Psychopathologie
Week 1
Psychopathologie= het is het deelgebied van de psychiatrie en de klinische psychologie dat zich
bezighoudt met diverse vormen van afwijkende emoties, gedachten en gedrag, de oorzaken daarvan
en de behandelmogelijkheden
Psychiatrische stoornis= het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat
wordt gekenmerkt door een storing in het functioneren en (persoonlijk) lijden
Historie
Katholieke kerk tijdens de middeleeuwen: bezetenheid door kwade geesten
Begin van meer humane behandeling door ziekenhuizen en oprichten gestichten
Philipe Pinel eind achttiende eeuw: morele therapie= weer normaal functioneren in
ontspannen omgeving. Afwijkend gedrag is vergelijkbaar met andere vormen van ziekte
Rond 1950 introductie van effectieve medicijnen en behandelingen
Ethische principes voor psychologisch onderzoek zijn informend consent en vertrouwelijkheid.
Proefpersonen moeten de vrijheid hebben om ervoor te kiezen al dan niet mee te doen met een
onderzoek. Ook moeten zij anoniem blijven.
Criteria afwijkend gedrag
- Uitzonderlijkheid: maatstaaf bij beoordeling van abnormaliteit
- Sociaal afwijkend: afwijkend gedrag dat door de samenleving als afwijkend of onaangepast
wordt beschouwd
- Foute perceptie of interpretatie van de realiteit: dingen zien of horen die er niet zijn
- Aanzienlijk emotioneel lijden: heftige emoties die na een lange tijd nog in hevigheid aanwezig
zijn
- Ongepast of contraproductief gedrag: zorgt voor disfunctioneren van persoon
- Gevaar: gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen
Waarom classificeren van afwijkend gedrag?
Als patronen van afwijkend gedrag niet gedefinieerd en geordend zijn, kunnen wetenschappers
hun onderzoeksresultaten niet met elkaar bespreken.
Er worden beslissingen genomen op basis van classificatiesysteem. Denk aan inzetten van
bepaalde therapie
Classificatie kan behandelaars helpen om verloop van ziekte te voorspellen
Classificatie kan onderzoekers helpen populaties met elkaar te vergelijken -> zoeken naar
gemeenschappelijke delers -> helpt bij vinden oorzaak
Diagnostic and Statistical Manual (DSM); eerste versie van de DSM verscheen in 1952
DSM-V
DSM-V is sinds 1 januari 2017 in gebruik in Nederland
Indeling in 20 groepen
Op basis van een ontwikkelingsperspectief: naarmate een stoornis vroeger in levensloop kan
optreden staat ze meer vooraan
→ Neuro-ontwikkelingsstoornissen (bijv. autisme/ASS) staan vooraan
Op basis van mate van verwantschap tussen de hoofdgroepen onderling
Meer dimensionaal: meer-of-minder= bij elke stoornis criteria voor ernst stoornis opgenomen
1
,Uitgangspunten om een aandoening in de DSM op te nemen
- Emotioneel lijden
- Ernstige belemmeringen in het functioneren
- Gedrag dat kan lijden tot persoonlijk lijden, pijn, invaliditeit, zelfverminking of de dood
- Belemmeringen houden langere tijd aan
Diagnose volgens de DSM-V - categoriale classificatie/classificatiemodel:
Psychische stoornissen worden onderverdeeld in duidelijk afgebakende klassen of categorieën
Diagnose stellen op basis van die beschrijving (toetsbaar, ondubbelzinnig)
Minimaal aantal kenmerken
Ja of nee-oordeel of stoornis aanwezig is
Beschrijvend vanuit syndromen: een groep of samenhangend geheel van symptomen
Niet alleen precieze beschrijving en ordening van psychiatrische syndromen, maar stelt ook
verschillende aspecten van diagnose aan de orde:
Aard, duur, ernst
Lichamelijke toestand
Algemeen (sociaal) psychisch functioneren
→ DSM wordt gebruikt bij classificeren van stoornissen en NIET van mensen -> patiënt ‘met’ autisme
Benadering van psychiatrische syndromen gebeurt niet vanuit etiologie (= oorzaken van psychische
stoornissen), maar vanuit indicatoren (= tekenen van psychische stoornissen, puur beschrijvend)
Methoden voor klinische beoordeling
- Klinisch interview= reeks vragen waarmee behandelaar relevante informatie boven tafel
probeert te krijgen van degene die hulp zoekt
- Ongestructureerde interview= behandelaar gebruikt eigen stijl van vragen stellen in
plaats van een bepaald schema
- Semigestructureerde interview= de behandelaar volgt in grote lijnen een vast schema,
maar kan ervan afwijken
- Gestructureerde interview= behandelaar stelt specifieke vragen in vastgestelde volgorde
- Psychologische tests= gestructureerde beoordelingsmethoden die worden gebruikt voor het
evalueren van redelijk stabiele trekken
- Intelligentietests= IQ-test
- Zelfbeoordelingsvragenlijst= reageren op specifieke vragen of uitspraken over
gevoelens, gedachten, zorgen, attitudes, interesses en opvattingen
- Neuropsychologische beoordeling= met behulp van psychologische tests na gaan of er sprake is
van neurologische beperkingen of hersendefecten
- Gedragsbeoordeling= gedragsobservatie, zelfwaarnemingen en metingen. Relatie tussen
probleemgedrag en wat daaraan voorafging/volgde aan licht brengen
- Cognitieve beoordeling= gedachten, opvattingen en attitudes worden in kaart gebracht
als hulpmiddel bij opsporen verstoorde denkpatronen
- Fysiologische beoordeling en beeldende technieken= hartslag, bloeddruk, elektrische geleiding
van de huid, spierspanning en hersenactiviteit observeren
Veel verschillende invalshoeken en zienswijzen over het ontstaan van psychische stoornissen:
- Biologische benadering, psychologische benadering en sociale benadering
Biologische benadering
Nature tegenover nurture
- Wetenschappers benadrukken het belang van vroeg ingrijpen in de opvoeding als het mis gaat
Biologisch en medisch
2
, - Oorzaak = organisch
- Behandeling: somatisch
- Behandelaars: medicijnen
Psychotische benadering= verklaren van stoornis vanuit psychisch functioneren van patiënt. Zoeken
van verklaring in individu zelf
Psychologische benadering
Psychodynamische benadering
Behaviorisme
Cognitieve theorie
Humanisme
Psychodynamische benadering
Freud is grondlegger (1856- 1939) Id= oorspronkelijke psychische
Oorzaak psychologische problemen = worden aangestuurd structuren die vanaf de geboorte
door onbewuste motieven en conflicten die zijn terug te aanwezig zijn. Lagere driften en
voeren op de kindertijd instinctieve impulsen
Afweermechanisme= strategie om de realiteit te (lustprincipe)
vervormen, door het ego gebruikt om het zelf te Ego= in eerste levensjaar leert
beschermen tegen het bewustzijn van angstaanjagende kind om te gaan met frustratie
Superego= halverwege kindertijd
zaken – verdringing, ontkenning, sublimatie, verplaatsing
internaliseren kinderen de
Verschillende stadia die uiteindelijk iemand zijn normen en waarden van
persoonlijkheid, zijn handelen, denken en voelen vormen belangrijke mensen
Behandeling: inzicht gevende of ego-versterkende therapie
Behandelaars: psychotherapeuten
Behaviorisme (leer- of gedragstheorie) = aanleren van afwijkend gedrag
Pavlov is grondlegger (1849-1936)
Klassieke conditionering: vorm van leren waarin je ervoor zorgt dat een respons op de ene
stimulus ook optreedt na een andere stimulus, door beide stimuli samen aan te beide of aan
elkaar te koppelen
→ na traumatische ervaring in een lift een fobie voor liften ontwikkelen: neutrale stimulus (de
lift) gekoppeld aan aversieve stimulus (trauma) wat leidt tot geconditioneerde respons (fobie)
Operante conditionering: gedrag wordt aangeleerd en versterkt door gevolgen = bekrachtiging
- Positieve bekrachtiging= toedienen van stimulus die frequentie van voorafgaande gedrag
aangezien iets aangenaams wordt aangeboden
→ duif krijgt voedsel als hij op knopje pikt, vaker deur openhouden bij vriendelijke
respons
- Negatieve bekrachtiging= frequentie van gedrag verhogen door wegnemen van stimulus
→ optillen van huilende baby leidt ertoe dat het huilen ophoudt
- Positieve straf= toedienen van onaangenamen stimulus
→ lichamelijke straf of geldstraffen
- Negatieve straf= wegnemen van aangename stimulus
→ tv uitzetten, afnemen privileges
Cognitieve benadering
Oorzaak van psychische problemen ligt bij irrationele gedachten die negatieve gevoelens
voeden
Activerende gebeurtenis (A) → Opvattingen (B) → Consequenties (C)
Basistypen van cognitieve vervormingen die bijdragen aan emotioneel lijden:
- Selectieve abstractie= tekortkomingen weerspiegelen en competenties negeren
3