Hogeschool van Amsterdam
Maatschappij en Recht
Samenvatting
Observeren en Rapporteren
Titel Observeren en Rapporteren
Auteurs Smadar Celestin-Westreich en Leon-Patrice Celestin
e
Druk 2 editie (2012)
Uitgever Pearson Benelux
ISBN 978-90-430-2380-1
Student Janine Cornelissen
Studie Toegepaste Psychologie VT (2013-2014)
School Hogeschool van Amsterdam
, Samenvatting: Observeren en Rapporteren
Janine Cornelissen
2
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK I: OBSERVEREN, EENVOUDIG… OF TOCH NIET?............................................................................................. 3
Paragraaf 1.1: Observeren in het dagelijks leven ........................................................................................................ 3
Paragraaf 1.2: Maar wat is observeren nu precies? .................................................................................................... 4
Paragraaf 1.3: Vergelijking professioneel en alledaags observeren .......................................................................... 4
HOOFDSTUK II: WWW OBSERVEREN: WAAROM, WANNEER, WAT, HOE .......................................................................... 5
Paragraaf 2.1: Waarom observeren? ............................................................................................................................ 5
Paragraaf 2.2: Wanneer en wat observeren? .............................................................................................................. 5
Paragraaf 2.3: Psychologische eigenschappen, gedrag en observatie ....................................................................... 5
Paragraaf 2.4: Gedragsobservatie op molair niveau ................................................................................................... 6
Paragraaf 2.5: Gedragsobservatie op moleculair niveau ............................................................................................ 6
Paragraaf 2.6: Hoe observeren? Mate van participatie en structuur ........................................................................ 6
HOOFDSTUK III: GEDRAGSOBSERVATIE & HET BREIN: EEN INTIEM TEAM ........................................................................ 8
Paragraaf 3.1: Hoe werkelijk is de werkelijkheid? Selecti viteit en subjectiviteit van de waarneming ................... 8
Paragraaf 3.2: Je brein, een vaardige dirigent… met verborgen talent ..................................................................... 8
Paragraaf 3.3: De visuele waarneming in één oogopslag ........................................................................................... 8
Paragraaf 3.4: Een woordje over het gehoor ............................................................................................................... 9
Paragraaf 3.5: Aandacht voor aandacht ....................................................................................................................... 9
Paragraaf 3.6: Herinner het geheugen ......................................................................................................................... 9
HOOFDSTUK IV: COGNITIEVE EN EMOTIONELE STURING ................................................................................................. 10
Paragraaf 4.1: Gevorderde waarnemingsbewerking ................................................................................................. 10
Paragraaf 4.2: Cognitieve en emotionele bias in de gedragsinterpretaties: effecten en bijsturing ..................... 10
Paragraaf 4.3: Cultuur, het zelf en anderen ............................................................................................................... 13
Paragraaf 4.4: Fundamentele cognitieve en emotionele motieven in de perceptie .............................................. 13
HOOFDSTUK V: HERZIEN: BETROUWBAARHEID EN VALIDITEIT ....................................................................................... 15
Paragraaf 5.1: Betrouwbaarheid, validiteit en observatiefouten ............................................................................ 15
Paragraaf 5.2: Betrouwbaarheid in de observatiepraktijk: vormen en werkwijze ................................................. 15
Paragraaf 5.3: Validiteit in de observatiepraktijk: vormen en werkwijze ............................................................... 16
Paragraaf 5.4: Ethiek en observeren ........................................................................................................................... 16
HOOFDSTUK VI: COGNITIEVE EN EMOTIONELE STURING ................................................................................................. 18
Paragraaf 6.1: Afbakening vooraf: soort observatievraag en vakkennis ................................................................. 18
Paragraaf 6.2: Observatie in zes stappen ................................................................................................................... 18
, Samenvatting: Observeren en Rapporteren
Janine Cornelissen
3
HOOFDSTUK I: OBSERVEREN, EENVOUDIG… OF TOCH NIET?
PARAGRAAF 1.1: OBSERVEREN IN HET DAGELIJKS LEVEN
Observeren doe je om je eigen gedrag en dat van anderen te begrijpen. Van de informatie die je uit observaties haalt, maak je
gebruik om de interacties met je omgeving te sturen.
Je observeert zowel verbaal als non-verbaal gedrag:
Verbaal gedrag omdat alles wat de persoon in woorden uitdrukt (taal)
Non-verbaal gedrag omvat alle signalen die je niet in woorden uitdrukt zoals: gelaatsuitdrukkingen, oogcontact, gebaren
en bewegingen en lichaamshouding.
In dagelijkse interacties observeer je zo met name de overeenkomst (consistentie) dan wel verschil (discrepantie) tussen verbale en
non-verbale signalen. Je wilt er op deze manier achter komen in hoeverre deze signalen overeenkomen met dat wat een persoon
denkt of voelt.
Sommige non-verbale signalen kennen een universele betekenis, zoals deze 7 basisgevoelens:
1. Boosheid
2. Verdriet
3. Vreugde
4. Angst
5. Afkeer
6. Verassing
7. Minachting
Naast maatschappelijke waarden en normen, beïnvloeden ook de eigen persoonlijkheid en ervaring de expressie en de interpretatie
van lichaamstaal en non-verbaal gedrag. Hierdoor kan er sprake zijn van een eerste indruk. Dit zijn de eerste gedachten en gevoelens
die je over iemand vormt op basis van je allereerste waarneming van deze persoon.
Observeren in het dagelijks leven biedt dus niet alleen informatie over anderen, maar ook over jouzelf. Kortom, observatie heeft
meerdere doelen:
1. Over anderen
2. Over relaties en situaties
3. Over jezelf (door voornamelijk zelfobservatie en afgeleide observatie)
Met zelfobservatie bedoelen we de waarneming van je eigen gedrag en innerlijke prikkels zoals gevoelens en gedachten.
Met afgeleide observatie bedoelen we de waarneming van hoe anderen zich tegenover jou verhouden, waaruit jij ‘afleidt’ hoe zij
over jou denken en voelen.
Voortdurend interpreteer je ook je observaties, je verleent meteen betekenis aan dat wat je bij (1) jezelf, (2) bij anderen of (3) tijdens
interacties waarneemt. Dit noem je attributie: automatisch toekennen van betekenis aan en het zoeken naar verklaringen voor het
gedrag van anderen en jezelf.
Belangrijk is om te weten dat er een verschil zit tussen alledaags observeren en professioneel observeren.
Alledaags observeren omvat het voortdurend en ongemerkt waarnemen, verwerken en interpreteren van zintuigelijke
prikkels. Hierdoor heeft alledaags observeren een aantal beperkingen: het is een subjectief en selectief
informatieverwerkingsproces!
Professioneel observeren is het bewust en met doelgerichte aandacht via de zintuigen stimuli in zich opnemen en
verwerken (zie volgende paragraaf voor meer uitleg).
, Samenvatting: Observeren en Rapporteren
Janine Cornelissen
4
PARAGRAAF 1.2: MAAR WAT IS OBSERVEREN NU PRECIES ?
Observeren betekent letterlijk waarnemen. Waarnemen is het opnemen van prikkels via de zintuigen (zicht, gehoor, reuk, tast en
smaak), ook innerlijke gewaarwordingen behoren hiertoe (pijn en jeuk).
Zoals al eerder gezegd is professioneel observeren bewust en met doelgerichte aandacht via de zintuigen stimuli opnemen en
verwerken. Hieronder staan de onderstreepte begrippen kort uitgelegd:
Bewust: niet automatisch, nadenken over
Aandacht: mate van energie, selectie
Zintuigen: je natuurlijke instrumenten
Stimuli: Prikkels, verandering waarop het organisme reageert
Tijdens het observeren neem je waarnemingen in de vorm van prikkels eerst via je zintuigen op. Deze sturen deze prikkels naar je
hersenen waar het brein selecteert, organiseert en interpreteert, ook wel perceptie genoemd. Perceptie is ook wel de werkelijkheid
zoals je hem ziet en interpreteert.
Tijdens observeren is er sprake van zowel selectiviteit als subjectiviteit van de waarneming. Dit houdt het volgende in:
Selectiviteit van de waarneming is dat wat je bewust waarneemt altijd een ongekozen gedeelte is van alle prikkels die je
zintuigen bereiken. Onbewust selecteer je dus de informatie die je tot je wilt nemen. Dit gebeurd volgens de cognitieve
(aandacht en geheugencapaciteit) en emotionele (gemoedstoestand) basiswerking van het brein.
Subjectiviteit van de waarneming is dat de verdere bewerking van de prikkels gebeurt volgens jou eigen referentiekader:
je eigen gebruikelijke denkwijze, voelwijze, ervaringen en herinneringen.
Al de informatie die je waarneemt worden opgeslagen in ons geheugen. We spreken over twee soorten geheugen, namelijk:
Impliciete of niet-declaratieve geheugen: slaat informatie op zonder dat je je daar bewust van bent.
Expliciete of declaratieve geheugen: laat je toe om opgeslagen kennis (zowel onbewust als bewust) weer op te roepen. Let
op: het geheugen is ook onderhevig aan cognitieve en emotionele effecten!
PARAGRAAF 1.3: VERGELIJKING PROFESSIONEEL EN ALLEDAAGS OBSERVEREN
Onderstaand de verschillen en overeenkomsten tussen deze twee vormen van observeren.
Overeenkomsten tussen alledaags en professioneel observeren zijn:
Doel: informatie winnen over mensen, jezelf en situaties
Proces: beiden onderhevig aan vertekeningen (bias, subjectiviteit)
Verschillen tussen alledaags en professioneel observeren zijn:
Doel: betrouwbare en valide informatie te winnen
Methode: zo objectief en wetenschappelijk mogelijk
Rapportage: wat je doet met je observatiegegevens