15 december 2020
Duurzaam participeren
Naam student: R. Veenstra – van Turennout
Studentnummer: 4765516
Opleidingsinstituut: NCOI
Naam opleiding: HBO Bachelor
Bestuurskunde
Naam module: Overheid en omgeving
,Voorwoord
Mijn naam is Renske Veenstra - van Turennout en voor u ligt een tussenevaluatieverslag van de
interactieve beleidsvorming t.a.v. de versnellingsaanpak zon-op-dak bij de gemeente Westerkwartier.
Dit verslag heb ik gemaakt voor de module 'overheid en omgeving' van de bacheloropleiding
Bestuurskunde die ik volg bij de NCOI. Via deze weg wil ik mijn docent Daniëlle de Groot bedanken
voor haar begeleiding bij de totstandkoming van dit verslag. Ook spreek ik mijn dank uit naar Jochem
Pennekamp en Nina Laninga van team duurzaamheid bij de gemeente Westerkwartier voor de
informatie die ik van hen heb mogen ontvangen t.b.v. dit verslag.
,Samenvatting
De gemeente Westerkwartier streeft naar 50% CO2 reductie in 2030 en 100% in 2050 door o.a. in
2030 lokaal 0,35 TWh per jaar aan duurzame elektriciteit op te wekken. Een onderdeel van het beleid
is de versnellingsaanpak zon-op-dak dat voortkomt uit de Visie Hernieuwbare Energie. De
agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsuitvoering, beleidsevaluatie,
terugkoppeling en heroverweging volgen elkaar niet lineair op. Er is er sprake van een iteratief verloop
van de beleidscyclus. Ondanks het feit dat de versnellingsaanpak zon op dak nog ter besluitvorming
moet worden voorgelegd aan het college van B&W, worden er nu al acties uitgevoerd om zon-op-dak
te bevorderen.
Betrokken partijen bij de totstandkoming en uitvoering van de versnellingsaanpak zon-op-dak zijn
burgers, bedrijven, de provincie Groningen, de waterschappen, Enexis (netbeheerder), meerdere
Groningse gemeenten, de Gebiedscoöperatie Westerkwartier, energieleveranciers, schoolbesturen,
woningbouwverenigingen, belangenorganisaties, de Omgevingsdienst Groningen, dorpsinitiatieven,
energiecoöperaties, de Groninger Energiekoepel (GrEK), Woonweter Westerkwartier,
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVn), de Klimaatmonitor en het team duurzaamheid
van de gemeente. Redenen voor de gemeente om interactief beleid toe te passen zijn: 'inhoudelijke
verrijking, hogere ambities mogelijk maken, een beter beleidsproces, bevorderen van samenwerking,
vergroten van draagvlak, bevorderen van democratie en het blootleggen van tekortkomingen.'
Voor de versnellingsaanpak zon-op-dak wordt gebruik gemaakt van de faciliterende bestuursstijl. Dit
komt voort uit het besef dat de gemeente haar klimaatdoelen niet kan bereiken zonder de inwoners.
Aan de zes voorwaarden van interactief beleid wordt als volgt voldaan:
Openheid: De gemeente staat open voor nieuwe ideeën en er is sprake van wederzijdse
transparantie in het delen van informatie tussen de gemeente en betrokken actoren;
Rolverdeling: Er is sprake van een samenwerkings- en overlegcultuur waarbij het voor
participanten duidelijk is dat niet elk idee kan worden gerealiseerd;
Beoogd doel: De betrokken partijen voelen de urgentie om zon-op-dak te realiseren. Dit blijkt
o.a. uit het grote aantal energiecoöperaties;
Relatie participanten/bestuurder: Er is op energiegebied wel scepsis onder burgers, maar dat
richt zich met name op het gasdossier waar de gemeente geen partij in is;
Problematiek: Het onderwerp is niet sterk gepolitiseerd en er zijn geen grote
belangenconflicten;
Faciliteiten: In sommige gevallen wordt zon-op-dak gerealiseerd vanuit subsidies, maar er zijn
ook potjes buiten de gemeente om zon-op-dak te realiseren.
In de toekomst zal de versnellingsaanpak zon-op-dak aan de hand van de criteria representativiteit,
conformiteit aan de klimaatambitie en het daadwerkelijk gerealiseerde vermogen worden geëvalueerd.
Ook in de Belgische gemeente Waasland wordt de urgentie om te verduurzamen gevoeld. Om die
reden heeft de gemeente Waasland het in 2008 gelanceerde Burgermeestersconvenant van de
Europese Commissie ondertekend. Het klimaatplan voor negen gemeenten waaronder de gemeente
Waasland is tot stand gekomen in de interactie tussen: 'burgers, pioniers, gemeentelijke overheden
en een stuurgroep'. In totaal zijn daarvoor 55 inspraak- en 39 overlegmomenten georganiseerd.
Enkele aanbevelingen voor de gemeente inzake de versnellingsaanpak zon-op-dak en het interactieve
beleidsvormingsproces zijn:
Onderzoek samen met stakeholders op het gebied van armoedebeleid de mogelijkheid om
klimaatarmoede onder burgers tegen te gaan;
Evalueer de representativiteit van het interactieve proces a.d.h.v. de criteria: 'complexiteit,
dynamiek, ernst, geheimhouding, herkenbaarheid, innovatiebehoefte, prioriteit, politisering,
pluraliteit, omkeerbaarheid, schaal, urgentie en kennisniveau;
Onderzoek de voordelen van deelname aan het Burgermeestersconvenant van de Europese
Commissie.
, Inhoudsopgave
Voorwoord.............................................................................................................................................. 1
Samenvatting.......................................................................................................................................... 2
Inhoudsopgave....................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1: Beschrijving van de beleidssituatie....................................................................................4
1.1: Inleiding........................................................................................................................................ 4
1.2: Het verloop van de beleidscyclus.................................................................................................4
1.3: De betrokken partijen en hun rol.................................................................................................. 5
1.4: Het doel van de interactieve aanpak............................................................................................ 6
Hoofdstuk 2: Gehanteerde bestuursstijl.................................................................................................. 7
2.1: Toepassing van de participatieladder........................................................................................... 7
2.2: Voorwaarden om interactief beleid te laten slagen.......................................................................7
2.2.1: Openheid............................................................................................................................... 7
2.2.2: Een duidelijke rolverdeling tussen participanten en bestuurders...........................................7
2.2.3: Beoogd doel van het interactieve beleid................................................................................8
2.2.4: Een goede relatie tussen participanten en bestuurder...........................................................8
2.2.5: Problematiek die zich leent voor participatie..........................................................................8
2.2.6: Voldoende faciliteiten............................................................................................................. 8
2.3: Aansluiting bij de beleidssituatie.................................................................................................. 8
Hoofdstuk 3: Burgerparticipatie in het buitenland...................................................................................9
Hoofdstuk 4: Conclusies en aanbevelingen.......................................................................................... 10
Literatuurlijst......................................................................................................................................... 11