Arbeid hoofdstuk 4
De criteria van een doelmatige samenwerking zijn productiviteit en tevredenheid.
Procesverlies – de prestatie van de groep is lager dan de opgetelde prestatie van ieder
individueel lid. Dit kan liggen aan:
- Coördinatieproblemen
- Motivatieproblemen, het heet lijntrekken wanneer het werken in groepsverband
ervoor zorgt dat mensen minder gemotiveerd zijn om zich optimaal in te spannen. Dit
heeft te maken met de groepsgrootte, de zichtbaarheid en de aantrekkelijkheid en
het belang.
- Lage prestatienormen
Regulerende werking – Wanneer een nieuwe collega de algemene norm vanzelf overneemt
op het gebied van wat wel en wat niet acceptabel is, de onder- en bovengrenzen.
Lage prestatienormen in een groep kunnen liggen aan een gebrek aan uitdaging, gebrek aan
zeggenschap en een gebrek aan betrokkenheid.
Het model van Hackman, Morris, Fuller, Aldag en Stangor over het verbeteren van de
samenwerking:
Het verbeteren van de samenstelling van een team
Het verbeteren van de planning en organisatie
Het verbeteren van de prestatienormen
Het verbeteren van de cohesie
Een goede samenstelling van een team bestaat uit:
- Zet mensen in een team die over voldoende kennis en vaardigheden beschikken voor
het uitvoeren van de groepstaken
- Zorg voor voldoende overlap in kennis en vaardigheden zodat teamleven elkaar
kunnen vervangen en ondersteunen
- Zet mensen in een team die goed met elkaar op kunnen schieten
Als je tot een beter planning en organisatie wilt komen moeten de volgende dingen geregeld
worden:
- Vaststellen van de te behalen doelen
- Plannen
- Verdelen en toewijzen
- Afstemmen
- Controle en bijsturing
, Het vergroten van de inzet van de teamleden kan worden bevorderd door het verhogen van
de aantrekkelijkheid van de groepstaak, het stellen van uitdagende doelen en het tegengaan
van meeliften.
Dit leidt tot een verhoging van de intrinsieke motivatie en dus het verhogen van de
prestatienorm.
Het voorkomen van meeliften:
- Duidelijk aangeven wat er van elk groepslid wordt verwacht
- De individuele inzet zichtbaar maken en evalueren
- Het vergroten van de betrokkenheid bij de groepstaak, dit door de groepsleden meer
te betrekken bij de te behalen doelen en de manier waarop de groep daaraan het
beste kan werken
Het verbeteren van de cohesie binnen een groep:
- Teamsamenstellingen, zet mensen bij elkaar die goed met elkaar matchen
- Succes, bevorder een team dat succes heeft
- Competitie, laat teams met elkaar concurreren
De volgende factoren dragen bij aan effectiviteit in samenwerking
1. De mate waarin groepsleden zich inspannen om hun taken te verrichten (motivatie,
prestatienormen)
2. De mate waarin de groepsleden tot een goede taakaanpak en onderlinge afstemming
komen (planning, afstemming, controle)
3. De mate waarin de groepsleden over de juiste kennis en vaardigheden beschikken
Wanneer laat je wie een probleem oplossen?
Als duidelijk is welke specifieke kennis of expertise voor het oplossen van een probleem
vereist is, en als duidelijk is welk groepslid daarover het meeste beschikt, kan de groep het
oplossen beter aan dat groepslid overlaten.
Als niet precies duidelijk is welke specifieke kennis of expertise vereist is, of als niet duidelijk
is welk groepslid over de expertise beschikt, kan de groep het beter gezamenlijk oplossen.
Vaak doet een groep het beter bij het oplossen van een probleem doordat een groep meer
kennis bezit dan 1 persoon. Ook ontstaan er in een groep eerder nieuwe ideeën en kan je
reageren op elkaars inbreng. Ook is het kritisch vermogen op elkaars ideeën hoger in een
groep en het is beter om een groep een oplossing te laten verzinnen wanneer de oplossing
niet te berekenen valt maar moet worden ingeschat.
Goede besluitvorming bestaat uit:
1. Effectiviteit, het moet het probleem natuurlijk oplossen
2. Efficiency, het moet minder tijd, menskracht en geld kosten
3. Legitimiteit, het besluit moet rechtvaardig zijn
4. Uitvoerbaarheid, er moeten voldoende middelen zijn om het besluit uit te voeren