Samenvatting bouwkunde HC 1
Bouwbesluit, de minimale technische eisen waaraan bouwwerken tenminste moeten voldoen staan
in het Bouwbesluit. De regels hierin staan garant voor de veiligheid en gezondheid en houden
rekening met het milieu, energiezuinigheid en het gebruikscomfort. Hieraan zal het bouwplan
moeten voldoen.
Gebouwen hebben allemaal een verschillende gebruiksfunctie, en per functie worden andere eisen
gesteld.
- Woonfunctie zijn alle ruimten die een woonbestemming hebben, zoals woningen,
woonwagens en een flat.
- Bijeenkomstfunctie zijn ruimtes waar mensen bijeenkomen, zoals de kerk, speelzalen van
een casino, kinderdagverblijven en sportgebouwen.
- Celfunctie, dit zijn bijvoorbeeld instellingen voor dwangmatige verpleging maar ook
gevangenissen.
- Gezondheidszorgfunctie, dit zijn de gebouwen met een functie in de gezondheidszorg, zoals
ziekenhuizen, verzorgingstehuis en praktijkruimtes voor huisartsen.
- Industriefunctie, voorbeelden hiervan zijn een werkplaats in een fabriek, een opslagruimte in
een pakhuis of een stal van een boerderij.
- Kantoorfunctie, voorbeelden zijn een administratiekantoor of een bankgebouw
- Logiesfunctie, voorbeelden hiervan zijn een zomerhuisje, een kamer in een hotel of een
jeugdherberg. Plekken om te slapen dus
- Onderwijsfunctie, hierbij wordt lesgegeven denk aan klaslokalen, schoolgebouwen of een
collegezaal.
- Sportfunctie, voorbeelden zijn zwembaden, sporthallen, en fitnesszalen.
- Winkelfunctie, bijvoorbeeld winkels in een winkelcentrum, warenhuizen of supermarkten.
Overal waar je dingen kan kopen dus.
- Overig functie, dit zijn alle gebruiksfuncties die niet primair bestemd zijn voor het verblijven
van mensen. Bijvoorbeeld een bushokje, parkeergarage en buitenbergingen.
Vaak zijn er verschillende gebruiksfuncties in een gebouw.
Bouwstijlen
Er zijn verschillende bouwstijlen
- Romaanse Bouwstijl (1000- 1250)
o Kenmerken zijn veel hout, rechthoekige vormen
- Gotische bouwstijl (1150- 1550)
o Kenmerken zijn veel verticale lijken, zowel bak als natuursteen, grote vensters en
veel te zien.
- Renaissance (1250-1625)
o Kenmerken zijn ziet er klassiek uit
, - Barok/ Rococo (1600-1750)
o Kenmerken zijn wapenschilden, kroonlijsten en veel versiering
- Classicisme/ Lodewijk XVI-stijl (1750-1800)
o Kenmerken zijn symmetrisch, vaak witte gevels en het toepassen van klassieke
elementen zoals kroonlijsten en zuilen.
- Jugendstil (1880-1914)
o Heel erg veel decoratie, gekleurde mozaïeken, erg asymmetrische ornamenten,
vloeiende lijnen, hoektorens, topgevels en balkons.
- Amsterdamse school (1905 -1940)
o Kenmerken zijn decoratief en golvend metselwerk, kleurencombinaties, ziet er lomp
uit.
- Expressionisme (1917-1932)
o Abstracte en geometrische vormgeving, rechte lijnen en vlakken, primaire kleuren
(zwart, wit en grijs)
- Bouwkunst (na 1945)
o Kenmerken zijn, heel erg standaard
- Moderne bouwkunst
o Kenmerken zijn veelzijdig materiaal en kleur gebruiken, structuur van materiaal vaak
zichtbaar, platte daken en erg vrij in vormgeving
Bijbouw, een nieuwe ruimte losstaand van de hoofdbouw
aanbouw, is een afzonderlijke ruimte aan het hoofdgebouw
uitbouw, hierbij wordt een bestaande ruimte in het hoofdgebouw vergroot.
De bouwmarkt bestaat uit de woningbouw en de utiliteitsbouw.
Utiliteitsbouw, dit zijn gebouwen met een bepaald nut zoals fabrieken en winkels
woningbouw, dit is het bouwen van huizen of het geheel van gebouwde huizen
- Woningbouw bestaat uit grondgebonden (zoals rijtjes, 1/1 kap, geschakelde en vrijstaande)
woningen en gestapelde (Galerij, Portiek en Corridor) woningen.
Grondgebonden woningen
Laagbouw (eengezinswoningen)
- Bungalows
- Vila’s
- Herenhuizen
- Vrijstaande eengezinswoningen
- Geschakelde woningen
- 2 onder 1 kap woningen
- Rijtjeswoningen
, Gestapelde woningen
Appartementen (meergezinswoningen)
- Etagebouw maximaal 4 woonlagen en lift is niet verplicht
- hoogbouw meer dan 4 woonlagen en lift is verplicht
gestapelde woningbouw
- Duplex, elke bouwlaag 1 gezin en makkelijk om te bouwen tot een eengezinswoning
- Maisonnette, dit is een appartement over 2 verdiepingen, woon en slaapkamerbevinden zich
op aparte verdiepingen
- Galerijflat, (enkele rij) appartementen ontsloten via een inpandige gang
- Corridor flat, (dubbele rij) appartementen ontsloten via inpandige gang
- Portiek flat, dit zijn woningen met een gezamenlijke entree op de begane grond met
daarachter een trappenhuis.
o Driespan 3 appartementen per laag
o Molenwiek 4 appartementen per laag
o Vierspan 4 appartementen per laag
Bijzondere woningtypen
- Split-level woning, dit is een huis waarde de vloeren een halve verdiepingshoogte ten
opzichte van elkaar verspringen
- Studiowoning, dit is een woning wat bestaat uit één kamer. Vaak is dit een appartement.
- Drive-in woning, dit is een woning waarbij zich op de begane grond een afgesloten garage
bevindt.
- Bebo-woning, dit is een woning dat bestaat uit een één laags woning op de begane grond en
een dubbel laags woning daarboven.
Soorten bouwmethodes
- Stapelbouw
- Gietbouw
- Montagebouw
- Houtskeletbouw
Bouwproces
- Initiatieffase programma van eisen
- Ontwerpfase voorlopig en definitief ontwerp, bestek en werktekeningen
- Prijsvormingsfase aanbestedingsprocedure en gunning
- Uitvoeringfase werkvoorbereiding, uitvoering en oplevering