100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete samenvatting burgerlijk procesrecht en geschiloplossing €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Complete samenvatting burgerlijk procesrecht en geschiloplossing

 83 keer bekeken  20 keer verkocht

Samenvatting omvat alle verplichte literatuur, artikelen, jurisprudentie en hoorcolleges.

Voorbeeld 4 van de 108  pagina's

  • Nee
  • Alle verplichte stof
  • 9 juni 2021
  • 108
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
zoetimmermans
HOORCOLLEGE 1; geschil en burgerlijk proces

HOOFDSTUK I; inleiding
Wat zijn de minimale eisen dit je aan een procedure stelt:
 Inhoud: goede uitspraak; de regels zijn goed toegepast (inhoudelijk juist, correcte feiten,
rechtvaardig)
 Tijd: redelijke termijn (en daarom ook zekerheid, vaststaande beslissingen)
 Procedurele rechtvaardigheid: fair trial (procedure moet op de juiste manier verlopen zijn,
met name hoor en wederhoor)

5. Hoofdbeginselen
Bronnen van de beginselen: art. 6 EVRM en rechtspraak EHRM, grondwet, art. 19-29 Rv en
ongeschreven recht. De beginselen spelen op de achtergrond en geven vorm aan de ‘harde’ regels.
De beginselen geven zaken aan waarop je moeten letten.

Institutionele vereisten (algemeen in art. 6 EVRM)
 Onafhankelijke rechter (art. 117 Gw)
 Onpartijdigheid (onbevooroordeeld, art. 36-41 Rv)
 Openbaarheid (art. 27-28 Rv)

Beginselen van procesrecht
 Fair trial/behoorlijk proces (art. 6 EVRM)
 Hoor en wederhoor (art. 19 Rv)
 Goede procesorde (ongeschreven recht)
 Partijautonomie/lijdelijkheid van de rechter (art. 23-26 Rv)
 Redelijke termijn (art. 20 Rv)
 Motivering (art. 30 Rv)

Welke staan in EVRM? Recht op een eerlijk proces, openbare behandeling van de zaak, openbare
uitspraak, redelijke termijn, onafhankelijke rechter en onpartijdige rechter.
Welke staan niet in EVRM? Goede procesorde, partijautonomie/lijdelijke rechter en recht op
(meervoudig) hoger beroep.

Hoor en wederhoor (art. 6 EVRM (fair trial/hearing) en art. 19 Rv)
 Het artikel staat in het Wetboek van rechtsvordering waardoor het geldt voor alle civiele
procedures.
Dit beginsel brengt mee dat aan beide partijen in gelijke mate het recht toekomt om door de rechter
te worden gehoord (mondeling en schriftelijk), zich op feiten en rechten te beroepen en bewijs te
leveren. De procespartijen nemen een gelijkwaardige positie in het proces in en worden gelijk
behandeld. De rechter mag de gedaagde wel in verstek veroordelen, maar niet zonder dat deze in de
gelegenheid is gesteld zich te verdedigen. De rechter mag niet kennis nemen van mondeling of
schriftelijke inlichtingen van een van de partijen zonder dat de wederpartij de gelegenheid krijgt zich
daarover uit te laten. Dit geldt ook voor stukken die van derden afkomstig zijn of die de rechter
ambtshalve heeft opgevraagd zonder partijen daarvan in kennis te stellen.

Echter betekent dit niet dat partijen steeds beschikking moet hebben over alle (onderliggende)
bescheiden en andere gegevens waarop een deskundigenbericht is gebaseerd om effectief
commentaar te geven. Ook mag de rechter wel gewoon gebruik maken van informatie die hij tot zich
heeft genomen door te ‘googlen’.

Onpartijdigheid van de rechter (art. 6 EVRM)

1

,De rechter moet onbevooroordeeld tegenover de partij in het geschil staan. Ook schijn van
partijdigheid moet worden vermeden. Zodra in een bepaalde geval feiten of omstandigheden
bestaan waardoor de onpartijdigheid van en rechter in gevaar zou kunnen komen, kan die rechter
door een partij worden gewraakt of kan hij zelf verzoeken zich te mogen verschonen (art. 36-41 Rv).
Een voorwaarde voor rechterlijke onpartijdigheid is rechterlijke onafhankelijkheid; de rechter dient
onafhankelijk te staan ten opzichte van degene die hem heeft benoemd, ten opzichte van derde en
ten opzichte van partijen.

Openbaarheid van behandeling en uitspraak (art. 6 EVRM)
Openbaarheid van rechtspraak waarborgt een onpartijdige behandeling en heeft dus preventieve
werking:
1. Allereerst kan het wantrouwen bij het publiek omtrent de gang van zaken voorkomen
2. Ten tweede is het een aansporing voor de rechter juist op te treden
Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtzittingen in het openbaar
plaats en geschiedt de uitspraak van vonnissen in het openbaar (art. 21 Gw, 4-5 RO en 27-28 Rv). Dit
geldt ook voor verzoekschriftprocedures en beschikkingen (art. 27-28 Rv). De beraadslaging en
besluitvorming in de rechterlijke colleges geschieden wel in de raadkamer: niet in het openbaar dus.

De uitzonderingen staan in art. 27 Rv. In deze gevallen kan de rechter gehele of gedeeltelijke
behandeling met gesloten deuren of slechts met toelating van bepaalde personen bevelen:
 In het belang van de openbare orde of goede zeden
 In het belang van de veiligheid van de staat
 Indien de belangen van minderjarige of eerbieding van de persoonlijke levenssfeer van de
partijen dit eisen
 Indien openbaarheid het belang van een goede rechtspleging ernstig zou schaden

Motivering van de beslissing (art. 30 Rv)
De motivering stelt partijen in staat te beslissen zich bij het vonnis neer te leggen dan wel een
rechtsmiddel daartegen in te stellen. Daarnaast stelt het de hogere rechter in staat de juistheid
daarvan en van de daarop berustende beslissing te beoordelen. Ook is het een waarborg voor
deugdelijke rechtspraak. Het dient dus niet alleen het belang van de partij maar ook het algemeen
belang: zij dient de rechtsvorming en rechtsontwikkeling en maakt deze zichtbaar door beslissingen
over rechtsvragen. Hoewel het vonnis alleen de partijen bindt, heeft het daarnaast een
precedentwerking. Dit kan alleen goed tot zijn recht komen als de belangrijkste rechterlijke
beslissingen worden gepubliceerd. Het gepubliceerde vonnis kan dan aanleiding geven tot reacties
en rechtswetenschappelijke besprekingen en commentaren.

Partij-autonomie
Partijen bepalen zelf of er wordt geprocedeerd en waarover wordt geprocedeerd. Het initiatief tot
het voeren van een proces gaat van de eisende partij uit: zij bepaalt welke vordering zij aan het
oordeel van de rechter onderwerpt en jegens wie zij haar aanspraak in rechte geldend maakt. De
verschenen gedaagde kan zijnerzijds feiten stellen en verweren voeren en daarmee ook inhoud
geven aan het geschil dat in het geding is. Partijen kunnen met wederzijds goedvinden het proces
ook beëindigen. De partij-autonomie heeft vooral betrekking op de inhoud van het geding. Echter
mogen partijen relevante feiten niet verzwijgen: ze moeten feiten volledig en naar waarheid voeren
(art. 21 Rv).

Deze partij-autonomie stelt zekere grenzen aan het rechterlijk handelen (lijdelijke rechter). De
rechter mag geen uitspraak doen over zaken die niet geëist zijn of meer toewijzen van gevorderd,
ook mag hij niet verzuimen op enig deel van de eis uitspraak te doen (art. 23 Rv). Ook mag de rechter
geen feiten toevoegen het door partijen gestelde. Hij onderzoekt en beslist de zaak op basis van
hetgeen partijen aan hun vordering, verzoek of verweer ten grondslag hebben gelegd, tenzij uit de

2

,wet anders voortvloeit ( art. 24 Rv). Hij beslist dus over al het gevorderde (art. 23 Rv) en alleen over
het gevorderde (art. 24 Rv, verbod ultra petita). Feiten die in het proces zijn gesteld en niet zijn
betwist moet de rechter als vaststaand beschouwen; hij mag daarvan in het algemeen geen bewijs
verlangen (art. 149 Rv).

Voor zover het gaat om de gang van de procedure heeft de rechter vele bevoegdheden en
verantwoordelijkheden. Hetzelfde geldt voor het verkrijgen en waarderen van bewijs, daar heeft hij
een grote vrijheid van handelen.

Onderzoek en beslissing in twee instanties
Partijen mogen na het proces in eerste instantie de zaak voor een hogere rechter brengen om deze
opnieuw in volle omvang te laten onderzoeken en berechten. Dit onderzoek strekt zich dan ook weer
over de feiten; daarom spreek je van twee feitelijke instanties of feitenrechters. Dit staat tegenover
de cassatierechter. Dit beginsel volgt niet uit art. 6 EVRM.

Toezicht op de rechtspraak door het middel van cassatie
Het doel van cassatie is toezicht op de wijze van rechtspreken, maar ook het handhaven van de
eenheid in de toepassing van het recht en het bevorderen van de rechtszekerheid. De
cassatierechter, in Nederland de Hoge Raad, beperkt zich in zijn onderzoek en beslissing tot de
toepassing van het recht (dus geen nieuw onderzoek naar de feiten).

Verplichte procesvertegenwoordiging (art. 79-80 Rv)
Voor de meeste gerechten mogen partijen niet zelf in het proces verschijnen, maar moeten zij zich
laten vertegenwoordigen door een daartoe bevoegde functionaris. Voor rechtbanken – met
uitzondering van kantonzaken – en voor de gerechtshoven kan dit alleen door een advocaat. Bij de
Hoge Raad kan het alleen door een advocaat van de Hoge Raad. Alle proceshandelingen, zoals
overleggen van processtukken en bewijsstukken, moeten door de procesvertegenwoordiger worden
gedaan. De rechter kan de partijen wel in persoon horen. Er zijn wel een aantal uitzonderingen:
 Kantonzaken: partijen kunnen in persoon procederen of door een gemachtigde laten
vertegenwoordigen
 Kort geding: gedaagde kan in persoon procederen, tenzij hij een eis in reconventie wilt
instellen.

HOOFDSTUK IV-A; de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg (niet-digitaal
procederen)
49. Inleiding
Door het KEI-programma is digitaal procederen in vorderingszaken met verplichte
procesvertegenwoordiging verplicht voor de rechtbank Gelderland en rechtbank Midden-Nederland.
Dit hoofdstuk gaat over niet-digitaal procederen bij de andere 9 rechtbanken, het volgende
hoofdstuk over digitaal procederen.

50. Onderscheid dagvaardings- en verzoekschriftprocedure
Er is een onderscheid tussen procedures die bij dagvaarding (art. 78 Rv) beginnen en procedures die
bij verzoekschrift beginnen. De algemene bepalingen van titel 1 Rv (art. 1-77 Rv) gelden voor beiden.
Om te weten of de dagvaardingsprocedure of de verzoekschriftprocedure dient te worden gevolgd
moet op de terminologie van het BW worden gelet.

Term in BW Soort procedure
‘Vordering’ Dagvaardingsprocedure
‘Verzoek’ Verzoekschriftprocedure


3

, Dagvaarding Verzoekschrift
Eis/vordering (aan de tegenpartij) Verzoek (aan de rechter)
Dagvaarding aan gedaagde Verzoekschrift aan griffie (die roept
belanghebbende op)
Formeel Minder formeel
Uitreiking door deurwaarder Neerleggen ter griffie (indienen ter griffie)
Vonnis Beschikking
Langere termijnen Kortere termijnen
Minder gefragmenteerd Meer gefragmenteerd
Eisende partij en verwerende partij Verzoekende partij en belanghebbende partij

Waarom verzoekschriftprocedure? Soms is het wenselijk als een procedure wat sneller en informeler
is, waarbij meer accent wordt gelegd op de mondelinge behandeling.

51. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg (art. 78-259 Rv)
Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding (art. 125 lid 1 Rv).

De rechter is vrij dominant in het bepalen hoe de procedure verloopt. De rechter wordt wat gevraagd
en moet daarover een uitspraak doen. Wat heeft de rechter daarvoor nodig:
 De rechter moet weten wat de eiser precies wilt (een eis)
 Argumenten voor hetgeen de eiser wilt (gronden; feiten + rechtsregels)
 Argumenten van de wederpartij (verweer)
 de uitspraak die de rechter vervolgens doet heet een vonnis (in appel wordt het een arrest)

Hoe begin je een procedure?
De eiser wilt iets van een rechter, het ligt dus voor de hand dat hij de rechter benaderd. Echter wil je
iets van de gedaagde hebben, dus die moet ook op de hoogte zijn. Je begint met het dagvaarden van
de gedaagde. Dagvaarding geschiedt bij exploot (art. 111 Rv). Elke dagvaarding is een exploot, maar
niet elk exploot is een dagvaarding. Exploten worden door een daartoe bevoegde deurwaarder
gedaan (art. 45 lid 1 Rv). Je kunt pas dagvaarden als je een executoriale titel hebt. Hoe kom je aan zo
een titel? Door een dagvaarding. Dus eerst dagvaarding en dan pas executoriale titel waardoor je een
deurwaarder kan inschakelen.

De dagvaarding wordt meestal door de advocaat gemaakt. Hetgeen wat allemaal in de dagvaarding
met staan staat in art. 45 en 111 Rv. Strikt genomen is dat nog de concept-dagvaarding, want het
geeft aan wat je wilt gaan dagvaarden. Dat wordt gestuurd naar de deurwaarder en die gaat naar de
gedaagde. Hij gaat dan uitleggen wat die dagvaarding inhoudt en wat het betekent. Hij laat een
uitdraai van de dagvaarding achter die hij ondertekent. Hetgeen wat hij achterlaat heet het exploot,
dit is het bewijsstuk dat iemand gedagvaard is. Op kantoor maakt hij ook weer een stuk en schrijft hij
precies op wat hij heeft gedaan. Dit is belangrijk om achteraf te checken of alles goed is gegaan.
Nadat dit allemaal gebeurd is zal het exploot ook naar de rechter gestuurd moeten worden. De rol is
eigenlijk een soort van agenda, het is de datum waarop de procedure begint.

Wat heb je allemaal nodig:
 Vordering: wat wil je?
 Blote feiten (art. 149 Rv): feiten over wat er is gebeurd. Deze kunnen je vaststellen zonder
juridische kwalificatie. De feiten die in het geschil zijn worden vastgesteld met behulp van
het bewijsrecht.
Bijv. zeggen wanneer je elkaar hebt gesproken of zeggen de telefoon van A is kapot gegaan
 Feitelijke grondslag (art. 24 Rv): stukje juridische kwalificatie over wat er is gebeurd. De
rechter oordeelt op basis van de feitelijk grondslagen die partijen aanvoeren (art. 24 Rv).

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zoetimmermans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  20x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd