Socialezekerheidsrecht
Werknemersverzekering(wnv): WW, WAO, WIA en ZW. Kenmerken zijn:
- Rechthebbende: werknemer verzekerd, territorialiteitsbeginsel, iemand vanuit België in NL werkt, is
verzekerd voor NL wnv.
- Financiering: door premie die werknemers of -gevers gebaseerd op loon betalen.
- Uitvoering: door UWV
- Hoogte: vaak afgeleid van dagloon.
- Duur: loongerelateerde uitkering is in duur beperkt en meestal afhankelijk van arbeidsverleden > WW,
WGA, WIA.
Volksverzekeringen: AOW, Wlz, Anw, Zvw. Kenmerken zijn:
- Rechthebbende: ingezetenen van rechtswege verzekerd. Verzekering is verplicht
- Financiering: iedereen die inkomstenbelasting betaald/ loonheffing voor mensen in loondienst
gewerkt hebben/zzp’er krijgt van Belastingdienst aanslag over inkomen.
- Uitvoering: door Sociale Verzekeringsbank voor AOW en Anw. Zorgkantoren voor Wlz.
Zorgverzekeraars voor Zvw.
- Hoogte: gerelateerd aan minimumloon, Aow en Anw.
- Duur: vaak tot datum overlijden
Sociale voorzieningen: Pw, AKW, IOAW, TW, Wajong en kgb. Kenmerken zijn:
- Rechthebbende: iedere NL en niet-NL die rechtmatig hier verblijft. Is niet verplicht
- Financiering: uit algemene middelen
- Uitvoering: gemeente bij Pw, IOAW, Wmo. UWV & SVB bij TW, Wajong, SVB en AKW.
- Hoogte: gerelateerd aan minimumloon en afhankelijk van leefsituatie
- Duur: beperkt, zolang inkomen onder sociale minimum ligt (Pw)/ behoefte bestaan aan voorziening op
grond van Wmo.
Werkloosheid. 4 voorwaarden voor recht op WW:
1. Werknemer zijn in zin van WW: art. 3 WW. Dus door bijv. arbeidsovereenkomst of gerechtelijke
aanstelling > iemand in loondienst. Dus voldaan aan art. 7:610 BW.
2. Werkloos zijn in zin van WW: art. 16 WW. Dit houdt in dat er min 5 arbeidsurenverlies moet zijn. En
als iemand minder dan 10 uur werkt dan min de helft arbeidsurenverlies. Deze uren die verloren zijn
moet werknemer wel beschikbaar zijn om te kunnen werken.
3. Referte-eis: (wekeneis) art. 17 WW. 36 weken voorafgaand aan eerste dag van werkloosheid, min 26
weken, min 1 uur per week, gewerkt moet hebben.
4. Geen uitsluitingsgrond van toepassing: art. 19 WW. Is er wel een aanwezig > geldt WW niet. (fictieve)
opzegtermijn: sprake hiervan > gaar uitkering later in. Verschillende situaties op blz. 220 boek.
5. Extra: verwijtbare werkloosheid.
Duur WW-uitkering. Voldaan aan 4 eisen > recht op 3 maanden WW-basisuitkering > art. 42 lid 1 WW. Wordt
hierna ook nog voldaan aan 4 uit 5 jareneis ontstaat er recht op ‘verlengde’ WW-uitkering, lid 2 sub b. houdt in
dat werknemer in 5 kalenderjaren direct voorafgaand aan jaar waarin de eerste dag van werkloosheid ligt,
minimaal over 208 uur per jaar loon moet hebben ontvangen, lid 2 sub a. Deze uren kunnen ook uitbetaald
worden wegens ziekte, art. 7:629 BW. Maakt niet uit welk bedrijf, gaat puur om loon.
Verlenging mogelijk als men direct voorafgaand aan werkloosheid een volledige
arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving. Art. 42 lid 2 sub b WW, moeten ze aan voldoen.
Verzorgingsforfait, uitzondering op minder dan 208 uur per jaar gewerkt > bijv als in dat jaar kind jonger dan 5
jaar verzorgd is, waarvoor kinderbijslag ontvangen is. Ook inkomsten ontvangen zijn voor verlenen zorg op
grond van Wlz-pgb of Wmo-pgb. Deze jaren tellen voor helft mee, art. 42a lid 2 en 3 WW.
Duur verlengde WW-uitkering is afhankelijk van arbeidsverleden > feitelijke (vanaf 1998) plus fictieve (voor
1998) arbeidsverleden van werknemer. Vanaf jaar dat iemand 18 wordt tot 1998 tellen mee, art. 42 lid 6 sub c
WW > ook al heeft werknemer in die jaren niet gewerkt. Feitelijk = jaren waarin werknemer per kalenderjaar
min 52 dagen (tot 2013) of 208 uur (vanaf 2013) loon heeft ontvangen vanaf 1998 tot jaar voorafgaand aan
jaar waarin eerste dag van werkloosheid gelegen is.
Maximale duur is 24 maanden. Eerste 10 jaar van arbeidsverleden levert per jaar 1 maand uitkering op. Nog
meer uren > uitkering verlengd met voor ieder jaar vóór 2016 1 maand en na 2016 een halve maand. Dit is
inclusief eerste 3 maanden basisuitkering.
1