100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting microbiologie leerjaar 3 periode 2 €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting microbiologie leerjaar 3 periode 2

 18 keer bekeken  0 keer verkocht

samenvatting van het vak microbiologie leerjaar 3 periode 2

Voorbeeld 4 van de 40  pagina's

  • Nee
  • Bijna alle hoofdstukken
  • 26 januari 2021
  • 40
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (14)
avatar-seller
manon-t
Microbiologie
P2w1: micro-organismen algemeen.

Doelen:

De dio:
 weet wat micro-organismen zijn (globale omschrijving), welke verschillende soorten er
bestaan die relevant zijn voor de levensmiddelenmicrobiologie en beschrijven hoe deze
soorten er uitzien;
 weet tot welke celtypen de verschillende soorten micro-organismen behoren;
 weet, met het oog op de naamgeving van micro-organismen, hoe de onderverdeling van
micro-organismen is opgebouwd;
 kent algemene kenmerken van bacteriën;
 kent algemene kenmerken van gisten en schimmels;
 kan aangeven welke stoffen van bacteriën en schimmels kunnen leiden tot ziekte;
 kan uitleggen waarom virussen niet tot de micro-organismen behoren.

- Wat betreft voedselveiligheid zijn de volgende groepen gevaren te onderscheiden:
o Fysische gevaren: stukjes metaal, glas, plastic.
 Tijdens oogst of productieproces
o Chemische gevaren: alle chemische stoffen die in voedsel aanwezig kunnen zijn
 Kunnen van nature in voedsel voorkomen maar ook door
milieuverontreiniging of productieproces.
o Microbiologische gevaren
- Micro-organismen: kleine, niet met het blote oog zichtbare organismen
- Micro-organismen kunnen er voor zorgen dat je eten bederft
o Gaat er anders uit zien en anders ruiken
- Er zijn verschillende soorten micro- organismen:
o Bacteriën (prokaryoten)
 Bolvorming; doorsnede (kokken) bedraagt 1 um
 Spiraalvormig
 Staafvormig; diameter van 0,6-0,8 um
 Vibro (gebogen), spiril (recht)
 Staafvormig met spore in de cel
 Met flagellen: sliert aan cel waarmee bacterie zich kan verplaatsen.
o Gisten (eukaryoten)
 Gisten zijn ongeveer 10x groter dan bacteriën onder de microscoop
o Schimmels (eukaryoten)
- Andere soorten die strikt genomen niet tot micro-organismen behoren maar daar wel vaak
onder worden geschaard:
o Parasitaire protozoën:
 Zijn met het blote oog te zien
 Wormen (runderlintworm)
 protozoën (cysten van toxoplasma gondii in menselijk
hersenweefsel, kan in vlees zitten)
o Virussen:
 Zijn geen levende organismen + kunnen zichzelf ook niet vermenigvuldigen,
daar hebben ze een levende gastheercel voor nodig
 Norovirus
 Hepatitis A-virus

,  Bacteriofaag (kan alleen bacterie als gastheer gebruiken)


- Er zijn 2 soorten celtype: eukaryoot en prokaryoot
Eukaryotische cel Prokaryotische cel
Celbouw Complex Simpel
Celkern + -
Celmembraan + +
DNA + +
Organellen + -
Ribosomen + +
- Van alle levende organismen zijn alleen bacteriën en archeabacteriën (oerbacteriën)
prokaryoot
- Aan de hand van soort cel en andere overeenkomstige kenmerken worden alle levende
wezens ingedeeld in groepen (taxonomie).
- Momenteel alle levende wezens in 3 domeinen ingedeeld, waarbij eukaryoten worden
onderverdeeld in 4 rijken


Domein Rijk
Bacteriën (bacteria)
Archeabacteriën (archea)
Eukaryoten (eukarya) -> Dieren (animalia)
Planten (plantea)
Schimmels (fungi)
Protista (protista)
- Micro-organismen onderverdeeld in klassen, families, geslacht en soorten waarvoor
tweedelige naageving geldt > organismen aangeduid met geslachts- en soortnaam
o Geslachtsnaam altijd met hoofdletter
o Soortnaam met kleine letter
o Alle namen cursief weergegeven
- Familie bevat verschillende geslachten en geslacht verschillende soorten
- Voorbeeld van indeling van familie en daaronder horende geslachten en soorten
Familie Geslacht Soort
Enterobacteriaceae Escherichia Coli
Cronobacter sakazakii
- Bacteriën: eencellige organismen zonder duidelijke celkern waarbij DNA vrij in cytoplasma
ligt.
o Planten zich voort door binaire deling; ongeslachtelijk proces.
o Indeling in families, geslachten en soorten in eerste instantie gebaseerd op uiterlijke
kenmerken, daarnaast speelt samenstelling celwand belangrijke rol. Indeling maken
in 2 groepen:
 Gramnegatieven: dunnere celwand, kleuren roze
 Enterobacteriaceae (entero’s), staafvormig
 Grampositieven: dikkere celwand, kleuren paars
 Bacillaceae, staafvormig
o Alleen bacteriesoorten die behoren tot familie van de bacillaceae kunnen sporten
vormen.
 Sporen gevormd in de cel (endospore) en heeft als doel overleven van
ongunstige omstandigheden (hitte, straling) > cel sterft af, spore overleeft >

, gunstige omstandigheden terug > spore ontkiemen en uitgroeien tot
normale vegetatieve cel.
o Zuurstofbehoefte:
Zuurstofbehoefte Toelichting
Aeroob Zuurstofbehoefte noodzakelijk voor groei
Anaeroob Groei als zuurstof afwezig is
Facultatief anaeroob Groei zowel met als zonder zuurstof
Micro-aerofiel Groei optimaal bij verlaagde zuurstofspanning
o Bacteriën die ziekte veroorzaken worden pathogeen genoemd.
 Meeste pathogene bacteriën leiden tot ziekte als gevolg van vorming/
aanwezigheid van gifstoffen (toxinen)
 2 soorten toxinen:
o Exotoxinen: kleine eiwitten die tijdens stofwisseling van cel
worden gevormd in grampositieve bacteriën en
uitgescheiden in omgeving (voedsel), inname van dit voedsel
leid dan tot ziekte
o Endotoxinen: maken onderdeel uit van celwand van
gramnegatieve bacteriën en worden niet uitgescheiden.
Ziekte treed alleen op na inname van grote hoeveelheid
o Gramkleuring is gebaseerd op verschil in celwandsamenstelling tussen 2 groepen
bacteriën:
 Gramnegatieven: dunne celwand, weinig peptidoglycaan > minder
goed bestand tegen ongunstige invloeden (droogte, warmte)
 Grampositieven: dikkere celwand, veel peptidoglycaan > beter
bestand tegen ongunstige invloeden (droogte, warmte)
 Bacteriën gekleurd met kristalviolet > ontkleuring met alcohol
 Bacteriën die niet ontkleuren (paars) > grampositief
 Bacteriën die wel ontkleuren > gramnegatief
 Om contrast te vergroten preparaat na ontkleuring behandelen met
safranine-oplossing > gramnegatieve bacteriën worden roze

- Rijk der Fungi (schimmels en gisten) omvat 6 klassen waarvan onderstaande relevant voor




levensmiddelenmicrobiologie:
o Basidiomyceten: paddestoelen
o Zygomyceten: schimmels, met name lagere soorten als Mucor
o Ascomyceten: grootste klasse, bevat gisten en schimmels als Monascus
o Deuteromyceten: bevat gisten en schimmels als Aspergillus
- Eerste 3 kenmerken zich door ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplantingsmechanismen,
laatste vormt een kunstmatige groepering van organismen waarbij geslachtelijke
vermeerdering (nog) niet is waargenomen.
- Gisten: eencellige schimmels met ronde tot ovale vorm, celkern duidelijk zichtbaar

, o Facultatief anaeroob; kunnen groeien met en zonder zuurstof.
o Planten zich voort d.m.v. knopvorming (ongeslachtelijk) of door vorming van
ascosporen (geslachtelijk)
o Ingedeeld op morfologische- (vorm, aanwezigheid sporen) en biologische
(gebruik/vergisting KH) kenmerken.
- Schimmels: meercellige micro-organismen die algemeen voorkomen in de grond, water en
lucht en daardoor op planten, dieren en daarmee in contact komende oppervlakken.
o Indelen in:
 Saprofytische schimmels: leven van dood organisch materiaal
 Kunnen voedsel aantasten > bederf
 Parasitaire schimmels: dringen organisme binnen/ leven op organisme
waarbij ze voedingsstoffen onttrekken en afvalstoffen afgeven > ziekte van
organisme.
 Symbiotische schimmels: leven samen met andere organismen (insecten,
planten) wat leidt tot wederzijds voordeel.
o Schimmels groeien > vormen schimmeldraden (hyfen) die samen netwerk
(mycelium) vormen.
 Afhankelijk van omstandigheden vormen schimmels ook sporen om zich
voort te planten (grijsblauwe, groene, oranje of zwarte kleuren)
 Sommige schimmels vormen gifstoffen > ziekte
o Voortplanting:
 vorming (exo)sporen = ongeslachtelijk
 versmelting hyfen = geslachtelijk
o schimmels in voedsel zijn aeroob; alleen groeien wanneer zuurstof aanwezig is.
- Virussen: horen niet tot levende organismen omdat ze geen cellulaire bouw en geen eigen
stofwisseling hebben.
o Kunnen alleen in levende cellen vermeerderen.
o Infectie levende cel > vermenigvuldiging virus > cel breekt open > nieuwe
virusdeeltjes komen vrij > infecteren omliggende cellen.
o Bacteriofaag: kan alleen in bacteriecel vermenigvuldigen.
- Voedsel kan ziekmakende bacteriën bevatten.
o YOPI’s: mensen met minder weerstand
 Young
 Old
 Pregnant
 Immunocompromized

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper manon-t. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77254 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
  Kopen