Kennistoets kunstzinnige oriëntatie
Literatuur
Dans: Hoofdstuk 1, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5, hoofdstuk 4, paragraaf 5.1 t/m 5.7, paragraaf 8.3.3,
paragraaf 8.4 , hoofdstuk 9 en hoofdstuk 10
Drama: Hoofdstuk 1, Hoofdstuk 2: blz. 62-73 , Hoofdstuk 3, Hoofdstuk 4 t/m 6
Muziek: Hoofdstuk 1: Muziek op de basisschool onderdeel 1.2 en 1.4
- Hoofdstuk 2: Zingen (2.5.4 en 2.5.5 niet)
- Hoofdstuk 3: Luisteren onderdeel 3.3 tot einde (3.5.2 en 3.9 niet)
- Hoofdstuk 4: Muziek Maken onderdeel 4.3 tot 4.9 (4.5.2 tot 4.6 niet)
- Hoofdstuk 5: Muziek Lezen en Noteren onderdeel 5.4 tot 5.10
- Hoofdstuk 6: Bewegen onderdeel 6.3 tot 6.7
- Hoofdstuk 7: Klank
- Hoofdstuk 8: Vorm
- Hoofdstuk 9: Betekenis
- Hoofdstuk 10: Muziek school en cultuur
- Document basiskennis muziektheorie (LNE)
Beeldende vorming: Hoofdstuk 1, 2, 6 en 10
,Samenvatting Dans
Hoofdstuk 1 Wat is dans?
Dans is een manier om jezelf te uiten, met je lichaam als instrument.
Er zijn drie contexten waar dans in kan voorkomen:
A) Artistieke vorm = dans als kunst
B) Educatieve vorm = van, over en door dans leren – bv. danslessen
C) Sociale vorm = gezellig dansen met gezelschap
1.2 De sociale vorm van dans
Dansen omdat het lekker voelt of omdat je het leuk vindt. Dansen in sociale vorm doe je dan ook
thuis, op feestjes en danscursussen. Sociale vorm van dans zie je terug in allerlei rituelen en culturen,
maar ook in bepaalde muziekculturen, zoals hiphop (= dansflahsmob/dansen in een kring).
Wat kun je als leerkracht met de sociale vorm van dans?
- Het plezier en groepsgevoel bevorderen.
1.2.2 De artistieke vorm van dans
Doel van dans in artistieke vorm: als toeschouwer het bewegings- en belevingsaspect van de dans
vanuit je stoel ervaren. Deze manier van dans wordt uitgevoerd door professionele dansers. De dans
die de dansers in hun dans uitbeelden. Dit belevingsaspect wordt door de toeschouwer beleefd. Dans
in artistieke vorm draagt bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen – emotie
uitdrukken in dans.
1.2.3 De educatieve context van dans
Het doel van dans in educatieve vorm is door over, van en door te leren van dans. Op die manier zal
dans bijdragen aan persoonsvorming, maatschappelijke vorming en kennisontwikkeling.
Bij dans in educatieve context krijgen de leerlingen danslessen en doen ze bestaande dansen na.
Hierbij leren de leerlingen vorm te geven aan ervaringen, emoties en ideeën. Daarnaast leren ze dans
te beschouwen (!) en te kijken naar dansaspecten zoals stijl, cultuur en traditie. Ook leren ze te kijken
naar dans en te benoemen welke emoties dat bij hen oproept.
1.3 De historisch-maatschappelijke ontwikkeling van dans
Dans heeft historie en begon al bij de vroege prehistorie, waar mensen ritueel dansten om
natuurkrachten vorm te geven.
1.4 Dans in het basisonderwijs
Richtlijnen voor het invullen van kunstzinnige lessen op scholen zijn terug te vinden in de Kerndoelen
Primair Onderwijs ( vastgesteld door het OCW). Deze richtlijnen mogen bassischolen op een eigen
manier invullen met hun lessen.
Er zijn twee manieren van dans in het basisonderwijs: 1) onderwijs door vakleerkrachten opbouw
2) Verschillende opzichzelfstaande lessen door de leerkracht zelf.
,Incidentele of terugkerende dansactiviteiten in het onderwijs
Korte dansactiviteiten zoals stoelendans (doel=plezier) of energizers (doel=activeren)
De doelen van dit soort ‘dansjes’ komen niet overeen met die van het dansonderwijs
Thema- of weekafsluiting een groepje leerlingen studeert een dansje in en laat dit zien aan
de klas (doel= verwerking + leren presenteren)
Groep-8-musical (doel= podiumervaring opdoen) Hier heeft dans vaak geen emotionele
expressie, maar meer het doel om het publiek te vermaken.
Dansgezelschappen Danslessen van een professionele danser.
1.4.2 Dans geven in het primair onderwijs
Groepsleerkrachten (met een methode)
Vakleerkrachten ( een vaste docent met een vast moment in de week dat er dans gegeven wordt. Het
danslokaal heeft voldoende materialen.)
Dansdocent ( inhuren van een dansdocent van een dansschool)
Een dansdocent wordt ingehuurd door de ICC’er van de school ( een leerkracht met een speciale
nascholing op het gebied van cultuur).
Paragraaf 2.4 en 2.5
2.4 Vermogens van de leerling
Vermogens zijn vaardigheden die gekoppeld zijn aan kennis, inzicht, houding en handeling.
Dans levert de leerling bepaalde ‘vermogens’ op. Vooraf aan je dansles moet je bedenken met welke
vermogens je aan de slag wilt gaan.
Enkele uitgangspunten van dans:
- Dansen is zowel een leerproces als een creatief proces
- Leerlingen kunnen door dans een andere kant van zichzelf laten zien / ontdekken. Dit
biedt jou als leerkracht inzicht in het kind.
Vermogens die het kind kan leren door dans:
- Een receptief vermogen
- Een onderzoekend vermogen
- Een creërend vermogen
- Een sociaal vermogen
- Een reflectief vermogen
A) Receptief vermogen: kijken naar en interpreteren van dans
B) Onderzoekend vermogen: experimenteren met dans (lichaam) en de verschillende
danstechnieken/stijlen in het land en de wereld
, C) Creërend vermogen: Met dans vormgeven aan emotie of eigen verhaal / presenteren van de
dans.
D) Sociaal vermogen: respect hebben voor de dans van de ander, samen een dans creëren of
eigen ervaringen of ideeën benoemen in de groep.
E) Reflectief vermogen: met feedback om kunnen gaan, verschillen tussen dans kunnen
noemen met dansbegrippen, eigen ervaringen bij de eigen uitgevoerde dans kunnen
noemen.
Competentie = het einddoel van de opleiding
= het productdoel = SMART
Procesdoelen zijn kleine tussendoelen waarmee je het productdoel uiteindelijk kunt halen. Deze zijn
niet echt toetsbaar en je weet pas dat deze bereikt zijn als het productdoel bereikt is.
Hoofdstuk 4 leerinhouden en leerlijn dans
4.2 De educatieve context van dans
Bij de educatieve context van dans, kun je dans vanuit drie invalshoeken bekijken:
a) Dans als cultuurgoed
b) Dans als pedagogisch middel
c) Dans als didactisch middel
Dans als pedagogisch middel
Bevorderen van het creatief denken, probleemoplossend denken, sociale vaardigheden, etc.
Dans als didactisch middel