Samenvatting arbeidsrecht
Week 1 hoofdstuk 1,2 en 3
Bronnen
• De wet:
o BW (let op: gelaagd structuur) titel 10 van boek 7 is speciaal, maar blijft een
overeenkomst dus boek 3 en 6 nog steeds van toepassing.
o Overige: arbeidstijdenwet, Wet minimumloon en minimum vakantietoeslag WMM,
Algemene wet gelijke behandeling AWGB en de Arbeidsomstandighedenwet
Arbowet
o Wet op de CAO en individuele CAO’s (collectieve arbeidsovereenkomst).
• Jurisprudentie
• Verdragen: EU-richtlijnen
Waarom arbeidsrecht?
Beschermingsgedachten van de werknemer. Om de werknemer te beschermen zijn en er veel
dwingend rechtelijke bepalingen opgenomen.
Gradaties:
• Dwingend recht:
o Afwijkingen ten nadelen van de werknemer is nietig/vernietigbaar (o.a. art. 7:652 lid
1 BW jo lid 8).
• Driekwart dwingend:
o Afwijking ten nadelen van de werknemers is alleen toegestaan CAO (o.a. art. 7:672
leden 7 BW).
Kenmerken arbeidsovereenkomst
Artikel 7:610 BW noemt de kenmerken van de arbeidsovereenkomst
A). De werknemer verbindt zich persoonlijk arbeid te verrichten;
B). Tegen loon;
C). In dienst van de andere partij, de werkgever (gezagsverhouding).
Verplicht persoonlijk arbeid te verrichten (art. 7:610 BW)
De werknemer is verplicht zelf de arbeid te verrichten. Hij mag het werk niet aan een ander overlaten
(art. 7:659 BW).
Tegen loon (art. 7:616 BW)
Bij een arbeidsovereenkomst hoort een loonafspraak. De benaming van de tegenprestatie is niet
bepalend. Onder loon in de van art. 7:624 BW wordt verstaan de vergoeding die de werkgever is
verschuldigd voor de bedongen arbeid. Fooien vallen niet daarom niet onder dit begrip. Ook
onkostenvergoeding is geen loon.
In dienst van de andere partij, de gezagsverhouding.
De gezagsverhouding is het meest onderscheidende, maar tevens lastigste kenmerk van de
arbeidsovereenkomst. Relevant is of de werkgever de bevoegdheid heeft de werknemer bij de
uitvoering van het werk instructies te geven. Het is niet noodzakelijk dat de werkgever van deze
bevoegdheid ook daadwerkelijk gebruikmaakt. Het feit dat een werknemer bij de uitvoering van zijn
1
,werkzaamheden een grote mate van vrijheid heeft of zelfs als medebeslisser optreedt, hoeft niet in
de weg te staan aan het aannemen van een arbeidsovereenkomst.
Wettelijke vermoedens arbeidsovereenkomst
• Art. 7:610a BW : inzake het bestaan van een arbeidsovereenkomst
• Art. 7:610b BW : inzake de omvang van een arbeidsovereenkomst (hoeveel uren?) zie je vaak
bij oproepcontracten en bij ziekte vaak een discussie oplevert.
• Zekere tijd (art. 7:610a en b BW rechtsvermoedens)
Art. 7:610a BW geeft een rechtsvermoeden voor het geval dat de aard van de overeenkomst
onduidelijk is of als onduidelijk is wat werkgever en werknemer bij het sluiten van de overeenkomst
voor ogen stond. Volgens art. 7:610a BW wordt ‘vermoed’ dat er sprake is van een
arbeidsovereenkomst als iemand tegen beloning voor een ander gedurende drie opeenvolgende
maanden wekelijks, of voor ten minste 20 uur per maand arbeid verricht. Is aan de criteria van artikel
7:610a BW voldaan, dan wordt als uitgangspunt genomen dat er sprake is van een
arbeidsovereenkomst.
Voorbeeld art. 7:610b BW: je hebt drie maanden lang 10 uur per week gewerkt vervolgens wordt je
in de vierde maand slechts 3 uur per week ingeroosterd en in contract staat niet duidelijk wat jouw
uren zijn, dan beroep op art. 7:610b BW want jouw omvang van arbeid is 10 uur per week en geen 3.
Tenzij sprake is van geen representatieve periode bijvoorbeeld bij oproepstewardess KLM van de
uren over de drie maanden juni, juli en augustus.
Varianten arbeidsovereenkomst
Onbepaalde tijd
Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is een arbeidsovereenkomst waar geen einddatum
aan is gekoppeld. Het is de ‘standaard’ arbeidsovereenkomst: alle andere vormen zijn uitzonderingen
op de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Het grote verschil met de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is dat bij de arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde tijd een einde moet worden gemaakt aan de overeenkomst door bijvoorbeeld
opzegging of ontbinding, terwijl bij de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geen opzegging
noodzakelijk is: er komt automatisch een einde aan nadat de bepaalde tijd (vaak een jaar) is
afgelopen (en er niet automatisch een nieuwe arbeidsovereenkomst ontstaat doordat de werknemer
gewoon doorwerkt) Stilzwijgende voortzetting (art. 7: 668 lid 4 BW).
Bepaalde tijd
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd loopt van rechtswege af op het moment dat de
overeengekomen periode verstrijkt en kan in beginsel tweemaal worden verlengd (art. 7:667 BW).
De overeenkomst hoeft niet worden opgezegd, tenzij dat schriftelijk is overeengekomen. Is de
overeenkomst voor zes maanden of langer aangegaan, dan is de werkgever verplicht om de
werknemer uiterlijk een maand voor het einde van rechtswege schriftelijk te informeren over het al
dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst en over de voorwaarden waaronder hij de
overeenkomst eventueel wil voorzetten (art. 7:668 lid 1 BW). Een proeftijd kan alleen rechtsgeldig
overeengekomen worden in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die is aangegaan voor
langer dan zes maanden of voor een periode die niet kalendermatig kan worden bepaald,
bijvoorbeeld voor de duur van een bepaald project.
2
,Oproepcontracten
Wat is een oproepovereenkomst?
Met ingang van 1 januari 2020 is in artikel 7:628a BW een definitie van de oproepovereenkomst
opgenomen. Van een oproepovereenkomst is sprake wanneer:
• De arbeidsomvang niet of niet als één aantal uren per week of per maand is vastgelegd;
• De arbeidsomvang als één aantal uren per een langere periode dan een maand is vastgelegd
en er geen sprake is van gelijke maandelijkse beloning; of
• Contractueel bepaald is dat de werknemer geen aanspraak heeft op loon wanneer hij niet
werkt (art. 7:628 en art. 7:691 BW).
Het gaat bij een oproepovereenkomst om een flexibele vorm van arbeid. Als oproepkracht heeft de
werknemer in principe geen vaste werktijden, maar gaat hij pas aan het werk wanneer hij wordt
opgeroepen. De oproepovereenkomst is een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW, zij
het dat sprake is van een uitgestelde prestatieplicht. De oproepovereenkomst kan zowel voor
bepaalde tijd als voor onbepaalde tijd worden aangegaan. In het eerste geval eindigt de
oproepovereenkomst van rechtswege door het verstrijken van de tijd waarvoor zij is aangegaan. In
het laatste geval heeft de oproepkracht reguliere ontslagbescherming.
Voorovereenkomsten
De voorovereenkomst is als zodanig geen arbeidsovereenkomst, maar een overeenkomst waarin
wordt geregeld onder welke voorwaarden partijen te zijner tijd één of meer arbeidsovereenkomsten
aangaan. Bij de voorovereenkomst bestaat er meer vrijheid om al dan niet werk aan te bieden of te
accepteren. Uitgangspunt bij een voorovereenkomst is dus vrijblijvendheid. In de voorovereenkomst
kunnen afspraken staan over bijvoorbeeld het loon en de functieomschrijving.
Uitzendovereenkomst
De uitzendovereenkomst is een arbeidsovereenkomst tussen werkgever (veelal een uitzendbureau)
en de werknemer (de uitzendkracht), waarbij de werkgever de werknemer ter beschikking stelt aan
een derde (de inlener). De uitzendkracht (werknemer) werkt onder toezicht en leiding van de inlener.
De overeenkomst is gedefinieerd in de art. 6:690 BW. Wil er sprake zijn van een
uitzendovereenkomst, dan moet de uitlener (uitzendbureau) in de uitoefening van een beroep of
bedrijf arbeidskrachten ter beschikkingstellen aan derden, op grond van een tussen de werkgever en
derde bestaande overeenkomst van opdracht.
3
, Payrolling
Onder payrolling wordt de driehoeksverhouding verstaan, waarbij de payrollonderneming een
arbeidsovereenkomst sluit met een werknemer om die werknemer vervolgens ter beschikking te
stellen aan een derde diens toezicht en leiding werkzaam te zijn. Bij payrolling geeft een bedrijf de
verantwoordelijkheid voor zijn werkgeverschap uit handen en komt het personeel (de werknemers)
in dienst van een payrollingonderneming. Het verschil tussen een payrollingonderneming en een
uitzendbureau is dat in geval van payrolling het inlenende bedrijf zelf de werving en selectie verzorgt.
Juist hierdoor werd in de literatuur de stelling verdedigd dat hier niet zozeer sprake is van een
(bijzondere vorm van een) uitzendovereenkomst, maar van een arbeidsovereenkomst tussen
werknemer en de inlenende derde. Die derde heeft het formele werkgeverschap weliswaar
uitbesteed aan de payrollingonderneming, maar treedt materieel als werkgever op.
Enige bijzondere arbeidsverhoudingen
Statuatair bestuurder
De statutair bestuurder wordt benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders (ava),
zie art. 2:132 BW voor de naamloze vennootschap en art. 2:242 BW voor de besloten vennootschap.
Er moet sprake zijn van een rechtsgeldige benoemingsbesluit.
Grensoverschrijdende arbeidsovereenkomst
Is de werkgever in Nederland gevestigd en is de werknemer in Nederland werkzaam, dan is het
Nederlandse arbeidsrecht volledig van toepassing, tenzij partijen daarvan zijn afgeweken. Wanneer
een Nederlandse werkgever een werknemer in een ander land laat werken of wanneer een
werknemer in dienst is van een buitenlands bedrijf in Nederland, werkzaam is, kunnen bepalingen
van Nederlands recht (deels) wijken. We spreken dan van een grensoverschrijdende
arbeidsovereenkomst.
De arbeidsovereenkomst met een de AOW-gerechtigde
Werknemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt zijn van oudsher uitgesloten van de
werknemersverzekeringen (WW, ZW en WIA) en over hun salaris hoeven dan ook voor die
verzekeringen geen premies te worden afgedragen, de reden voor deze uitsluiting is gelegen in de
gedachte dat zij een AOW-uitkering ontvangen en doorgaans een aanvullend pensioen.
Deeltijd huishoudelijk personeel
Deeltijd huishoudelijk personeel, zoals alfahulpen (huishoudelijke hulp) en werksters, maar ook
zorgverleners die op een persoonsgebonden budget bij particulieren werken, zijn op grond van de
Regeling dienstverlening aan huis van belangrijke onderdelen van de bescherming van het
arbeidsrecht en de sociale zekerheid uitgesloten, zolang zij minder dan vier dagen per week bij een
werkgever in dienst zijn.
Wetten die invloeden hebben op de arbeidsovereenkomst
Internationaal en Europees arbeidsrecht
De invloed van internationale normen en van het Europese recht wordt gemakkelijk onderschat. Via
verschillende instrumenten, zoals verdragen, verordeningen en richtlijnen, werken internationale
normen door in het Nederlandse arbeidsrecht. Het gaat hierbij onder meer om normen die
betrekking hebben op vakbondsvrijheid, vrij verkeer van werknemers, verbod van discriminatie,
collectief ontslag, arbeidstijden en- omstandigheden, het recht op jaarlijkse vakantie, stakingsrecht
en medezeggenschap van werknemers. Het internationale en Europese arbeidsrecht stelt
minimumnormen. Deze normen laten nationale bepalingen toe die voor werknemers gunstiger zijn.
4