-en meldpunt voor huiselijk geweld (art. 4.1.1. Wmo 2015) en cliëntondersteuning (art. 2.2.4
Wmo 2015).

,10.2.3] Een maatwerkvoorziening is afgestemd op de behoeften en de persoonlijke omstandigheden.
Deze is zo afgestemd dat de zelfredzaamheid, participatie of de opvang van de betrokkene kan
worden ondersteund (art. 1.1.1. Wmo 2015). BV: noodzakelijk aanpassingen aan het huis.

Degene die voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komen zijn ingezetene van de gemeente
waar het gaan om zelfredzaamheid en participatie, of waar het opvang of beschermd wonen betreft
(art. 2.3.5 Wmo 2015). Het is van belang dat de persoon niet op eigen kracht of met hulp van zijn
sociale omgeving zelfredzaam kan participeren. Als het gaat om beschermd wonen, dan wordt
verlangd dat de betrokkene door psychische of psychosociale problemen niet in staat is zelfstandig
in de samenleving te handhaven. De betrokkene moet dan de thuissituatie heeft verlaten. Deze
voorwaarden moet de gemeente uitwerken in een verordening.

Als iemand in aanmerking denk te komen voor een maatwerkvoorziening moet hij zich melden bij de
gemeente (art. 2.3.2 lid 1 Wmo 2015). Dan wordt er een onderzoek gedaan. Dit is om benodigde
voorzieningen zorgvuldig voor te bereiden (art. 3:2 Awb). Er wordt gekeken naar wat de betrokkene
kan op eigen kracht, met mantelverzorgers en met een sociaal netwerk. Is 1 van deze 3 mogelijk?
Dan is er geen recht op een maatwerkvoorziening.
Als de conclusie wordt getrokken dat de betrokkenen zich niet met bovenstaande kan voorzien, dan
wordt er gekeken of een algemene voorziening een uitkomst kan bieden (art. 2.3.2 lid 1 onder e
Wmo 2015). Ook wordt er gekeken of het verrichten van maatschappelijke activiteiten kan leiden tot
verbetering van de toestand. Als uit het onderzoek blijkt dat de betrokkenen aan de voorwaarden
voldoet dan informeert de gemeente bij de betrokkene of hij op andere terreinen al hulp ontvangt.
Dan kan de maatwerkvoorziening daarop worden afgestemd. De gemeente meldt de betrokkene
schriftelijk voor welke maatwerkvoorziening hij op basis van het onderzoek in aanmerking komt. De
betrokkene kan kiezen tussen natura en persoonsgebonden budget. Er wordt gemeld wat de
gevolgen zijn en welke bijdrage van de betrokkene wordt verwacht. De betrokkene kan dan
besluiten of hij een aanvraag indient.

Het toekenningsbesluit wordt genomen door het college van B&W. Het is een beschikking, en hier
kun je in bezwaar gaan. Het college stelt vast welke vorm van ondersteuning passend is. Bij de
beoordeling telt het resultaat. Dit wordt de compensatieplicht genoemd. De wet schrijft voor dat
dwingend voor op welke manier er maatwerk moet worden geleverd (art. 2.3.5 lid 5 Wmo 2015). De
vraag is dan ook hoeveel beoordelingsvrijheid er daadwerkelijk is.

10.2.4] Uitgangspunt is dat maatwerkvoorzieningen in natura worden verstrekt. De betrokkene kan
wel kiezen voor een persoonsgebonden budget. Hiermee kan hij de ondersteuning zelf inkopen (art.
2.3.2 lid 6 Wmo 2015). Hier zijn wel een aantal voorwaarden voor:
- De aanvrager moet vaardig en bekwaam zijn
- De aanvrager moet onderbouwen waarom hij niet voor een voorziening in natura kiest
- De ondersteuning moet aan kwaliteitseisen voldoen (art. 2.3.6 Wmo 2015)
Deze eisen staan deels in de wet, deels in de gemeentelijke verordening.

Soms kan het college weigeren een budget te verstrekken. Dit kan gebeuren als de aard van de
voorziening zich daar niet voor leent. Of als budget geven duurder is dan de betaling doen in natura
(art. 2.3.6 lid 5 Wmo 2015).

,In de gemeentelijke verordening moet worden vastgelegd hoe de hoogte van het budget wordt
bepaald (art. 2.1.3 lid 2 Wmo 2015). Om fraude te voorkomen is er gekozen voor een trekkingsrecht.
De betaling loopt dan via het SVB. Die betaalt alleen als de ingekochte ondersteuning aan de
voorwaarden voldoet.

10.2.5] Er kan bij een voorziening een eigen bijdrage worden gevraagd. De hoogte daarvan verschilt
per voorziening. Dit mag niet boven de kostprijs zijn, hoe dit wordt berekend, staat in de
verordening. Bij een maatwerkvoorziening of pgb dan kan de eigen bijdrage worden vastgelegd op
basis van het inkomen of vermogen van de betrokkene en zijn echtgenoot (art. 2.1.4 Wmo 2015).
Hierin is een uniforme werkwijze.

Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) stelt in principe vast of iemand een eigen bijdrage moet
betalen, en int deze ook (art. 2.1.4 lid 6 Wmo 2015). Maar de bijdrage kan ook in de gemeentelijke
verordening aan een andere instantie worden toevertrouwd. Om dubbele betalingen te voorkomen
blijft het van belang dat de eigen bijdrage wordt afgestemd op de eigen bijdrage van de Wlz.

De eigen bijdrage is verschuldigd zolang de voorziening wordt verstrekt. Bepalend is dat hij
gebruikmaakt van de voorziening. Met de Wmo 0215 kan ook een eigen bijdrage worden gevraagd
bij een woningaanpassing van een minderjarige cliënt.

10.2.6] Ontvangers van een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening zijn verplicht mee te
werken aan alles wat verplicht is voor uitvoering van de wet (art. 2.3.8 lid 3 Wmo 2015). Wordt hier
niet aan voldaan, dan wordt de verleende voorziening ingetrokken of opgeschort (art. 2.3.9 Wmo
2015).

Ontvangers hebben een informatieplicht. Ze moeten het college uit eigen beweging op hoogte
moeten stellen (art. 3.2.3 Wlz). Gebeurt dit niet? Dan mag het college de voorziening intrekken of
herzien. Het college is hier niet toe verplicht, en moet de betrokkene in gelegenheid stellen om de
tekortkoming te herstellen. Het toezicht op de naleving gebeurt door personen die zijn aangewezen
door het college (art. 6.1 Wmo 2015).

10.2.7] De Wmo is onder de verantwoordelijkheid van de minister van VWS. De gemeente voert de
regeling uit in de medebewind. Gemeenten hebben kaders, maar wel veel beleidsvrijheid. De
gemeenten mag dit niet overlaten aan derden. Dit mag wel aan de zorgaanbieder. De gemeenten
moet wel een strakke regie voeren op de overige aspecten.

De kosten komen nu ook ten laste bij de gemeentelijke begroting. Gemeente ontvangen wel een
bijdrage van het rijk. Hieruit moeten de kosten van de Wmo 2015, jeugdzorg, re-integratie en
participatie van de van de participatiewet worden betaald. Ze mogen zelf kijken hoe ze dit
gebruiken.

10.4] De Zvw en de Wmo bewegen zich op sociale markten van private ziektekostenverzekeringen.
De overheid houdt door de wet grip op deze markt.

, I.v.m de vergrijzing bepleiten sommigen een inperking van het collectieve zorgstelsel. Echter gaat er
een probleem ontstaan als de medische verrichtingen niet optimaal zijn.
Een andere oplossing is het scherper markeren van de omvang van het verzekeringspakket. Hierin
kan dan gekeken worden naar een generatiebewust beleid. Alleen er is een lastig onderscheid te
maken tussen publiek-privaat te maken. Er kan lastig een scheidingslijn komen.

We zouden dan kunnen kijken naar behoefte en vermogen. Een zorgmenu met een prijskaartje. Dit
kennen we al deels in de Zvw. Er ontstaat dan wel een tweedeling.

De laatste optie is de invoering van vormen van inkomensafhankelijkheid. Veel voorzieningen bij de
gemeente zijn al inkomensafhankelijk. Nog meer, en dan wordt het privatisering. De rijken vallen
dan buiten de boot. De Wmo is ook geweest vanwege bezuinigingen doelen, maar ze blijven wel
verantwoordelijk voor het verrichten van maatwerk. De rechter toetst dit kritisch.

Hoofdstuk 11
11.1] 1854: Armenwet bijstand was een gunst, geen wet. Het werd gezien als een subsidiaire
overheidstaak, het kwam pas aan de orde als de kerk en liefdadigheid niet kon helpen.
1965 en 1196: De algemene bijstandswet (ABW) overheid draagt primaire verantwoordelijkheid om
iemand te voorzien die niet over voldoende middelen beschikt.
2004: De wet en bijstand (WWB) de gemeente werd financieel verantwoordelijk voor de bijstand. Zij
kregen meer bevoegdheden.
2015: De participatiewet De WWB, de Wajong en de Wsw zijn hierin geïntegreerd.

De participatiewet komt in beeld als iemand niet aan de noodzakelijke kosten kan voorzien. De
Participatiewet heeft een aanvullende functie. Hij komt pas aan de orde als alle andere manieren om
zelf te kunnen voorzien zijn uitgeput. De Participatiewet kent ook een middelentoets. Het tweede
kenmerk is het individualiserende karakter. Hij moet afgestemd worden op persoonlijke
omstandigheden van de bijstandbehoevende (art. 18 lid 1 PW). Er wordt ook gekeken naar de
gezinssituatie. De Participatiewet biedt ondersteuning bij inschakeling in het arbeidsproces. Er wordt
gericht op re-integratie. Het is de bedoeling dat men primair zelf moet zorgen voor voldoende
bestaansmiddelen. Gemeenten kunnen zelf bepalen hoe ze dit doen, maatwerk staat voorop. Zo
kunnen ze het efficiënt vormgeven.

11.2.2] Voorwaarden voor recht op bijstand
1. Belanghebbende vallen onder personele werkingssfeer van PW Voor Nederlanders die in NL
wonen (art. 11 lid 1 PW). Bepaalde vreemdelingen worden met Nederlanders gelijkgesteld.
Bv. Vluchtelingen en onderdanen van EU-landen met een verblijfsvergunning. Apart regime
voor mensen die wachten op een verblijfsvergunning.
2. Beschikt niet over voldoende middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan
voorzien. Er is dan ook een middelentoets.
3. Noodzakelijke bestaanskosten dit zijn de kosten van die voorzieningen die noodzakelijk zijn
voor een, naar Nederlandse maatstaven, menswaardig leven (sober bestaan).
4. Er mogen geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eliannedk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64450 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  20x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd