Regering = koning en kabinet (ministers en staatssecretarissen).
Minister en staatssecretarissen worden ook bewindslieden genoemd.
Ministers vormen samen ministerraad, voorzitter is minister president. Ministers staan aan het hoofd
van een ministerie of departement. Ze worden bijgestaan door staatssecretarissen.
Ministers zonder ministerie hebben alleen een overheidstaak. (minister voor medische zorg en
sport). -> ministers zonder portefeuille. Ze maken gebruik van ambtenaren van een ministerie.
Benoeming
Ministers en staatssecretarissen worden bij Koninklijk besluit benoemd.
Kabinet en taakverdeling ministers vindt plaatst na 2 e kamer verkiezingen.
Kabinetsformatie:
1. Er wordt een informateur benoemd door de kamer. Deze doet onderzoek naar een coalitie
en of er een regeerakkoord kan komen. Hierin staan de gezamenlijke doelen van de partijen.
2. Er wordt een formateur benoemd (vaak minister president). Deze maakt een kabinet en legt
regeerakkoord vast.
3. Regeringspartijen: in het kabinet
oppositiepartijen: overige fracties.
4. Informateur en formateur doen regelmatig verslag aan kamer.
5. Na de formulering worden de minsterposten onder de fracties verdeeld.
6. Elke fractie zoekt eigen kabinetsleden/ ministers.
7. Kabinetsleden worden bij koninklijk besluit genoemd. De eerste regeringsverklaring wordt
afgelegd.
Als een kabinet aftreed is het demissionair.
Taken regering
Ministerraad
De minsterraad vergadert en besluit over het regeringsbeleid en bevorderd de eenheid van dat
beleid. Dit gebeurd onder leiding van de minster-president met als basis het regeerakkoord.
Regering
- De regering kan wetsvoorstellen indienen. De wetten moeten door de regering worden bekrachtigd.
-Ze hebben een regelgevende bevoegdheid: algemene maatregel bestuur. De regering kan buiten de
volksvertegenwoordigers om regels stellen.
-Koninklijke besluiten kunnen ook zonder regels zijn. Zoals bij benoemingsbesluiten van kamerleden
etc. Ook kan met een koninklijk besluit een besluit van een lager orgaan worden vernietigd.
(vernietigingsbesluit).
-De regering moet internationale betrekkingen onderhouden.
-belangen koninkrijk beschermen
-oppergezag over de krijgsmacht, regering moet parlement laten weten over inzet leger.
, Ministers
-de ministers geven leiding aan hun ministerie. Ze zijn wettelijk bevoegd om zelfstandig regels uit te
oefenen.
- individueel verantwoordelijk voor hun beleid, verantwoording schuldig aan beide kamers.
- verantwoordelijkheid voor koninklijk huis en zijn ambtenaren.
- hebben parlementaire onschendbaarheid.
Staatssecretarissen
zelfde als minister alleen is hij hieraan ondergeschikt en heeft alleen raadgevende stem in
ministerraad als hij de minister vertegenwoordigd.
Koning
- de koning is onschendbaar -> ministers verantwoordelijk.
-geen zelfstandige bevoegdheden
Dualisme en monisme
Regering en volksvertegenwoordigers hebben zelfstandige positie. In de samenwerking handelen ze
naar hun eigen taakopdracht. Dit heet dualisme.
Als de regering achter de schermen besluiten voorbereid met hun fractie is er monisme.
4.4 parlement
- Het parlement vertegenwoordigd het nederlandse volk. Staten-generaal bestaat uit 1 e en 2e kamer.
- wetgevende taak
- regering controleren
De tweede kamer
De kamer heeft 150 leden die worden gekozen door volk. Zittingsduur is 4 jaar.
- bevoegdheden om eigen werkzaamheden te regelen.
- bij stemmen moet het quorum (meer dan de helft) aanwezig zijn.
- vaste tijdelijke kamercommissies -> vooroverleg, advies ingewonnen etc. De kamercommissies
hebben ook bevoegdheden waaronder voeren van gesprekken met ministers. Voor ieder ministerie is
een vaste commissie. Er kunnen ook speciale commissies worden ingesteld.
Kamerleden kunnen een motie indienen. Dit is een schriftelijk voorstel waarin minister wordt
gevraagd om een uitspraak te doen waarin standpunt kamer is verwoord. Om de taak als mede
wetgever goed te kunnen uitvoeren heeft 2e kamer drie wetgevende rechten:
1. Het recht van initiatief (art 82 lid 3 en art. 86 Gw)
Als 2e kamerleden zelf een wetsvoorstel doen (initiatiefwetvoorstel)
2. Het recht van Amendement (art. 84 Gw)
wetsvoorstel wijzigen.
3. Het budgetrecht (art. 105 Gw) -> ook 1e kamer.
Vaststellen of afkeuren rijksbegroting.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floorwalravens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.