Samenvatting bestuursrecht
Periode 2
De belangrijkste procedure ter beslechting van bestuursrechtelijke geschillen zijn bezwaar en
beroep tegen besluiten van bo’s.
- Beroep is per definitie gericht op vernietiging, art. 8:1 Awb.
- Beroep is pas mogelijk nadat een bezwaarprocedure is doorlopen
- Het uitgangspunt is dat de bestuursrechter alleen oordeelt over besluiten
Een beroep kan worden beschouwd als een verzoek een besluit te vernietigen.
Bestuursrechtelijke procedures Geldt als hoofdregel dat tegen een besluit beroep
openstaat bij 1 van de 11 rechtbanken.
- Hoger beroep dient, al de aard van het besluit waar het geschil over gaat, te worden
ingesteld bij:
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
de Centrale Raad van Beroep
het College van Beroep van het bedrijfsleven, CBB
1 van de 4 gerechtshoven
De belangrijkste informele rechtseenheidsvoorziening is de Commissie rechtseenheid
bestuursrecht.
- Zitten leden in van de 4 hoogste bestuursrechters zitting hebben
- Vergadert elke 6 weken
- Doel = om de jurisprudentie van de verschillende colleges op elkaar af te stemmen
De grote kamer, art 8:10a lid 4 Awb, bestaat uit 5 leden
De conclusie, art 8:12a Awb, betekent dat niet is gekozen voor een OM (advocaat-generaal)
voor bestuursrechtelijke zaken, bij elk van deze drie hoogste bestuursrechtelijke
rechtscolleges apart, of gemeenschappelijk, met als bijzondere taak de advisering over de
rechtsvorming en rechtseenheid
Klachtenprocedure, dat iemand die niet tevreden is over hoe de overheid zich ten opzichte
van hem heeft gedragen, maar geen bezwaar of beroep kan instellen, toch de mogelijkheid
heeft zijn ongenoegen bij het betreffende bestuursorgaan aan te kaarten en desgewenst aan
een onafhankelijke instantie voor te leggen.
Bij de invoering van de Awb is een keuze gemaakt voor individuele rechtsbescherming als
primair doel van het bestuursprocesrecht.
De rechtsbescherming is naar huidige opvatting beperkt tot individuele rechtsbescherming.
Het bestuursprocesrecht heeft een hybride karakter, waarin zeker ook nog karakteristieken
van handhaving van het objectieve recht te herkennen zijn.
De rechter is mede belast met een doelmatige controle op het naleven door de overheid van
Europeesrechtelijke voorschriften.
- De inrichting van het bestuursprocesrecht wordt dus primair overgelaten aan de
nationale lidstaten
, - Het nationale procesrecht moet voldoen aan het beginsel van effectieve
rechtsbescherming gelijkwaardigheidsbeginsel & doeltreffendheidbeginsel, art 6
jo 13 EVRM en art 47 EU-Grondrechtenhandvest.
Geschilbeslechting is meer gericht op de definitieve beëindiging van een conflict, te weten
wat partijen achter het besluit verdeeld houdt.
- De Awb-wetgever heeft van meet af aan voor gepleit dat geschillen zo veel mogelijk
materieel worden opgelost
- Art. 8:41a Awb
Nevenfuncties van de individuele rechtsbescherming:
1. Adequaat rechtsbeschermingsstelsel ten goede komen aan de legitimiteit van de
overheid
2. Ten goede komt aan de kwaliteit van het bestuur
3. Rechtspraak heeft tevens het bevorderen van de rechtsontwikkeling en de
rechtseenheid tot taak.
De reikwijdte van het begrip burgerlijke rechten en verplichtingen is niet volstrekt duidelijk.
Beginselen van het stelsel van rechtsbescherming:
a. Er moet gelegenheid zijn tot het instellen van beroep bij een onafhankelijk en
onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld, art 6 lid 1 EVRM onderscheid in
rechtspositionele en functionele waarborgen
b. Aan rechtspraak moet een bestuurlijke heroverweging voorafgaan, art. 7:1 Awb
c. Er moet rechtspraak in twee feitelijke instanties bestaan
d. De rechtsbescherming moet toegankelijk zijn
e. Zowel de rechtseenheid als de rechtsontwikkeling moeten worden gewaarborgd
f. De rechtsbescherming moet effectief en tijdig zijn
g. De rechtsbescherming moet efficiënt zijn
Een aantal beginselen die op de afzonderlijke rechtsbeschermingsprocedures van toepassing
zijn:
a. Onpartijdigheid, impliceert dat degene die over de zaak oordeelt, daar geen eigen
belang bij heeft, niet vooringenomen is en overigens in onbevangenheid en vrijheid
zijn eigen oordeel over de zaak kan vormen
b. Ongelijkheidscompensatie, komt erop neer dat degene die over de zaak oordeelt,
rekening moet houden met verschillen tussen de machtsposities van partijen
c. Hoor en wederhoor, heeft meer dan beide voorgaande beginselen betrekking op het
verloop van de procedure
d. Op grond van dit beginsel dient in ieder geval het onderzoek ter zitting openbaar te
zijn, art. 121 GW
e. Openbare en gemotiveerde uitspraak, betekent dat de uitspraak in het openbaar
moet worden gedaan, art. 8:78 Awb
f. Tijdige behandeling, houdt de eis dat binnen een redelijke termijn een beslissing in
de zaak wordt genomen.
Verschil ongelijkheidscompensatie bestuursprocesrecht en burgerlijk procesrecht:
- Heeft te maken met het idee dat het in het bestuursrecht om verticale
rechtsbetrekkingen gaat, tussen bestuursorgaan dat over veel machtsmiddelen
beschikt, en een individuele burger die tegen zijn wil in een betrekking met het
bestuursorgaan geplaatst kan worden, een dergelijke middelen dan niet tot zijn
beschikking heeft.
Omvang van het geding zijn de aangevoerde gronden bepalend, art. 8:69 lid 1 Awb.