‘Genoeg is genoeg’ Ondernemingsrecht
PROBLEEM 5
Leerdoelen:
1. Wie kan namens een BV handelen? Hoe zit dit met de andere rechtspersonen?
2. Hoe werkt een concern?
3. Onder welke voorwaarden kan een meerderheidsaandeelhouder een minderheidsaandeelhouder dwingen zijn aandelen
te verkopen?
Bronnen:
- Kroeze, Timmerman & Wezeman, De kern van het ondernemingsrecht: H4 (4.3) + H6, §1.6, H9
- Huizink, Rechtspersoon, vennootschap en onderneming: §4.2, 1.5, 7.3
- Van Schilfgaarde/Winter & Wezeman, Van de BV en de NV: H6, nr. 5, nr. 12, nr. 49, nr. 130
- Asser/Maeijer/Van Solinge & Nieuwe Weme, 2-II: §6.1, H11 + H14
- HR 17 december 1982, NJ 1983, 480 (Bibolini)
- HR 19 november 1994, NJ 1995/170 (NBM/Securicor)
- HR 11 september 2009, NJ 2009, 565 (Comsys)
- HR 3 februari 1984, NJ 1984/386 (Damen/Geho)
- HR 16 januari 2004, NJ 2004/184 (Goglio)
1 WIE KAN NAMENS EEN BV HANDELEN? HOE ZIT DIT MET ANDERE RECHTSPERSONEN?
Bij vertegenwoordiging gaat het om het verrichten van rechtshandelingen namens de onderneming met een derde,
de wederpartij.
§ Zo’n rechtshandeling kan bijv. een overeenkomst of een proceshandeling zijn
De vertegenwoordiger zorgt er met zijn vertegenwoordigingshandeling voor dat de onderneming partij wordt bij de
overeenkomst
§ O.g.v. de wet is bij een rechtspersoon het bestuur steeds het orgaan dat tot vertegenwoordiging bevoegd
is
§ Ook kunnen individuele bestuurders vertegenwoordigingsbevoegd zijn
Bij de personenvennootschappen laat de wetgever veel grotere vrijheid voor het regelen van de
vertegenwoordigingsbevoegdheid.
NV en BV
Geregeld in art. 2:130/240 BW:
§ Aan het bestuur als zodanig komt de bevoegdheid toe de vennootschap te vertegenwoordigen (lid 1) en
§ Vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan iedere bestuurder afzonderlijk (lid 2)
o Omdat het onpraktisch is als het bestuur (met veel leden) steeds gezamenlijk moet optreden en snel
handelen geboden is
Uitgangspunt: volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid: vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en
van de bestuurders geldt voor alle mogelijke transacties die een NV/BV kan afsluiten (lid 3 ‘onbeperkt en
onvoorwaardelijk’)
Drie kenmerken (terug te vinden in lid 3):
1 | De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en de bestuurders is onbeperkt en onvoorwaardelijk
§ Het bestuur en iedere bestuurder mogen in beginsel elke transactie aangaan, ongeacht de omvang of de
aard van die transactie
2 | Er bestaan wel uitzonderingen op die onbeperktheid en onvoorwaardelijkheid
§ Er kunnen wel allerlei beperkingen/voorwaarden aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid gesteld
worden, maar deze beperkingen/voorwaarden beperken de vertegenwoordigingsbevoegdheid alleen
tegenover derden als zij een wettelijke grondslag hebben.
a. Beperkingen die niet uit de wet voortvloeien kunnen bijv. gebaseerd zijn op de statuten of op
afspraken tussen de bestuurders. Tegenover derden kan op dergelijke beperkingen en voorwaarden
geen beroep worden gedaan. Het bestuur of een bestuurder heeft dus tegenover een wederpartij
1
, ‘Genoeg is genoeg’ Ondernemingsrecht
als onbeperkt en onvoorwaardelijk vertegenwoordigingsbevoegd te gelden als slechts sprake is van
beperkingen/voorwaarden die niet uit de wet voortvloeien.
§ Dus: in de statuten opgenomen begrenzingen van de vertegenwoordigingsbevoegdheid
die inhouden dat een bestuurder boven een bepaald bedrag de vennootschap niet mag
vertegenwoordigen, kan niet aan een derde worden tegengeworpen → die begrenzing
berust niet op de wet
Reikwijdte beperkingen die niet uit de wet voortvloeien → Bibolini
§ In beginsel maakt het geen verschil of degene die met de vennootschap handelde, zich in
strijd met de goede trouw zou gedragen door de vennootschap aan de met deze gesloten
overeenkomst te houden, indien hij ondanks de hem bekende interne
bevoegdheidsbeperking toch deze overeenkomst aanging.
§ Van strijd met goede trouw (lees: redelijkheid en billijkheid) kan bijv. sprake zijn als de
wederpartij niet alleen van de bevoegdheidsbeperking op de hoogte is, maar als de
transactie bovendien erg nadelig is voor de vennootschap of als aan de wederpartij door
het tot (interne) goedkeuring bevoegde orgaan vooraf expliciet is meegedeeld dat de
transactie niet op goedkeuring zou kunnen rekenen.
§ Aansprakelijkheid: als bestuurders in strijd handelen met een beperking/voorwaarde van de
vertegenwoordigingsbevoegdheid die niet uit de wet voortvloeit, kan dit er wel toe leiden dat zij
aansprakelijk zijn tegenover de vennootschap voor alle schade die voortvloeit uit de gebondenheid aan
een overeenkomst → het overtreden van interne afspraken kan onbehoorlijke taakvervulling opleveren (art.
2:9 BW)
o Voor aansprakelijkheid o.g.v. art. 2:9 BW is vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan
worden gemaakt (kijken naar: alle omstandigheden van het geval)
HR 17 december 1982, NJ 1983, 480 (Bibolini)
Feiten:
- Lombardi, de directeur van AMW NV, verkoopt 2 machines aan Bibolini
- Bibolini verhuurt deze machines weer aan AMW. AMW blijft echter achter met betalen van de huur
- Bibolini vordert deze achterstallige huur, en tevens de ontbinding van de huurovereenkomst zodat de
machines weer aan haar wordt teruggegeven
- Volgens AMW hadden de machines in de eerste plaats niet verkocht mogen worden, aangezien
Lombardi daartoe niet bevoegd was zonder toestemming van de AvA
- Het gerecht in eerste aanleg heeft de vorderingen van Bibolini afgewezen
- Bibolini stelt hoger beroep in. Het HvJ van de Nederlandse Antillen bekrachtigt het vonnis van het
gerecht in eerste aanleg
Rechtsvraag: Kan AMW de bevoegdheidsbeperking tegenwerpen aan Bibolini
Overweging:
In principe maakt het geen verschil of degene die met de vennootschap handelde, van de interne
bevoegdheidsbeperking op de hoogte was (hoofdregel). Hij kan zich in strijd met de goede trouw gedragen
indien hij ondanks de hem bekende interne bevoegdheidsbeperking toch een overeenkomst aanging. De
redelijkheid en billijkheid maken deze overeenkomst dan onverbindend (uitzondering).
b. Beperkingen die wel uit de wel voortvloeien
Belangrijk voorbeeld: art. 2:130/240 lid 2 BW: dit artikel staat uitzonderingen toe op de regel dat de
vertegenwoordigingsbevoegdheid aan iedere bestuurder toekomt
• De statuten kunnen bepalen dat slechts een of enkele bestuurders
vertegenwoordigingsbevoegd zijn.
9 Men ziet bijv. wel in de statuten dat naast het bestuur als zodanig alleen de
voorzitter van het bestuur in zijn eentje de vennootschap kan vertegenwoordigen.
• Ook kunnen de statuten bepalen dat een bestuurder de vennootschap slechts met
medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.
9 In veel statuten treft men bijv. aan dat naast het bestuur als zodanig alleen de
voorzitter en de financiële bestuurder gezamenlijk bevoegd zijn tot
vertegenwoordiging
• Ook kunnen de statuten bepalen dat iedere (willekeurige) bestuurder samen met een van
de andere bestuurders bevoegd is tot vertegenwoordiging = tweehandtekeningenclausules
2