100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Strafrecht 3 (RUG) Ons strafrecht 2 (13e druk) €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Strafrecht 3 (RUG) Ons strafrecht 2 (13e druk)

 56 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting van het boek Ons Strafrecht 2 (13e druk). Geschreven voor het vak Strafrecht 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Samenvattingen van de hoofdstukken 1 t/m 9 (m.u.v. H4), H 10.1 en 10.1 en de hoofdstukken 11 t/m 15 (dus alles behalve H 4 en een gedeelte van H10).

Voorbeeld 3 van de 24  pagina's

  • Ja
  • 3 februari 2021
  • 24
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (14)
avatar-seller
studentrechten1200
Samenvatting strafrecht 3
Ons strafrecht 2 (13e druk)

H1: inleiding
Het strafprocesrecht bestaat uit het geheel van regels die betrekking hebben op de
toepassing van het strafrecht in een concreet geval. De kern is gericht op de totstandkoming
van de rechterlijke beslissing. Het hoofddoel is het verzekeren van een juiste toepassing van
het abstracte materiele strafrecht. Dat doel is tweeledig. Enerzijds het straffen van
schuldigen en anderzijds het voorkomen van straffen van onschuldigen. Hierbij is van belang
het recht van de verdachte om zich te verdedigen. In ons strafrecht geldt het dubio pro reo-
beginsel; de verdachte krijgt het voordeel van een twijfel, de rechter mag het feit alleen
bewezen verklaren als hij zelf de overtuiging heeft bekomen dat het feit door de verdachte is
begaan (338 Sv). Naast dit hoofddoel zijn er ook nog andere doelen zoals; eerbiediging van
de rechten en vrijheden van de verdachte, eerbiediging van de rechten en vrijheden van
andere betrokkenen (getuigen bijv.), procedurele rechtvaardigheid en de
demonstratiefunctie (openbaarheid zitting). In een rechtstaat worden de verhoudingen
tussen de overheid en de burger beheerst door de rule of law = overheid staat niet boven de
wet, maar is daar aan onderworpen.

De bronnen van het strafprocesrecht zijn: het Wetboek van Strafvordering (zie ook artikel
107 Gw), bijzondere wetten, algemene maatregelen van bestuur; ministeriële beschikkingen,
beleidsregels, internationaal recht; verdragsrecht en supranationaal recht: EU-recht en
jurisprudentierecht. Beginselen van een goede procesorde: het vertrouwensbeginsel, het
gelijkheidsbeginsel, het beginsel van zuiverheid van oogmerk (verbod van detournement de
pouvoir) en het beginsel van een behoorlijke en billijke belangenafweging.
In artikel 1 Sv is het legaliteitsbeginsel geregeld.

H2: karakter en gang van het Nederlandse strafproces
In de literatuur worden twee procesmodellen onderscheiden: het inquisitoire procesmodel
en het accusatoire procesmodel. Een inquisitoir proces is een vorm
van procesvoering waarbij de rechter een actieve rol speelt. De rechter bepaalt mee het
voorwerp van de rechtszaak en staat mee in voor de bewijsvoering. Een accusatoir proces is
een vorm van procesvoering waarbij het initiatief bij de procespartijen ligt. Het proces is
bijna volledig in handen van de partijen: zij bepalen het voorwerp van de rechtszaak en zij
zijn verantwoordelijk voor de bewijsvoering.

De hoofdrolspelers van het Nederlandse strafrecht zijn; de rechter, de officier van justitie, de
verdachte en de advocaat (en eventueel het slachtoffer).
De rechter in Nederland is rechter van beroep. Wij kennen geen lekenrechtspraak. De
rechter moet onafhankelijk (benoeming voor het leven) en onpartijdig (mogelijkheid
verschoning en wraking) zijn.
De officier van justitie (OVJ) vertegenwoordigt het openbaar ministerie bij de rechtbank. Het
OM valt onder de politieke verantwoordelijkheid van de minister van veiligheid en justitie.
De OVJ is dus niet onafhankelijk, zoals de rechter. De OVJ is belast met de vervolging van
strafbare feiten. Maar hij is niet verplicht elke strafbaar feit te vervolgen, zie het
opportuniteitsbeginsel. De OVJ wordt ook wel dominus litis (meester van het proces)

,genoemd. Daarnaast vervult de OVJ een belangrijke taak bij het opsporingsonderzoek; het
opsporingsonderzoek wordt onder zijn leiding en verantwoordelijkheid verricht. De
verdachte heeft in het strafproces een vrije rol. De verdachte hoeft zijn onschuld niet te
bewijzen (onschuldpresumptie) en hij hoeft niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling
(nemo tenetur-beginsel).
De advocaat (raadsman) mag de verdachte bijstaan. De advocaat is niet in dienst van de
overheid, hij beoefent een vrij beroep. Maar hij moet zich wel houden aan de gedragsregels
van de Orde van Advocaten en hij is onderworpen aan het tuchtrecht. De raadsman moet
uitsluitend het belang van zijn cliënt dienen. Het overleg tussen de raadsman en de
verdachte is vertrouwelijk (beroepsgeheim).
Het slachtoffer speelt in het strafproces een prominentere rol dan vroeger. Met zijn
belangen wordt rekening gehouden tijdens het proces.

Verschillen in afdoening:
- Misdrijven van eenvoudige aard door de politierechter laten berechten (367 e.v. Sv).
- Buitengerechtelijke afdoening (afkopen bijv. 74 Sr e.v.).
- Strafbeschikking (257a Sv e.v.).

De strafvordering begint met de opsporing. De opsporing begint vanaf het moment dat er
een vermoeden rijst dat er een strafbaar feit is begaan. Dit vermoeden kan bijvoorbeeld
door aangifte, op heterdaad betrappen of door de autoriteiten zelf ontdekt.
In artikel 141 en 142 Sr staan de personen wie met opsporing zijn belast. 127 Sv bepaalt dat
alle personen die met opsporing zijn belast, opsporingsambtenaren zijn. Tot aan de
opsporingsambtenaren toegekende bevoegdheden horen:
- De bevoegdheid tot arrestatie van verdachten (53 en 54 Sv)
- De bevoegdheid die verdachte een aantal uren op te houden voor onderzoek (61 Sv)
- De bevoegdheid de verdachte zo nodig in verzekering te stellen (57 Sv).
- De bevoegdheid voorwerpen in beslag te nemen en daartoe plaatsen te betreden (95
e.v. Sv).
- Stelselmatige observatie (126g en 126o Sv).
- Afluisteren van de telefoon (126m en 126t SV).

Artikel 54 Sv vereist voor de arrestatie buiten heterdaad een aanhoudingsbevel van de OVvJ
en ook bij de stelselmatige observatie is de tussenkomst van de OvJ nodig. Dit om
machtsmisbruik te voorkomen. En de meest ingrijpende bevoegdheden zijn door de
wetgever onder voorafgaand rechterlijk toezicht gesteld.

Na de opsporing volgt de vervolging. Een vervolging kan op drie manieren een aanvang
nemen: door rechtstreekse dagvaarding, door een vordering gvo en door een vordering
bewaring. Het OM heeft het vervolgingsmonopolie. Het OM heeft ook het
opportuniteitsbeginsel (167 lid 2 jo. 242 lid 2 Sv). Als de vervolging niet opportuun wordt
veroordeeld, dan spreken we van een beleidssepot. Als de vervolging niet haalbaar is, dan
spreken van we een technisch sepot. Er zijn drie vormen van buitengerechtelijke afdoening
te onderscheiden: strafbeschikking (257a Sv), transactie (betalen boete) en het
voorwaardelijke sepot (afzien van vervolging als de verdachte zich aan bepaalde
voorwaarden houdt, 267 lid 2 jo. 242 lid 2 Sv). Na de vervolging volgt de berechting in eerste
aanleg. De verschillende fasen die na de aanvang van het onderzoek ter terechtzitting te

, onderscheiden zijn: het onderzoek op de terechtzitting, de beraadslaging en de
einduitspraak. Een verdachte is niet verplicht te verschijnen op de terechtzitting. De
beraadslaging is niet openbaar, de terechtzitting wel. De uitspraak moet ook in een
openbare zitting worden gedaan.

*Beslissing tot vervolging = artikel 167 Sv.
*Beslissing tot verdere vervolging = artikel 242 Sv.

Tegen de uitspraak van de rechter in eerste aanleg kan meestal beroep bij het Hof worden
ingesteld (kan zowel door de verdachte als het OM, maar uitzondering in artikel 404 SV)
Termijn van beroep is geregeld in artikel 408 Sv. Hoofdregel = binnen 14 dagen. Het Hof
behandelt alles opnieuw, ook de feiten en vormt een eigen oordeel.

Tegen de uitspraak van het Hof, kan soms ook Cassatie bij de Hoge Raad worden ingesteld.
De Hoge Raad is geen feitenrechter en behandelt daarom de feiten ook niet opnieuw. De
taken van de Hoge Raad zijn neergelegd in artikel 79 wet RO. Hij moet beoordelen of het Hof
zicht heeft gehouden aan het formele recht. het Hof moet de procesregels hebben nageleefd
en het recht juist hebben toegepast, is dit niet het geval, dan casseert de Hoge Raad het
arrest wegens verzuim van vormen of wegens schending van het recht. De Hoge Raad kan
dan de zaak terug verwijzen naar het Hof of naar een ander Hof. Hij mag de zaak alleen zelf
afdoen als dat kan zonder in een nieuw onderzoek naar de feiten te treden (440 lid 2 Sv).

*Procesregels niet nageleefd = verzuim van vormen.
*Recht niet juist hebben toegepast = schending van het recht.

H3: kennismaking met het EVRM
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is van grote betekenis voor
Nederland. Het doel van het verdrag is het verzekeren van de daarin opgenomen
fundamentele rechten en vrijheden. Het EVRM is een volkenrechtelijk verdrag, gesloten
tussen staten. De rechten in het verdrag hebben binnen Nederlands directe werking (artikel
93 Gw). Burgers kunnen hierop dus een beroep doen. Het verdrag staat boven de wet (94
Gw). Artikel 120 Gw: de rechter mag de wet in formele zin niet aan de Grondwet toetsen.

Burgers die denken dat zij het slachtoffer zijn van een verdragsschending kunnen een klacht
indienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg (EHRM). Deze
checkt de klacht en het oordeel is bindend voor de staat. De partijen die tegenover elkaar
staan zijn dus het individu en de staat. Als het EHRM de klacht van de burger gegrond acht, is
het dus de staat die wordt veroordeeld. Verder zijn de staten vrij om te bepalen hoe zij de
naleving van de verdragsrechten willen verzekeren. Ook hebben ze een margin of
appreciation = beoordelingsvrijheid.

H5: de toegang tot de rechter
Artikel 6 EVRM geeft iedere verdachte recht op een berechting ‘by an independent and
impartial tribunal established by law’.


Dus 3 elementen:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentrechten1200. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71498 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen