100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Nectar Biologie 4 vwo Hoofdstuk 2 Cel en leven €3,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Nectar Biologie 4 vwo Hoofdstuk 2 Cel en leven

1 beoordeling
 2 keer verkocht

In dit document vind u een samenvatting van Hoofdstuk 2 Cel en leven uit het 4 vwo biologieboek van Nectar.

Voorbeeld 2 van de 7  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 2 cel en leven
  • 2 april 2021
  • 7
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5685)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: 121684 • 2 jaar geleden

avatar-seller
samenvattingLVOwiskunde
Hoofdstuk 2 Cel en leven
Paragraaf 1 – Cellen leven samen
 Organisatieniveaus in biologie:
1. Biosfeer (= alle plekken op aarde waar leven mogelijk is)
2. Levensgemeenschap (Bos, Oceaan, e.d.) = alleen de organismen
Organismen + omgevingsfactoren = ecosysteem
3. Soort (= groep organismen die op elkaar lijken en vruchtbare nakomelingen kunnen
krijgen)
4. Populatie (= groep soortgenoten in een bepaald gebied
5. Individu/organisme (= zelfstandig functionerend levend wezen)
6. Orgaanstelsel (bijv. bloedvatenstelsel en zenuwstelsel)
7. Orgaan (= deel van een organisme met een bepaalde taak)
8. Weefsel (= groep cellen met gelijke bouw + functie)
9. Cel (= kleinste levende eenheid)
10. Organel (= cel onderdeel dat niet leeft, maar wel nodig zijn voor leven) bijv.
mitochondrium
11. Molecuul (bijv. eiwitten, DNA en glucose)
 Voor bijna alle activiteiten gebruik je glucose als brandstof. Als je eet vul je die brandstof
in de cellen aan met nieuwe glucosemoleculen uit je bloed. De meeste cellen hebben wel
insuline nodig om glucosemoleculen te kunnen opnemen. Het bloed vervoert de insuline
van de alvleesklier samen met de glucose uit de darmen naar de cel.
 Levenskenmerken:
1. Opgebouwd uit 1 of meer cellen
2. Groei
3. Voortplanting
4. Stofwisseling
5. Waarnemen + reageren
6. Erfelijk materiaal aanwezig (DNA, RNA)
 Emergente eigenschap = Samenwerken van organisatieniveau, waarbij er een nieuwe
eigenschap ontstaat (bijv. sporten, denken)
 Hyper = te veel (leidt tot veel plassen, dorst en vermoeidheid)
 Hypo = te weinig (leidt tot trillen, duizeligheid en honger)
 Een mogelijke oplossing voor suikerpatiënten is het gebruik van stamcellen. Die cellen
hebben het vermogen zich te blijven delen en kunnen differentiëren in gespecialiseerde
celtypen.
 Stamcellen = Niet gedifferentieerde cellen die kunnen (blijven) delen (bijv. navelstreng of
beenmerg).
 Cel differentiatie = het ontstaan val cellen die verschillen in grootte, vorm en functie.
Oppervlakte
 Bij groei wordt de verhouding kleiner: de relatieve oppervlakte neemt af.
Inhoud

, Paragraaf 2 – Cellen
 Mensen en dieren zijn heterotroof (= leven van organische stoffen, koolstofverbindingen
van andere organismen of de resten daarvan).
 De bouwstenen voor alle eiwitten zijn 20 aminozuren, deze zijn afkomstig uit al het
voedsel dat je verteert.
 Celen kunnen de volgende onderdelen bevatten:
1. Celmembraan:
- Grenslaag: Buiten = extracellulair
Binnen = intracellulair
- Laag met vetmoleculen (fosfolipiden) en eiwitten (cholesterol, etc.)
- Half doorlaatbaar (semi-permeabel):
Wel door membraan heen: H2O, O2, CO2, N2 (kleine ongeladen moleculen)
Niet door membraan heen: Grotere moleculen: eiwitten
Deels door membraan heen: Koolhydraten (bijv. glucose)
2. Celkern (Nucleus):
- Bevat ± 25.000 ‘recepten’ = genen (bij de mens)
- Gen = stukje DNA met informatie voor 1 stof.
- Actief gen wordt gekopieerd ➜ m-RNA
- m-RNA = een recept voor een eiwit voor het cytoplasma
- Cytoplasma = grondplasma + organellen
3. Mitochondriën:
- Heeft 2 membranen
- Produceren ATP (Adenosine Tri Phosfaat) A P P P
- Zorgen voor Energie die in de cel nodig is.


- ATP ⇄1 ADP + P + Energie
i
2 .
1. Op plaatsen waar energie nodig is (bijv. in spiercel)
2. In mitochondriën door verbranding: C6H12O6 + 6O2 ➜ 6CO2 + 6H2O + E
4. Endoplastisch reticulum (ER):
- Is een membraansysteem voor transport
a. Glad ER: -zonder ribosomen
-snoert blaasjes af tot losse blaasjes (lysosomen)
b. Ruw ER: Ribosomen:
5. Ribosomen:
-maken eiwitten aan de hand van m-RNA
-eiwitten bepalen het leven in de cel en zijn opgebouwd uit aminozuren
6. Golgi-systeem:
-aantal ‘blazen’ van membranen ‘op’ elkaar
-verpakt de eiwitten in blaasjes (lysosomen)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper samenvattingLVOwiskunde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64450 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,48  2x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd