Hoofdstuk 2 – onderzoeksmethoden SP
SP = sociale psychologie
Sociale psychologie is …
Sociale cognitie (gevoel/gedachte) en gedrag van jezelf in wisselwerking met sociaal
gedrag van anderen (wat wordt bekeken als universeel voor/van alle mensen): sociale
beïnvloeding. Er zijn veel effecten en theorieën, alles heeft een doel/functie.
Bystander effect
Grotere groep om situatie, kleinere kans dat iemand ingrijpt. Men wil niet opvallen,
kopieert andermans gedrag of evalueert dat er wsl niks aan de hand is.
Oplossing: vraag hulp, geef iemand gerichte opdracht om verantwoordelijkheids-gevoel te
geven.
Weiners attributie; arm zijn wordt niet als eigen verantwoordelijkheid gezien, laag
opgeleid zijn wel
Massagedrag
Sociale- en groepsidentiteit is belangrijk in voorspelling van wel/niet vertonen van
massagedrag.
➢ Beweegredenen: efficacy/macht (brengt het iets op, is het effectief) en
legimiteit/rechtvaardigheid (gevoel dat het (on)rechtvaardig is)
___________________________________________________________________
Cross-culturele psychologie is …
Kijken naar verschillen in culturen
Culturele psychologie; invloed van cultuur op psychologisch proces/gedrag bekijken
Cultuur: gewoonten, gebruiken/tradities/rituelen, normen/regels en organisatie van
samenleving. Het gaat om het doorgeven van aangeleerde betekenissen door generaties.
Culturele proces - > cultuur is terug te brengen naar omgeving/levensomstandigheden. Het is
een traag proces en niet rationeel; we vinden cultuur belangrijk, het is vanzelfsprekend.
ecologische context bepaald hoe men gaat overleven
(klimaat, landschap)
intuïties vorm van overleven
(jacht, landbouw, mijnbouw)
sociale gebruiken
(familiestructuur, groepsrelaties))
sociale processen
(opvoeding, scholing, werk)
psychologische uitkomsten cultuur. redenen van hoe/wat gedaan
(waarden, overtuiging, gedrag) wordt kunnen vervagen
, Ecologische context – Van de Vliert
Cultuur kan reactie zijn op uitdagingen/bedreigingen uit omgeving
• Afwijkingen ideale temperatuur zijn bedreigend voor de mens
• Meer geld/resources zorgt voor beter om kunnen gaan met dreiging
3 soorten culturen
1. Survival cultures (hard klimaat/armoede)
- Ongelukkig, belang bij fysieke zekerheid, werken voor geld, wantrouwen
2. Zelfexpressie cultuur (hard klimaat/rijk(er))
- Gelukkig, werk voor plezier/jezelf, belang bij kwaliteit van leven, tolerantie/vertrouwen
3. Easygoing cultuur (mild klimaat/arm of rijk)
- Gemiddeld, traditioneel en religieus
Cultuur meten (om te vergelijken) – Hofstede
➢ Attitudes, waarden en overtuigingen bepalen dagelijks leven
1. Machtsafstand; mogen er machtsverschillen zijn
2. Individualisme/collectivisme; gaat het om individu of relaties met anderen en de groep
3. Masculiniteit/femininiteit; hebben man en vrouw verschillende sociale rol
4. Onzekerheidsvermijding; is onzekerheid bedreigend, worden risico’s vermeden
5. Lange/korte termijn oriëntatie; doelen op korte termijn verwezenlijken of uitgestelde
bevrediging (delayed gratificatio)
NL
1. Niet veel afstand
2. Erg hoge individualisme
3. Erg gelijke rollen – gelijkheid
4. Beetje onzekerheid vermijden
5. Iets meer lange termijn
Meest sociale psychologische kennis van WEIRD
- White Educated Industrialized Richt Democratic. Maar ook dit is een uitzondering tov
andere landen, dus niet eens volledig/general
Onderzoek
SP is theorie gedreven, wat bestaat uit concepten en aannames over verbanden
(operationaliseer variabelen).
Operationalisatie: theoretisch construct wordt omgezet tot meetbaar/
manipuleerbaar
- Sociale neurowetenschappen; al het menselijk gedrag wordt biologisch in werking
gesteld
- SP test theorieën tegen bewijs met wetenschappelijke methoden, door observatie
van echte gebeurtenissen of ongelijkheden tussen voorgaande onderzoeksresultaten
- Bijv: survey, experiment, kwalitatief (tekst/archief, weinig theoretische aannames)
Theorieën vormen, identificeer constructen (abstracte, theoretische concepten als
bedreiging/vooroordelen) of variabelen (meetbare representatie van construct).
Onderzoeksstrategieën voor sociale fenomenen