samenvatting Muziek meester
Hoofdstuk 1
Je idee van muziek wordt bepaald door je ervaringen.
Kinderen die op de basisschool goed muziekonderwijs krijgen en zich muzikaal goed kunnen
ontwikkelen, functioneren later muzikaal veel beter: ze zijn gevoelig voor muzikale impulsen,
bewegen goed op muziek, zingen thuis en zijn in staat om actief deel te nemen aan de
muzikale cultuur. Een andere reden: muziek stimuleert bepaalde hersenfuncties. Als je
muziek gestructureerd aanbiedt, kunnen de leerlingen iets uitdagends en stimulerends
beleven.
Vijf verschillende domeinen:
- zingen
Hoe een kind een lied zingt hangt af van de keuze van een lied en de kwaliteit van leraar.
- luisteren
Het ontwikkelen van muzikaal gehoor en muzikaal geheugen. Daarmee kun je diverse
soorten en stijlen muziek herkennen. Bij de ontwikkeling van het muzikale gehoor moeten
kinderen begrippen leren, waardoor ze muzikale kenmerken en structuren kunnen ervaren,
beleven en benoemen. Mensen kunnen dankzij hun muzikale geheugen melodieën, ritmen,
akkoorden en zelfs hele muziekstukken herkennen en onthouden.
- muziek maken
Jonge kinderen kunnen gefascineerd zijn door de klank van een voorwerp. Al
experimenterend leren ze de mogelijkheden van de materialen en instrumenten kennen,
leren ze om te gaan met de verschillende klankeigenschappen: hard en zacht, lang en kort,
hoog en laag.
- muziek lezen en noteren
De kinderen leren het schrift meelezen tijdens het luisteren en ze leren ook met het
notenschrift spelen. Op basisschool -> grafische notatie: eenvoudige grafische symbolen.
Kinderen componeren, ze bedenken hun eigen muziekstukjes, ze maken afspraken met
elkaar en als het nodig is schrijven ze de muziek met hun eigen tekens op. Door op deze
wijze muziek te maken, leren ze spelen met geluiden en klanken. Ze leren omgaan met
klankeigenschappen zoals hard en zacht, hoog en laag, kort en lang, snel en langzaam.
Creatief denken wordt op deze wijze gestimuleerd.
- bewegen op muziek
We stimuleren de bewegingsbehoefte zodat kinderen zich beter kunnen ontwikkelen.
Beweging pas je toe bij het luisteren van muziek (bewegen op de maat of herkennen bij
verschillen in de muziek), bij het zingen (speelliedjes bij kleuters of videoclip maken)
Mensen identificeren zich met een bepaalde muzieksoort. Als leerkracht is het belangrijk dat
je weet waarover het gaat.
Muziek is in vorm gezette klank die betekenis heeft voor mensen
KVB-model, hierin wordt de essentie van muziek gecombineerd met de 5 domeinen:
- klank:
klanken kunnen: hard, zacht, snel, langzaam, hoog of laag klinken. Muziek kan variëren in
klankduur (korte en lange klanken), klanksterkte (sterk of zacht), klankhoogte (melodie) en
klankkleur (verschillende instrumenten).
, klankduur maat puls, hoofd- en nevenaccent, maat,
maatsoorten, tweedelig en driedelig,
maatstrepen, op maat
ritme notenvormen, notenwaarde, rusten, punt
achter de noot, waardestreep,
verbindingsboog
tempo tempoaanduiding, metronoom,
tempowisselingen
articulatie staccato, legato, fraseringsboog
klankhoogte toonhoogteverschillen notenbalk, notennamen, g-sleutel,
toonladder, stokrichting, f-sleutel
samenklank en melodieën intervallen (octaaf, terts en kwint),
bourdon, akkoord, glissando, halve
tonen, voortekens, kruizen en mollen.
klanksterkte dynamiek, italiaanse termen, tekens
voor crescendo en decrescendo,
accenttekens
klankkleur instrumenten en materialen snaar-, blaas-, slag en elektrische
instrumenten, schoolinstrumenten
stem sopraan, alt, tenor, bas
ensembles en orkesten symfonieorkest, harmonie, fanfare,
popband, big band, trio, kwartet, koor
- vorm
De vorm van de muziek wordt bepaald door herhaling, contrast (nieuwe melodie of muziek
zachter of harder wordt) en variatie (er verandert is maar de melodie blijft herkenbaar).
vormprincipes herhaling, contrast, variatie
vormeenheden motief, thema, muzikale zin
vormtechnieken echo, imitatiem, stapelen, ostinaat
compositievormen canon, rondo, variatievorm
- betekenis
muziek doet iets met mensen en vertelt je iets. Absolute muziek: muziek waarin je geen
verhaal of duidelijke verbeeldingen hoort. De betekenis van muziek is bijvoorbeeld aan de
orde als het gaat om het gevoel dat muziek bij je oproept of het verhaal dat in de muziek te
horen is.
muziek kan uitbeelden geluiden en geluiden en bewegingen uit de
bewegingen natuur, uit de omgeving, van
, machines
karakters, mensen en historische figuren, heksen,
dieren tovenaars, karaktertekening van
dieren
gebeurtenissen en oorlogen, persoonlijke
verhalen belevenissen, sprookje, jacht
stemmingen, gevoelens vrolijkheid, angst, dreiging,
en sfeer sentiment, macht, verdriet
eigen betekenisgeving associaties, fantasieën, eigen
gevoelens
muziek heeft verschillende praktische functie je doet iets met muziek: dansen,
functies marcheren, muziek maken om geld
te verdienen
de buitenring vertelt iets over de manier waarop mensen
bezig zijn met klank, vorm en betekenis
Muzikale vaardigheden voor de leraar
basisonderwijs:
- je moet met kinderen liedjes zingen en aandacht geven aan expressie, zuiverheid, adem,
resonantie en articulatie.
- je kunt kinderen geïnspireerd naar muziek uit verschillende culturen en cultuurperioden
laten luisteren en op muziek laten bewegen. Het maken van muziek is een activiteit die
voorkomt in alle menselijke beschavingen, alleen de instrumenten waarop gespeeld wordt
verschillen
- je kunt groepen kinderen instrumentale speelstukjes laten ontwerpen en uitvoeren met
aandacht voor klank, vorm en betekenis.
- je kunt groepen kinderen muziek laten maken, ontwerpen en beluisteren met behulp van
de grafische en traditionele notatie.
- je kunt groepen kinderen klank-, vorm- en betekenisaspecten van muziek met bewegingen
laten uitdrukken.
Kerndoelen kunstzinnige oriëntatie:
54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er
gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.