FILOSOFIE EN ETHIEK
ZELFSTUDIEOPDRACHTEN
ZSO 1: INLEIDING OP DE CURSUS
VOORBEREIDING OP HC1
• Lees de studiehandleiding goed door zodat je een globale indruk hebt van de inhoud
van het vak en de te volgen werkwijze.
• Bestudeer verder ter inleiding op het vak het eerste hoofdstuk uit het boek Wat is
wetenschap? (pp. 9-31).
• Neem de beoordelingsrichtlijn die hoort bij de ZSOs nauwkeurig door (Canvas).
NA AFLOOP VAN HC1 EN TER VOORBEREIDING OP WG1
• Maak de twee onderstaande vragen. Breng je antwoorden mee naar WG1
1.1. Welk antwoord geeft de common sense-visie op de vraag ‘Wat is wetenschap?’
De common sense-visie gaat uit van een academisch kennisideaal. Wetenschappers
zijn onafhankelijk, zoeken naar zuivere kennis en worden niet beïnvloed door
maatschappelijke overwegingen of commerciële belangen. Common sense-visie
geeft aan dat wetenschappelijke kennis objectief is, de werkelijkheid ligt buiten
jezelf en gaat dus niet over opvattingen/meningen/gevoelens. Er bestaat een
wetenschappelijke methode, die gevolgd kan worden om kennis over de wereld te
verkrijgen. Wetenschap draait om feiten en empirisch bewijs, dus niet waarden –
wetenschap is waardevrij. Externe invloeden, zoals religieuze opvattingen, politiek of
reputatie geen rol.
Wetenschappen
- Beeld: Onafhankelijk, onpersoonlijk, belangenvrij, autoriteit – waarheid
- Methoden: systematisch testen en toepassen van hypothesen en
theorieën → empirie
o Wetenschappers maken stapsgewijs theorie vorming
o Toetsen die aan de empirie
- Waarden: waardenvrij
1.2. Met betrekking tot het onderwerp van Deel 2 van het boek wordt op p. 25 het
volgende opgemerkt: “Het was immers niet mogelijk om door middel van nog meer
waarnemingen of lichte aanpassingen de beperkingen van het oude denkraam op te
heffen. Het gaat hier om een wijziging op een fundamenteler niveau; een niveau dat
niet ligt op het vlak van de empirische waarneming maar op dat van het mogelijk
maken en het begrijpen van die waarneming.”
Leg deze passage uit.
Gangbare manieren van denken en handelen hebben beperkingen. De common
sense-visie kan niet altijd aangehaald worden, en daardoor ontstaat er de vraag naar
een alternatief denkraam. In het geval van Darwin was dit dat er al veel empirisch
waargenomen was over het de verandering van soorten, dat de common sense-visie
,hier verder niks nieuws meer in kon aanbrengen. Er waren niet nog meer
waarnemingen nodig, maar er moest een ander denkraam komen om informatie te
geven over de verandering van soorten – de evolutietheorie. Empirische
waarnemingen schoten namelijk te kort in de uitleg naar hoe soorten konden
veranderen. Een andere denkwijze was nodig, één die niet uitgaat van het letterlijke
‘zien’ (empirisch), maar juist het begrijpen van wat je ziet (evolutie). Deze passage
probeert aan te tonen dat de common-sense visie tekort schiet en er meer achter
wetenschappelijk onderzoek zit dan enkel empirische waarnemingen en feiten.
Standaardbeeld van theorie en empirie heeft het idee dat empirische wetenschap
alleen maar goed om je heen kijken is, dan ontstaat de theorie vanzelf – als je goed
observeert en test kan je op basis daarvan een directe vertaling maken naar theorie.
Hier was dat niet zo, er is iets van filosofische reflectie nodig – ander denkraam
waarin je gaat begrijpen wat je observeert. Eerst theoretisch denkraam nodig
voordat je observeert wat er gaande is.
Duckrabbit: observatie blijft hetzelfde, maar de conclusie verschilt. Noch concept
eend, noch konijn = verzameling strepen en krassen – wat je ziet is afhankelijk van
het concept wat je in je hoofd hebt In grotere zin geldt dit ook voor theorieën.
Eerst nieuwe theorie nodig om te kunnen begrijpen wat je ziet gebeuren
= common sense-wetenschap loopt vast, omdat je niet op die manier daarbij komt.
, ZSO 2: DE NORMEN VAN MERTON
VOORBEREIDING OP HC2
• Bestudeer het tweede hoofdstuk uit het boek Wat is wetenschap? (pp. 35-46).
• Maak de onderstaande vraag en breng je antwoord mee naar HC2
2.1. Kun je plaatsen in de tekst van hoofdstuk 2 aanwijzen waaruit blijkt dat de normen
van Merton (zie hoofdstuk 1) worden geschonden?
In je antwoord geef je per norm aan (Merton formuleerde er vier) op welke plaats in
de tekst de betreffende norm is overschreden. Je vermeldt daarbij de volledige
passage (en de pagina waarop deze passage staat) of je vat de inhoud in eigen
woorden samen.
DUS NIET: “p. 41: ‘Er is wel ... geneesmiddel in.’ Daarnaast geef je in één zin
toelichting op je keus. Je uitwerking bestaat dus uit vier korte alinea’s: P.s. het is
mogelijk dat je voor een bepaalde norm geen passage denkt te kunnen vinden in de
tekst over Fleming. Vermeld dan: ‘niet aangetroffen’.
a) Communism: wetenschap is gemeenschappelijk bezit, resultaten moeten
openbaar gemaakt worden, zodat andere wetenschappers kunnen
controleren en op voort kunnen bouwen
§ Citaat of beschrijving: “In werkelijkheid was er de eerste jaren geen
enkel contact. (…). Daardoor konden Florey en Chain niet eens
profiteren van het ongepubliceerde werk van Flemings biochemici. Zij
moesten opnieuw uitzoeken hoe je penicilline het best kunt winnen en
bewaren.” (p. 43)
§ Uitleg: Flemings resultaten waren niet openbaar gemaakt en hierdoor
konden de andere wetenschappers, Florey en Chain, niet voortbouwen
op zijn kennis.
b) Universalism: wetenschap dient onderworpen te worden aan onpersoonlijke
criteria, beoordeling onafhankelijk van ras, geslacht, sociale positie,
nationaliteit, religieuze identiteit, etc. Selectie alleen op grond van
bekwaamheid – onafhankelijk van context
§ Citaat of beschrijving: niet aangetroffen
§ Uitleg: Het gaat hier om een geneesmiddel dat daadwerkelijk ervoor
zorgt dat mensen genezen, de beoordeling dat penicilline levens red is in
die zin niet beoordeeld vanuit persoonlijke criteria als geslacht, ras of
sociale positie.
c) Disinterestedness: persoonlijkheid van onderzoeker geen invloed op
resultaten van het onderzoek
§ Citaat of beschrijving: ‘Het Londense ziekenhuis waar hij werkte, zat
altijd in geldnood en kon de media-aandacht goed gebruiken.’
§ Uitleg: Fleming en het Londense ziekenhuis hadden er baat bij dat de
media hoorde over de werking van penicilline en hierdoor werd Fleming
dus geleid door persoonlijke belangen
d) Organized Scepticism: wantrouwen tegenover wetenschappelijke resultaten –
houding ten opzichte van kennis moet kritisch zijn
§ Citaat of beschrijving: “De verklaring werd pas in 1957 gevonden, vijftien
jaar nadat penicilline zijn intrede had gedaan als geneesmiddel.
Penicilline doodt geen kolonies van volwassen bacteriën. Daarom