Europees recht week 4
Europese Interne/gemeenschappelijke markt
Verdrag van Rome was een vrijhandelsakkoord, Maar de regels van de interne
markt waren bijzonder.
Betekenis
Artikel 26 lid 2 van het VWEU geeft de betekenis van de interne markt. Hierin liggen
ook de 4 vrijheden: goederen, personen, diensten en kapitaal.
Betekenis van het Hof: ziet op de afschaffing van alle belemmeringen van het
intracommunautaire handelsverkeer, ten einde de nationale markten te verenigen
tot een enkel markt die de omstandigheden van een binnenlandse markt
zoveel mogelijk benaderd.
Het is van belang dat de voordelen van deze markt behalve aan de handel, ook aan
particulieren ten goede komen ingeval zij grens overschrijden de transacties. (zaak
schul, r.o. 33)
Goederen volgens het hof van justitie: alle producten die voorwerp kunnen zijn van
commerciele handelstransacties.
Drugs of andere producten waarin in een lidstaat geen legale handel mogelijk is en
die door een lidstaat volledig in de strafrechtelijke sfeer zijn betrokken zijn geen
goederen in deze zin
Personen volgens het hof van justitie: Vrij verkeer van economisch niet actieve eu
burgers en ook het verkeer van derdelanders op grond van secundaire recht.
> Vrijheid voor werknemers (45-48)
> vrijheid voor zelfstandigen of bedrijven, de vrijheid van vestiging (49-55)
Werknemers: Wie dat zijn is afhankelijk van het unierecht, en niet van het recht van
de lidstaten. je kijkt naar de vragen: wanneer is er sprake van betrekking en wanneer
is er sprake van loondienst
het hof definieert het volgende: een werknemer is een onderdaan van een lidstaat
die in een andere lidstaat gedurende een bepaalde tijd en onder leiding van een
andere werkzaamheden verricht en daarvoor een beloning krijg.
Vestiging: het gaat om beroepsuitoefening door zelfstandigen , door bedrijven,
rechtspersonen
Diensten volgens het hof van justitie : De diensten omvatten met name
werkzaamheden van industriële aard, commerciële aard, van het ambacht, van de
vrije beroepen.
Dienstenverkeer moet als restvrijheid worden beschouwd en welke gewoonlijk tegen
vergoeding worden verricht, het gaat dus om commerciële dienstverlening (politie en
rechtspraak vallen er niet onder)
Bij diensten gaat het in wezen om transacties in onzichtbare en niet materiele
goederen (diensten kun je niet uit je handen laten vallen)
,Kapitaalverkeer volgens het hof van justitie: het betreft financiele transacties die
geen tegenprestatie vormen maar op belegging of investering zijn gericht.
Het hof gaat ervanuit dat als een investeerder zodanige invloed op de besluiten van
het bedrijf kan uitoefenen dat hij de activiteiten ervan kan bepalen, er sprake is van
vestiging. Heeft die investeerder die invloed niet dan is er sprake van kapitaal
Openbare orde is van toepassing op al deze vrijheden
Wat maakt de Europese interne markt bijzonder? (4 elementen)
1. De markt wordt beschermd door gemeenschappelijke buitengrenzen zoals
douane-unie (zelfde in/uitvoerrechten ten opzichte van derde landen > art
30 /110 vweu.)
2. De marktintegratie is heel breed, het ziet niet alleen in op vrij verkeer van
goederen maar alle 4. Daarbovenop nog mededingingsregels (De
ondernemingen die actief zijn op die markt niet de mededinging op die markt
verstoren) Art 101/102 VWEU. (Verplichtingen voor particulieren)
3. De marktintegratie is zeer diep, niet alleen negatieve integratie maar ook
positieve om handelsbelemmeringen weg te nemen. Om 1 norm te maken
zodat goederen vrij verhandelt kunnen worden.
Interpretatie van het HvJ> art 34 VWEU bijv.
4. Het rechtskarakter van de regels van de interne markt is ook heel bijzonder
omdat de doorwerking (rechtstreekse werking) en in hoeveelheid van regels
van de interne markt doorwerkt in rechtsorders. Hierdoor kunnen zij niet
zomaar opzijgeschoven worden.
Verbod van discriminatie
Het vrije verkeer bestaat uit een verbod van discriminatie op grond van nationaliteit.
Art 18 Wv.
Openlijke vormen van discriminatie obv nationaliteit komen nog maar zelden voor.
De lidstaten weten dat het maken van onderscheid op grond van nationaliteit prima
facie onrechtmatig is. In plaats daarvan zien we vaker dat het onderscheid niet in
formele zin gemaakt wordt op basis van nationaliteit criterium, maar op basis van het
criterium dat wel tot gevolg heeft met name de buitenlandse markt deelnemer door
die wetgeving wordt benadeeld > verkapte, indirecte of materiele discriminatie
Ook valt onder discriminatie verbod het verbod om ongelijke gevallen gelijk te
behandelen.
Verbod van belemmering
In beginsel zijn alle belemmeringen verboden, niet alleen de discriminerende. Niet
het tegengaan van protectionisme maar het realiseren van een geïntegreerde markt
waarbij alle hinderpalen bij de toegang tot die markt behoren te worden opgeruimd,
is voor de belemmings verbod uitgangspunt.
,Tarifaire belemmeringen (bij het vrij verkeer van goederen)
Tarifaire maatregelen zijn maatregelen van geldelijke aard (belastingen) waardoor
handelsbelemmeringen ontstaan tussen lidstaten. Art 30/110 VWEU
Non-Tarifaire maatregelen zijn handelingen van niet geldelijke aard dus niet fiscale
aard dus ook handelsbelemmeringen kunnen opleveren. Art 34 (invoer) 35 (uitvoer)
36 (uitzondering) VWEU
Geen horizontale/rechtstreekse werking van deze bepalingen: alleen van
toepassing op doen/nalaten van de overheid. Dan zijn de mededingingsrechten
van toepassing.
Anders bij vrij verkeer van werknemers (bosman arrest)
Art 30 VWEU: 2 soorten heffingen verboden. Van gend en loos arrest: hoger
invoerrecht betalen. (destijds art 12 EEG)
Het verbod van dit artikel is absoluut (geen uitzonderingen op mogelijk): lidstaten
mogen niet zeggen. Is dus een verbod
Heffing van gelijke werking volgens het HvJ> (sociaal fonds diamantarbeiders zaak)
- Vorm irrelevant (ook doel niet belangrijk) NIET
- Hoogte heffing irrelevant NIET
- Eenzijdig opgelegde last (geen wederprestatie) WEL
- Opgelegd wegens grensoverschrijding WEL
Art 110 VWEU: Verbied enkel discriminerende belastingen. Dus je mag als Lidstaat
wel belastingen heffen op producten alleen mogen deze niet discriminerend zijn
2 vormen
Hogere belasting op ingevoerde gelijksoortige product (heel absoluut)
Niet belasting invoeren die binnenlands product beschermd (concurrent)
(iets meer vrijheid)
Lidstaten mogen hier wel onderscheid maken tussen hun producten in hun
belastingen als dit op grond is van objectieve criteria en dus niet op de oorsprong
van en product. (zaak outokumpu oy r.o. 30-33)
Binnenlandse belastingen worden op zowel ingevoerde als binnenlands
geproduceerde goederen geheven
Lidstaten zijn vrij om aan de hand van objectieve criteria, zoals de aarde van de
gebruikte grondstoffen, voor bepaalde producten zelfs al zijn zij gelijksoortig in de zin
van artikel 110 , verschillende belastingtarieven te hanteren.
Een binnenlandse belasting (artikel 110 VWEU) een gedifferentieerd tarief op zich
wel mogelijk maakt, mits op objectieve gronden en zonder buitenlandse energie te
discrimineren, zie Outokumpu, r.o. 31 en 34
, Verschil van bovenstaande artikelen:
- Het is altijd op het ene artikel of het andere artikel (dus niet cumulatief)
- Art 110 van toepassing als een heffing deel uitmaakt van een algemeen
stelsel van binnenlandse zaken
- Als de heffing alleen wordt geheven wegens grensoverschrijding, alleen dan
kijk je naar Art 30
Non-Tarifaire belemmeringen
Art 34 VWEU, invoer van goederen (gebeurd veel vaker dan uitvoer)
Art 35 VWEU, uitvoer van goederen (minder gewicht, interpretatie van dit artikel is
ook mindr groot door HvJ)
Discriminerende maatregelen aan de grens.
Om te verbieden dat lidstaten hun eigen industrie proberen te beschermen Door
concurrerende producten van andere lidstaten van de markt te weren
(protectionilalistisch)
Art 36 VWEU, verdragsuitzonderingn van art 34/35 (alleen voor die 2 artikelen) dus
bijv niet bij vrij verkeer van diensten, alleen bij goederen
Publieke rechtvaardigingsgronden
Kwantitatieve in-Uitvoer beperkingen
Maatregelen die de invoer, uitvoer of doorvoer geheel of ten dele beletten (zaak
geddo)
Gaat dus over de kwantiteit, je zet een limiet op het aantal goederen dat mag
worden ingevoerd van 1 lidstaat naar een andere staat. Of geheel beletten, de
kwantiteit wordt dan op 0 gezet. Of maatregelen die dezelfde werking hebben.
Ze zijn altijd discriminerend, want Het gaat enkel om de invoering, er wordt dan een
kwantiteit op de invoer gezet. Het belemmerd dus. Ziet ertoe om binnenlandse
industrie te beschermen (het idee achter het verbod)
Maatregel die dezelfde werking heeft als kwantitatieve invoer beperkingen>
Zaak Dassonville (zonder echtheid certificaat) verplicht stellen aan certificaat: dat
zou zon zelfde maatregel zijn
Voorwaarden voor maatregel die gelijk staat aan kwantitatieve
invoerbeperkingen volgens het HvJ: Dassonville formule
- Iedere handels regeling der lidstaten (al het doen en (na)laten van de lokale
overheid) > spaanse aarbeiden
- Al dan niet rechtstreeks (niet alleen maatregelen die aan d grens worden
genomen) > reinheitsgebot.