Begrippenlijst Klinische Neuropsychologie
2020/2021
Hoofdstuk 1 – Klinische neuropsychologie: een historische schets
Begrippen Definitie
Klinisch Psycholoog werkzaam in gezondheidszorg op gebied van
neuropsycholoog diagnostiek en behandeling van problemen die
samenhangen met hersenaandoeningen
Clinico- Men bestudeerde patiënten met hersenletsel, na hun dood
anatomische werd de plaats van de laesie gerelateerd aan de aard van
methode de functionele stoornis
Lokalisatie(vraags Waar moeten we de ziel of geest lokaliseren, hoe werkt de
tuk) geest op het lichaam en welke organen spelen hier een rol?
Celtheorie Tot op heden basis voor cognitieve psychologie; algemeen
systeem voor informatieverwerking
Cognitieve Beschrijven de werking van mentale processen in het
modellen algemeen
Fysiognomie Interpretatie van het gelaat
Frenologie Uit de vorm van de schedel kunnen functies en
eigenschappen worden afgeleid
Empirisme Alles wordt aangeleerd en volgt via het beschreven
principe van de associatie
Abstracte attitude Een goed functioneren van de hersenen is vooral van
belang om te kunnen reflecteren op binnenkomende
stimuli, in plaats van daar direct op te reageren
Module Vergelijkbaar met een subroutine van een
computerprogramma, subroutine kan snel en efficiënt
bepaalde informatie opnemen, verwerken en het resultaat
weer teruggeven
Representatie Informatie die door een module verwerkt kan worden of als
output kan worden geleverd
Proces Berekeningen, computations, of transformaties die op de
representaties worden uitgevoerd
Domain specific Kan alleen bepaalde informatie verwerken
Innateness Aangeboren
Encapsulated Werk doen ongeacht wat andere processen doen, dat wil
zeggen dat andere processen de werking van de module
niet kunnen beïnvloeden
Fixed neural Een module is een computationeel autonoom en beschikt
structure over zijn eigen neurale structuur, hetgeen betekent dat
een module géén aandachtscapaciteit, geheugenprocessen
of andere processen deelt met andere modules
Cognitieve Analyseert systematische effecten van hersenbeschadiging
neuropsychologie op cognitieve functies, vooral door naar de aard van de
fouten te kijken
Cognitieve functie Omzetting van informatie van een bepaalde soort naar een
andere soort
Seriële Omzetting van informatie naar een volgend niveau van
verwerking representatie
Parallelle Tegelijkertijd omzetten van informatie
verwerking
1
, Neurale Computersimulaties die bepaalde cognitieve functies
netwerken nabootsen
Emergente Eigenschap die als vanzelf naar voren komt
eigenschap
Graceful Door beschadiging valt niet de gehele functie uit, maar
degradation wordt een deel van de informatie niet meer meegewogen
Content Bij neurale netwerken kan een. Klein deel van de
addressability informatie al het gehele geheugenspoor activeren
Hoofdstuk 2 – De neuropsychologische praktijk
Begrippen Definitie
Hypothesetoetsen Bij elke stap worden hypothesen gevormd en getoetst met
d gespreksgegevens, observaties en neuropsychologische
tests en vragenlijsten
Anamnese Belangrijk om informatie te verzamelen over aanwezige
klachten en symptomen en het beloop hiervan
Heteroanamnistisc Kan ingewonnen worden bij een partner, kinderen, ouders,
he informatie maar ook bijvoorbeeld buren, vrienden een huisarts of
andere, eerdere hulpverleners
Observaties Waarnemingen die tijdens de anamnese, het
testonderzoek en zelfs buiten de onderzoeksruimte
verzameld worden
Vaste testbatterij Bestaat uit een vooraf vastgestelde set aan tests die voor
iedere patiënt, ongeacht klacht of reden van verwijzing,
hetzelfde is
Flexibele Levert meer maatwerk, waarbij de testkeus voor iedere
testbatterij patiënt wordt ingegeven door de specifieke vraagstelling,
klachten en aandoening.
Differentiaaldiagn Bij het stellen van een diagnose moet altijd worden
ostiek gekeken of de klachten en problemen niet ook (deels)
anders verklaard kunnen worden
Schriftelijke In eerste instantie geschreven door de verwijzer
rapportage
Mondelinge Vindt plaats met de patiënt, maar ook in multidisciplinair
rapportage teamoverleg of in een gesprek met de verwijzer
Algemene Door het NIP, inhoud van een psychologisch rapport moet
Standaard altijd met een patiënt besproken zijn alvorens de
Testgebruik (AST) bevindingen worden gerapporteerd aan de verwijzer of
besproken in een multidisciplinair team
Beroepscode van Beschrijft de verschillende andere rechten die een patiënt
het NIP (2015) heeft, zoals het recht op inzage, correctie, blokkering of
afschrift van het rapport
Betrouwbaarheid Feitelijk de nauwkeurigheid, geeft weer in hoeverre de
resultaten met een test hetzelfde zijn als zee op een ander
moment of door verschillende onderzoekers worden
verzameld
Test- Geeft aan in hoeverre de test tot dezelfde resultaten komt
hertestbetrouwba als hij op verschillende momenten bij eenzelfde patiënt
arheid wordt afgenomen
- Weergegeven met een correlatiecoëfficiënt
Interbeoordelaars- Geeft de mate van overeenstemming weer tussen de
betrouwbaarheid uitkomsten van verschillende onderzoekers
- Weergegeven in Cohen’s kappa
2
, Validiteit Geldigheid van een test, meet hij wat hij zou moeten
meten?
Face validity Mate waarin een test op het eerste gezicht lijkt te meten
wat hij behoort te meten
Inhoudsvaliditeit Gaat om de vraag of een test representatief is voor het
onderwerp dat men wil weten
Constructvaliditeit Verwijst naar de mate waarin het resultaat van een test
/ begripsvaliditeit ook werkelijk een indicatie is voor het construct
(cognitieve functie) waarover je een uitspraak wil doen
Criteriumvaliditeit Heeft betrekking op de mate waarin een test de prestatie
van een patiënt kan voorspellen op een extern criterium
Predictieve Hoe goed voorspelt een test daadwerkelijk gedrag?
validiteit
Concurrente De vergelijking tussen een neuropsychologische test en
validiteit een ander instrument dat hetzelfde criterium beoogt te
meten
Ecologische Mate waarin een test voorspelt hoe een patiënt
validiteit functioneert in zijn of haar eigen omgeving
Stoorfactor Een element dat een testprestatie beïnvloedt maar dat
niet binnen de meetpretentie van een test valt
Onderpresteren/ Een patiënt presteert slechter dan waar hij of zij feitelijk
suboptimaal toe in staat is als hij zich normaal zou inzetten
presteren
Symptoomvaliditei Een test lijkt ogenschijnlijk moeilijk en lijkt een cognitieve
tstesten functie te meten, terwijl deze in werkelijkheid zeer
makkelijk is en een beroep doet op mentale processen die
bij vrijwel alle patiënten met een hersenbeschadiging
intact zijn
Paaz Psychiatrische afdeling van een algemeen/academisch
ziekenhuis, waarbij contact is met psychiaters
Psycho-educatie Uitleg geven aan de patiënt over de diverse gevolgen van
zijn aandoening en het verschaffen van inzicht in zijn
sterke en zwakke kanten
Intramuraal Opgenomen patiënten
Ambulant Poliklinische patiënten
3
, Hoofdstuk 3 – Neuropsychologie: de wetenschappelijke aanpak
Begrippen Definitie
Klinisch Aandacht is meer gericht op een nadere typering van het
neuropsychologisc ziektebeeld, op de bruikbaarheid van testinstrumenten en -
h georiënteerd procedures, of op het in kaart brengen van het verloop van
onderzoek een ziekte
Missing values Mogelijk dat een testbatterij niet in zijn geheel is
afgenomen bij een patiënt, wat voor de analyse en
interpretatie mogelijke problemen oplevert
Fundamenteel Gericht op een beter begrip van onderliggende (cognitieve)
onderzoek stoornissen en daaraan gerelateerde hersenen
Reactietijdparadig Simpele detectietaak, go/no-go reactietijdtaak,
ma discriminatiereactietijdtaak
Subtractiemethod Procedure om de score behaald op een simpelere conditie
e af te trekken van een complexere conditie
Dissociatie Selectieve uitval, in beginsel is het cognitief functioneren
intact, maar een specifiek deel binnen het cognitief
functioneren is uitgevallen
Globale Algeheel cognitief functioneren valt uit
achteruitgang
Enkelvoudige Patiënt valt uit op taak B maar niet op taak A
dissociatie
Dubbele Aantonen van twee (min of meer) onafhankelijke
dissociatie cognitieve processen waarvan men aanvankelijk dacht dat
het om een samenhangend proces ging
Single-case study Een enkele casus die beschrijvend kan zijn voor verder
onderzoek
Normgroep Genormeerde scores, hierop kunnen tests vergeleken
worden en zo analyseren of er uitval is op specifieke tests
Intra-individueel Allerlei specifieke taken aan een patiënt aanbieden en
onderzoek condities met elkaar vergelijken
Controlegroep Gezonde mensen die op relevante kenmerken
overeenkomen met de patiënt
Longitudinaal Onderzoeksdesign om ziektebeloop in kaart te brengen,
onderzoek hierbij wordt een patiënt of groep patiënten door de tijd
heen gevolgd
Test- Stoorfactor (confounder) —> zorgt voor afbreuk aan
hertesteffecten validiteit van de taak
Cross-sectioneel Binnen een populatie met een bepaald ziektebeeld worden
onderzoek metingen verricht bij verschillende patiënten op
verschillende momenten in het ziekteproces
Generalisatie Niet alleen in de testkamer moet verbetering te zien zijn,
maar ook in het dagelijks leven van een patiënt
Behandelstudies Hierbij wordt in de regel gekeken naar voormetingen,
gevolgd door behandeling en nametingen
Placebo-effect Effect dat niet voortkomt uit een behandeling, maar de
gedachte dát de behandeling werkt
Hawthorne-effect Kan goed zijn dat de aandacht die een patiënt extra
ontvangt doordat hij in behandeling is, de verbetering in
het functioneren teweegbrengt
Cross-over design Na voormetingen traint men een patiënt eerst op een
bepaalde functie, na tussenmetingen op een andere
4