Samenvatting van Grondtrekken van het Nederlandse Strafrecht + belangrijkste aantekeningen van de colleges. Ik heb het vak zelf afgerond met een ruime 7.
Causaliteit is de leer van oorzaak en gevolg, er is dan sprake van een causaal of oorzakelijk verband.
Causaliteit is onder andere van belang bij de materiële delicten. Causaliteit kan ook van belang zijn bij
een ander soort delicten, het betreft dan de door het gevolg gekwalificeerde delicten. Bij het bepalen
van causaliteit is het belangrijk om te beseffen dat het gaat om een ja/nee-kwestie: het oorzakelijk
verband tussen twee gebeurtenissen wordt wél of niet aangenomen. Er zijn verschillende (externe)
factoren die er voor zorgen dat het vaststellen van oorzakelijk verband steeds complexer wordt.
De leer van de conditio sine qua non is een causaliteitstheorie die is ontstaan om een
oplossing te geven voor moeilijke gevallen. De theorie heeft als uitgangspunt dat, indien bij
het ontbreken van een schakel in de reeks der gebeurtenissen het gevolg zou zijn
uitgebleven, deze schakel kennelijk onmisbaar is en derhalve als oorzaak aan te wijzen is. Een
tekortkoming van deze theorie is dat oorzakelijkheid oeverloos wordt. Dit aspect van de
conditio sine qua non maakt deze theorie ongeschikt voor het vaststellen van een causaliteit
in juridische zin.
Bij de causa-proximaleer wordt ervan uitgegaan dat de veroorzakende factor die het dichtst
bij het gevolg ligt, in juridisch opzicht als oorzaak moet gelden. Deze theorie kan problemen
opleveren bij een wat langere reeks van gebeurtenissen.
De voorzienbaarheidsleer legt de nadruk op de handeling waarvan kan worden gezegd dat
deze een gevolg heeft dat naar algemene ervaringsregels voorzienbaar was. Het gaat om de
typische gevolgen van een bepaald handelen. Ook deze causaliteitstheorie kent
tekortkomingen. Er ontstaan problemen als de omstandigheden van het geval zo liggen dat
het toeval een nogal grote rol heeft gespeeld in het optreden van de gevolgen.
Hoofdstuk 3 Opzet en schuld
3.1 Inleiding
Art. 305
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort,
vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Opzettelijk is hier het belangrijkste bestanddeel van de delictsomschrijving. Dit laat de
civielrechtelijke aansprakelijkheid onverlet. Een punt van terminologie: in het onderstaande wordt
verder niet gesproken van 'per ongeluk' maar van 'culpoos' en ook wordt er niet gesproken van
,'schuld' maar van 'culpa'. Als opzet of schuld in de delictsomschrijving is opgenomen (subjectieve
delictsbestanddelen) dan doet het er noodzakelijkerwijs toe met welke intentie de dader gehandeld
heeft.
3.2 Opzet
3.2.1 Inleiding
Opzettelijk handelen betekent: willens en wetens handelen. De dader die opzettelijk handelt, weet
waar hij mee bezig is en hij wil het ook doen. Maar niet in alle gevallen is opzet zo evident. Opzet
kent graduele verschillen. Deze worden hieronder besproken:
3.2.2 Graden van opzet
Opzet met bedoeling
Het nagenoeg enig doel of streven van de dader is het verrichten van de strafbare handeling. Er is
sprake van willens en wetens handelen.
Voorwaardelijk opzet
Van opzet is niet alleen sprake wanneer de dader het doel heeft gehad een bepaalde handeling te
verrichten. Daders zijn soms zo zeer gericht op hun primaire doel, dat zij de aanmerkelijke kans voor
lief nemen dat door hun gedraging ook een ander gevolg zal intreden. Synoniemen hiervan zijn:
opzet met mogelijkheidsbewustzijn en kansopzet.
Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn
De dader heeft een bepaald doel voor ogen, maar hij weet dat het noodzakelijk is een bepaald (niet
primair beoogd) gevolg in het leven te roepen om dat doel te bereiken. Er is geen sprake van slechts
een aanmerkelijke kans. De kans dat het gevolg intreedt is 100%. Er wordt daarom ook wel
gesproken van zekerheidsbewustzijn.
3.2.3 De wijze waarop het opzet in de wet is omschreven
In de meeste delicten waarin opzet een bestanddeel is (opzetdelict), staat het woord 'opzettelijk' in
de delictsomschrijving. Bij mishandeling (art. 300 Sr) wordt het opzet als het ware ingelezen in het
woord mishandeling, men noemt dit wel eens 'ingeblikt' opzet. Er bestaat geen algemene regel
waaruit blijkt of het opzet wel of niet ingelezen kan worden in een delictsbestanddeel.
3.2.4 Opzet en geobjectiveerde delictsbestanddelen
Bij opzetdelicten kan men zich afvragen op welke delictsbestanddelen het opzet allemaal betrekking
heeft. Als hoofdregel geldt dat alle delictsbestanddelen die volgen na het woord 'opzettelijk' hierdoor
worden bestreken en alles ervoor niet. Er bestaan ook delictsbestanddelen waarop, ook als zij pas
volgen na het opzetbestanddeel, het opzet van de dader niet gericht hoeft te zijn. Deze worden
geobjectiveerde delictsbestanddelen genoemd.
3.2.5 Door het gevolg gekwalificeerde delicten
Het is bij opzetdelicten van groot belang te bepalen waar het opzet van de pleger van een strafbaar
feit precies op was gericht. De intentie van de dader kan van grote invloed zijn voor het antwoord op
de vraag welk strafbaar feit er is gepleegd.
3.2.6 Slotopmerking
Het is mogelijk dat een dader opzettelijk handelt, terwijl dit niet verwijtbaar is. Een
ontoerekeningsvatbare kan zeer wel een doodslag of een ander opzetdelict begaan. De rechter stelt
, vast dat de ontoerekeningsvatbare dader opzettelijk een ander van het leven heeft beroofd, maar
dat dit door de strafuitsluitingsgrond 'ontoerekeningsvatbaarheid' niet aan deze dader verzeten kan
worden.
3.3 Culpa
3.3.1 Nogmaals terminologie
Schuld als element = verwijtbaarheid
Van verwijtbaarheid is sprake als van de dader in redelijkheid kon worden gevergd dat hij zich anders
gedroeg dan hij deed. Wie zich in alle redelijkheid kan onthouden van wetsovertreding, moet dat ook
doen. Als de dader de strafwet dan toch overtreedt , kan hem een verwijt worden gemaakt.
Schuld als bestanddeel = culpa
Als het woord 'schuld' in de delictsomschrijving voorkomt, dan betekend schuld niet verwijtbaarheid,
maar culpa.
3.3.2 Inhoud van culpa
Als onvoorzichtigheid van de dader leidt tot een strafbaar gevolg kan er sprake zijn van een culpoos
delict: een strafbaar feit plegen door gebrek aan beleid, door onvoldoende zorg, door gebrek aan
nadenken waar dat eigenlijk nodig was, door onachtzaamheid. Om in een individueel geval te kunnen
vaststellen dat er sprake is van culpa (schuld), moet van de dader gezegd kunnen worden dat hij
onvoorzichtig is geweest. er moet vastgesteld worden dat het feitelijke gedrag onder de concrete
omstandigheden strijdig is met de eisen van zorgvuldigheid. In de strafrechtelijke dogmatiek is het
algemeen aanvaard dat culpa pas aangenomen kan worden als die onvoorzichtigheid de dader te
verwijten valt. Culpa is een sterk normatief begrip: het houdt ook een morele afkeuring van het
onvoorzichtige gedrag in. De pleger van een culpoos delict is, alles afwegende, tekortgeschoten.
Culpa is een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid.
Bij culpoze delicten staat het woord 'wederrechtelijk' niet in de delictsomschrijving. Bij deze delicten
ligt de wederrechtelijkheid echter besloten in het woord 'schuld'. Het feit dat zowel de
verwijtbaarheid als de wederrechtelijkheid deel uitmaakt van de culpa brengt met zich mee dat bij
een culpoos delict de verwijtbaarheid en de wederrechtelijkheid deel uitmaken van de
delictsomschrijving. Beide liggen besloten in het woord 'schuld' uit de delictsomschrijving.
3.3.3 Bewuste en onbewuste culpa
Lichte culpa
Zware culpa
Een belangrijk onderscheid binnen de culpa is dat tussen de bewuste en onbewuste culpa. Het
onderscheidende criterium tussen beide culpavormen is de bewustheid van de onvoorzichtigheid.
Bewuste culpa
De culpoze dader realiseert zich dat hij onvoorzichtig bezig is.
Onbewuste culpa
De wetenschap omtrent de onvoorzichtigheid is niet bij de dader aanwezig.
Een bijzondere vorm van bewuste culpa is de roekeloosheid. Van roekeloosheid is sprake als er een
of meer gedragingen van de dader aanwezig kunnen worden die erop duiden dat door hem
welbewust onaanvaardbare risico's zijn genomen. Bij roekeloosheid zak er sprake moeten zijn van
bewustheid van het risico van ernstige gevolgen, waarbij er op zeer lichtzinnige wijze van wordt
uitgegaan dat deze risico's zich niet zullen realiseren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper quinndejongh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.