Samenvatting Moduul 2, Productiviteit
Inhoudsopgave
Samenvatting Moduul 2, Productiviteit..................................................................................................1
Controlesystemen en analysemodellen.........................................................................................2
Quix, Hoofdstuk 5: Het strategisch proces in de Retail nader beschouwd.....................................2
Quix, Hoofdstuk 11: Het omzet begrip in de commerciële Retail functie.......................................7
Quix, Hoofdstuk 12: Omzet vanuit de vestigingsoptiek..................................................................9
Quix, Hoofdstuk 13: Omzet vanuit productgroepen.....................................................................13
Quix, Hoofdstuk 14: Winstgevendheid.........................................................................................15
Quix, Hoofdstuk 20: Evaluatie van het Retail marketingbeleid.....................................................17
Quix, Hoofdstuk 21: Control instrumenten...................................................................................18
Resultaat.....................................................................................................................................20
Quix, Hoofdstuk 5: Het strategisch proces in de Retail nader beschouwd...................................20
Quix, Hoofdstuk 11: Het omzet begrip in de commerciële Retail functie.....................................25
Quix, Hoofdstuk 12: Omzet vanuit de vestigingsoptiek................................................................27
Quix, Hoofdstuk 13: Omzet vanuit productgroepen.....................................................................31
Quiz, Hoofdstuk 14: Winstgevendheid.........................................................................................33
Management & Effectiviteit.........................................................................................................35
Hunsaker, Hoofdstuk 6:Leidinggeven en macht...........................................................................35
Hunsaker, Hoofdstuk 7: Motiveren van medewerkers.................................................................38
Hunsaker, Hoofdstuk 8: Plannen en doelen stellen......................................................................40
Hunsaker, Hoofdstuk 9: Teams aansturen....................................................................................42
Hunsaker, Hoofdstuk 10: Diversiteit managen.............................................................................44
Hunsaker, Hoofdstuk 11: Effectief problemen oplossen...............................................................47
Alloceren van productiemiddelen & control................................................................................49
Quix, Hoofdstuk 20: Evaluatie van het Retail marketingbeleid.....................................................49
Quix, Hoofdstuk 21: Control instrumenten...................................................................................50
1
,Controlesystemen en analysemodellen
Quix, Hoofdstuk 5: Het strategisch proces in de Retail nader beschouwd
Doelstellingsformule van de Retail: R (rendement) = O (omzet) x M (marge) – K (kosten)
Strategieën worden ontwikkeld om voor de lange termijn deze doelstellingsformule te optimaliseren,
dit betekend dat:
- R continu positief moet zijn
- O moet ten minste de stijging van het kostenniveau voor blijven
- M moet acceptabel blijven voor de consument
- K moet onder controle blijven en niet uit de hand lopen
Een Retail formule bestaat uit twee delen: het concept (de kwalitatieve visie) en de technische
werking daarvan (de concrete vertaling). Een goed concept dat niet wordt vertaald zal niet slagen.
- Verhoging van kosten kan lieden tot een noodzaak van de margeverhoging (onderdelen van
de formule beïnvloeden elkaar).
- Omzet in de Retail komt moeilijker tot stand dan in de industrie ( P (prijs) x V (volume) =
monoproductsituatie). In de Retail werken we met een groot assortiment aan artikelen, daar
is er dus geen eenvoudige weergave mogelijk.
Fricties = de formule kent tegen elkaar werkende krachten.
Onderstaande fricties zijn samen de frictiematrix.
- Er bestaat een permanente frictie tussen de externe marktpositie en de interne efficiency
(laag winstpercentage in de Retail en hoge kosten om de omzet kansen in de retail te
benutten).
- Er bestaat een permanente frictie tussen de korte termijn (tactiek) en de lange termijn
(strategie)
Externe marktpositie: centraal in de matrix staat de doelstellingsformule. Het kwadrant linksboven
heeft betrekking op de externe marktpositie voor de lange termijn en vormt de kern van dit boek. In
dit kwadrant zijn we bezig met strategische Retail marketing. Voor de Retail betekent dat het
ontwikkelen van concepten en Retail formules: conceptontwikkeling.
2
,Interne structuur: het kwadrant rechtsboven heeft betrekking op de interne structuur van de
onderneming. In dit kwadrant zijn we bezig met strategische efficiency. Vaak gaat het hierbij om het
opbouwen van operationele voordelen ten opzichte van de concurrentie. Et is daarbij niet
uitgesloten dat verhoging van de kosten gepaard gaat met een betere winstgevendheid, namelijk als
de extra kosten K leiden tot een meer dan proportionele opbrengst O x M. effectiviteit is belangrijker
dan productiviteit: procesontwikkeling.
Kortetermijnmarktpositie: het kwadrant linksonder heeft betrekking op de kortetermijnmarktpositie,
zoals verkoopacties en het inspelen op de seizoen vraag. Het gaat in dit kwadrant minder om
strategische aspecten van de marktbenadering en meer om de tactische aspecten: kansrijk
implementeren.
Kostenbeheersing: het kwadrant rechtsonder ten slotte heeft betrekking op de kostenbeheersing.
Het gaat hierbij meer om het opvoeren van de productiviteit dan om het opvoeren van effectiviteit:
productontwikkeling. De vraagstelling in dit kwadrant luidt meestal: ho kunnen we, onder
handhaving van het omzetniveau, de kosten omlaag brengen? de tactische aspecten van de matrix
vragen om antwoorden en behandelen we in verschillende hoofdstukken in dit boek, omdat ze
uiteindelijk invloed hebben op de langetermijnprestaties.
De schaar: tussen de interne en externe aspecten van Retail is op korte termijn de schaar van
invloed. Het verschijnsel dat trendmatig op de korte termijn de nominale stijging van de kosten
vrijwel altijd hoger is dan de nominale stijging van de omzet. Op de lange termijn overstijgt de
omzetlijn de kostenlijn. Dit punt heet break-evenpunt.
De lange termijn vertaling van het schaarmechanisme is het break-even Mechanisme. Het Break-
evenpunt (O x M = TK) geeft aan bij welke omzetniveau, de aanloopkosten over gaan in winst/ tot
welk punt de huidige omzet kan terugzakken voordat de onderneming in een verliessituatie terecht
komt.
- Vaste kosten : uitgaven die onafhankelijk zijn van de te bereiken omzet (C);
- Variabele kosten: kosten die veranderen naar mate de omzet veranderd ( a, fractie van de
omzet)
- Opbrengsten: als er geen omzet is, is er ook geen sprake van een opbrengst. De
opbrengstenlijn loopt dus altijd door de oorsprong.
3
, De hellingshoek van de opbrengsten lijn heeft de marge weer: hoe hoger de marge hoe
steiler de opbrengsten lijn.
Hellingshoek van de opbrengsten lijn O x M moet groter zijn dan de hellingshoek a van
de variabele kostenlijn.
O x M is steiler dan de TK-lijn meer dan proportionele winstgroei: hefboomeffect.
Nadeel: daling van de omzet lijden tot een meer dan proportionele afname van de winst.
Vaste kosten: C Variabele kosten: a x O
MxO=C+axO
MxO–axO=C
O(M–a)=C
O (be) = C / ( M – a )
Weerstandsvermogen: het percentage dat een onderneming kan terugvallen in omzet, zonder in
verlies terecht te komen ( de relatieve afstand van het feitelijke omzetniveau tot het break-even
omzetniveau.
De ligging van het break-evenpunt en het weerstandsvermogen wordt beïnvloed door externe en
interne factoren. Zonder proactief beleid zal het BEP stijgen en hierdoor een vermindert het
weerstandsvermogen
Externe factoren:
- prijsgevoeligheid van de Nederlandse consument.
Interne factoren:
- marge verhogen ( hellingshoek van de opbrengsten worden groter gevaar is onszelf de
markt uit prijzen, omzet daalt, weerstandsvermogen daalt)
- vaste kosten verlagen: hierdoor zakt VK, BEP schuift naar links (door goedkopere locatie)
goedkopere locaties kunnen zorgen voor lagere omzetten.
4