Dit is een samenvatting voor het tentamen interne organsiatie dat plaatsvindt in jaar twee van FTA aan de HU. De samenvatting is gebaseerd op de slides die zijn gepresenteerd, de slides zijn gebaseerd op het boek.
Week 1: Hoofdstuk Evolutie van Organisatie & Management, Hoofdstuk 1 - Omgevingsin...
,Week 1
Organisatie en management = organisatiekunde = interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt
met het bestuderen van het gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en
de wijze waarop organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.
Het is beschrijven (descriptief) en voortschrijvend (prescriptief). Interdisciplinair: elementen
afkomstig uit andere vakgebieden die worden gebruikt voor een nieuwe benadering.
Eerste internationale handelsondernemingen waren opgericht en gesubsidieerd door nationale
overheden met als doel om hun koloniale handelsbeleid te ondersteunen Nederlands Oost-
Indische Compagnie, Engels Oost-Indische compagnie.
Bijna 90% van 500 grootste bedrijven ter wereld zijn gevestigd in Noord-Amerika, Europa en Japan.
Nederland heeft 11 van de bedrijven.
Denkrichtingen
Periode voor de industriële revolutie (400 v.c. – 1900 n.c.)
Start bij oude wijsgeren Plato, Aristoteles
Machiavelli filosoof, diplomaat en schrijver in 1469 tot en met 1527. Boek ‘II Principe’ gaat over
behouden en uitbreiden van macht.
Adam Smith grondlegger voor moderne economie (1723 – 1790).
Taylor Scientific management (rond 1900). Grondlegger van een meer systematische benadering
van bedrijfsvoering. Hoofdpunten zijn:
- Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren bewegingsstudies
- Vergaande taakverdeling en training van arbeiders
- Hechte en vriendschappelijke relaties tussen leiding en arbeiders
- Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van/zoeken naar werkmethoden en
arbeidsvoorwaarden
- Juiste man op juiste plek door zorgvuldige selectie
- Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten
Fayol General management theorie (1900). Gericht op gehele organisatie, in tegenstelling tot
Taylor die gericht was op productieafdeling. General management legt verbanden tussen
managementgebieden en managementtaken.
Weber Bureaucratie (1920). Gericht op overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit
sociologische invalshoek. Kenmerken:
- Sterk doorgevoerde taakverdeling
- Hiërarchische bevelstructuur
- Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen
- Werving op basis van bekwaamheid en kennis
- Gegevens zijn vastgelegd in schriftelijke stukken
Mayo Human Relations Management (1945). Naast objectieve factoren ook subjectieve factoren
voor resultaat. Subjectief = aandacht, zekerheid, bij groep horen en waardering. Sociale
vaardigheden belangrijk voor leidinggevenden.
Likert Revisionisme (1950). Synthese tussen Scientific Management en Human Relations. SM =
organisatie zonder mensen, HR = mensen zonder organisatie, revisionisme = mensen er organisatie.
Herzberg en McGregor (X- en Y theorie) ook belangrijk. Piramide van Maslow.
Recente organisatietheorieën
Tom Peters: ‘in search of excellence’. Kenmerken van excellente organisaties”
- Sterke actiegerichtheid
, - Onderhouden van innige relatie met klant
- Creëren ondernemerschap en zelfstandigheid
- Werknemers belangrijkste bron van productiviteit
- Gedreven door waarden en overtuigingen
- Eenvoudige structuur met weinig ondersteuning
Peter Drucker: invloedrijke managementgoeroe. Kennis als essentiële productiefactor.
Michael Porter: bijdrage op het gebied van omgeving (5-krachtenmodel, concurrentiestrategieën,
waardeketen).
Michael Hammer: herstructureren van bedrijfsprocessen d.m.v. een procesgerichte manier van
werken.
Omgevingsfactoren
1. Milieufactoren milieu één van de meest strategische aandachtsvelden voor komende decennia.
2. Technologische factoren zorgen voor continue verbetering van productiemethoden en
innovaties. Vooruitgang informatietechnologie met grote gevolgen voor de wijze waarop werk
verricht wordt, een integratie van functies en verandering in schaalvoordelen en besluitvorming.
3. Demografische factoren betrekking op omvang groei en samenstelling van de bevolking.
4. Economische factoren groei van nationaal inkomen, inkomensverdeling, inflatie, etc.
internationaal = valutaschommeling, bbp, rentestanden, etc.
5. Politieke factoren overheid beïnvloedt de gang van zaken. 5 vormen integratie tussen landen:
- vrijhandelszone
- douane-unie
- gemeenschappelijke markt
- economische unie
- volledige politieke en economische unie ontwikkeling van de EU van een economische unie naar
een volledig politieke en economische unie.
6. maatschappelijke factoren betreffen de invloed op de samenleving op organisaties. Belangrijke
trend is maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laurendeurman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.