Literatuur HC1, WC1, HC2
Hoofdbeginselen:
- Hoor en wederhoor
- Art. 19 Rv (6 EVRM)
- Recht van partijen om kennis te nemen en uitlaten over alle gegevens en bescheiden van
het geding
- Rechter is verbodenkennis te nemen van mondelinge/schriftelijke inlichtingen van een
partij zonder dat de wederpartij gelegenheid krijgt zich daarover uit te laten
- Onpartijdigheid van de rechter
- Vloeit voort uit gelijke behandeling van partijen in een proces
- Rechter moet onbevooroordeeld tegenover partijen en hun geschil staan
- Rechter kan worden gewraakt (art. 36-41 Rv)
- Openbaarheid van behandeling en uitspraak
- Art. 27 en 29 lid 1 Rv (121 GW, 4 en 5 Wet RO, 6 EVRM)
- Waarborg voor onpartijdige behandeling, preventieve werking
- Uitzonderingen (gesloten deuren) in art. 27, 803 en 818 lid 6 Rv
- Motivering van de beslissing
- Art. 30 Rv (121 GW, 5 lid 1 RO)
- Motivering geeft inzicht in rechters gedachtegang, aanvaarding/verwerping van gronden
van eis/verweer, concrete bezwaren kunnen bij hogere rechter worden aangevoerd
- Waarborg voor deugdelijke rechtspraak
- Partijautonomie
- Partijen bepalen of en waarover zal worden geprocedeerd
- Vooral betrekking op inhoud van geding
- Partijen mogen niet relevante feiten verzwijgen (art. 21 Rv)
- Rechter mag alleen uitspraak doen over zaken die geëist zijn (art. 23 Rv)
- Onderzoek en beslissing in 2 instanties
- Onderzoek van rechter in hoger beroep strekt zich tot de feiten
- In de meeste zaken staat het rechtsmiddel hoger beroep open
- Toezicht op de rechtspraak door het middel van cassatie
- Handhaven van eenheid in de toepassing van het recht
- In cassatie geen nieuw onderzoek naar de feiten
- Verplichte procesvertegenwoordiging
- Partijen moeten zich vertegenwoordigen met functionaris (advocaat)
- Alle proceshandelingen moeten door procesvertegenwoordiger worden verricht
Dagvaardings- en verzoekschriftprocedure in 1 e aanleg:
- Boek I Rv Titel 2 = dagvaardingsprocedure
Titel 3 = verzoekschriftprocedure
- Vordering = procedure bij dagvaarding
- Verzoek = procedure bij verzoekschrift
- Desverlangd/op verlangen van = het beroep kan in kader van rechtsvordering maar ook als verweer
tegen een eis worden gedaan
Dagvaardingsprocedure:
- Procedure in titel 2 Boek I Rv (art. 78-259 Rv)
- Omvat dagvaarding, verloop van geding, bewijs, incidentele vorderingen, schorsing, vonnis,
afbreking van instantie en kort geding
,- Contradictoire geding = gedaagde verschijnt op dagvaarding dat met vonnis op tegenspraak eindigt
- Geding bij verstek = gedaagde verschijnt niet en eindigt met verstekvonnis
- Geding is aanhangig vanaf dag van dagvaarding (= dag waarop exploot van dagvaarding wordt
betekend door deurwaarder)
Dagvaarding:
= mededeling aan gedaagde bij deurwaardersexploot dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter
moet verschijnen EN het deurwaardersexploot zelf (waardoor mededeling wordt gedaan)
- Is opgesteld als proces-verbaal van mondeling relaas van deurwaarder
→ mededeling aan gedaagde gedaan van de eis en de gronden, hij heeft hem opgeroepen op
een bepaald tijdstip voor de rechter te verschijnen
- Deurwaardersexploot is authentieke akte
- Dagvaarding moet voldoen aan voorschriften van vorm en inhoud (Art. 45 en 111 Rv)
- Eis en gronden vermelden (art. 111 lid 2 onder d Rv)
- in de gronden van eis vermeldt eiser feiten en rechten waarop eis is gebaseerd
- eis is de vordering zelf waarin eiser nauwkeurig omschrijft welke uitspraak hij verlangt
- Motiveringseisen = substantiëringsplicht en bewijsaandraagplicht (art. 111 lid 3 Rv)
Betekening van dagvaarding:
= uitbrengen van exploot door deurwaarder aan de gedaagde, met het doel de inhoud van het
exploot bekend te maken aan de desbetreffende persoon (en eventueel daarbij betekende stukken)
- In advocaatzaak wordt dagvaarding opgesteld door advocaat die zaak behandelt
- Betekening aan gedaagde in persoon of aan huisgenoot (46 lid 1 Rv)
→ gedaagde weigert afschrift van exploot te ontvangen = ook geldige betekening (46 lid 3 Rv)
- Exploot mag niet worden gedaan op zondag of algemeen erkende feestdag of tussen 20:00 en 07:00
→ uitzondering = art. 64 Rv
- Betekening in bijzondere gevallen = aan de Staat, openbare/private rechtspersonen, etc. (48-62 Rv)
- Dagvaarden aan iemand zonder bekende woon- of verblijfplaats = 54 lid 2 Rv
- Dagvaarden aan iemand met woonplaats buiten NL = 55 lid 1 Rv
Termijn van dagvaarding:
- Art. 119 Rv
- Tijd, gelegen tussen dag van betekening van dagvaarding en dag van verschijning
- Roldatum wordt niet meegerekend (dag van betekening en dag van verschijning)
- Gewone termijn van dagvaarding is minstens één week (114 Rv) 4 weken (115 lid 1 Rv)
Oproeping van derden als partij in geding:
- Oproeping in vrijwaring = art. 210 Rv
- Derde kan zich vrijwillig voegen in aanhangig geding = art. 217 Rv
- Oproepingen van derden als partij in het geding geschieden met inachtneming van de voor
dagvaarding geldende termijnen = 118 Rv
Inschrijving op de rol/verzuim van inschrijving/herstelexploot:
- Nadat dagvaarding is uitgebracht moet eiser de zaak tijdig aanbrengen bij rechtbank
- Origineel van exploot van dagvaarding indienen ter griffie (125 lid 2 Rv)
- Eiser vraagt de zaak op de rol in te schrijven
- Griffier schrijft zaak na aanbrenging in op de rol van een enkelvoudige kamer (125 lid 4 Rv)
- Als eiser heeft verzuimd de dagvaarding tijdig ter griffie in te dienen is gedaagde bevoegd de zaak
op de rol te laten inschrijven → gedaagde kan dan vorderen dat hij van de instantie wordt ontslagen
met veroordeling ven eiser in de kosten (127 lid 1 en 2 Rv)
,- Eiser kan verzuim van indiening van dagvaarding zelf herstellen door binnen 2 weken een
herstelexploot aan gedaagde te laten uitbrengen (125 lid 5 Rv)
Anticipatie:
- Art. 126 Rv
- Gedaagde heeft bevoegdheid om de in de dagvaarding vermelde roldatum te vervroegen
- Gedaagde laat exploot aan eiser uitbrengen
- Er moet ten minste 1 week tussen dag van exploot en aangezegde vroegere roldatum zijn (119 Rv)
- Gedaagde moet anticipatie-exploot ter griffie indienen, ook aan hem betekende afschrift van
dagvaarding overleggen = nodig voor inschrijving van nieuwe zaak op de rol
- Als anticipatie-exploot niet tijdig ter griffie is ingediend blijft oorspronkelijke roldatum gehandhaafd
(127 lid 3 Rv)
Griffierecht:
- Partijen zijn griffierecht verschuldigd
- Gedaagde in kantonzaak is GEEN griffierecht verschuldigd
- Hoogte van griffierecht wordt bepaald aan hand van tabel die bij wet is gevoegd
→ onderscheid tussen natuurlijk personen, rechtspersonen en onvermogende
- Inning aan de poort = niet-tijdige betaling van griffierecht heeft processuele consequenties
- 127a Rv = ontslag van gedaagde van instantie als eiser griffierecht niet tijdig voldoet
- 128 lid 6 Rv = als gedaagde griffierecht niet tijdig voldoet wordt gehandeld als in verstekzaak
- 282a Rv = vergelijkbare bepaling voor verzoekschriftprocedure
- Als partijen worden vertegenwoordigd door een advocaat moet deze door zijn deskundigheid en
kennis weten binnen welke termijn het griffierecht voldaan moet worden – volgt uit jurisprudentie
Nietigheid van dagvaarding en herstel van gebreken:
- Hoor en wederhoor zijn grondslagen voor de voorschriften van vorm en inhoud
- Sanctie van nietigheid dient om naleving van voorschriften te verzekeren
- Deformalisering = streven om gebreken in naleving van regels waar mogelijk te herstellen zodat
sancties uitblijven
- Bepalingen hierover = art. 65, 66 (exploten), 120-124 Rv (dagvaarding)
- Art. 65 Rv = exploot/akte van rechtspleging kan slechts nietig verklaard worden wegens gebrek dat
in de wet uitdrukkelijke met nietigheid is bedreigd of indien de nietigheid voortvloeit uit de aard van
het gebrek
- Art. 66 lid 1 Rv = alleen nietig als degene voor wie exploot is bedoeld onredelijk is benadeeld
lid 2 Rv = gebrek in exploot kan worden hersteld met herstelexploot
- Gebreken in dagvaarding die nietigheid meebrengen, kunnen bij exploot worden hersteld
→ herstelexploot moet voor de roldatum zijn uitgebracht waarbij dagvaardingstermijn in
acht moet worden genomen
- Als verdachte niet verschijnt op nietige dagvaarding verleent rechter geen verstek tegen hem
- Als aannemelijk is dat dagvaarding gedaagde als gevolg van gebrek niet heeft bereikt verklaart
rechter de dagvaarding nietig (121 Rv)
- Verschijnt gedaagde wel op dagvaarding en doet hij geen beroep op nietigheid, dan is de nietigheid
‘gedekt’
- 123 Rv = herstel van verzuim van advocaatstelling → leidt in beginsel tot nietigheid van de
dagvaarding → rechter geeft termijn voor herstel
- 124 Rv = als eiser in kantonzaak ten onrechte advocaat heeft gesteld wordt zaak voortgezet met
inachtneming van de voorschriften voor zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen
, Kantonzaken en advocaatzaken:
- Partijen bij kantonrechter kunnen in persoon procederen en in alle andere zaken alleen
vertegenwoordigd door een advocaat (79 Rv)
- Kantonzaken:
- partij voert zelf proces en verricht dus zelf alle proceshandelingen
- partij laat zich daarbij bijstaan door een ander
- partij laat zich vertegenwoordigen door gemachtigde die proces voor haar voert
- Kantonrechter kan bijstand of vertegenwoordiging weigeren als tegen die persoon ernstige
bezwaren bestaan en hij geen advocaat of deurwaarder is (81 Rv)
- Conclusie = gemotiveerd processtuk waarin partij uiteenzetting geeft omtrent de feiten in de zaak,
het toepasselijke recht bespreekt, haar standpunt en argumenten naar voren brengt en eventueel
een bewijsaanbod doet → dit alles uitmondend in een duidelijke slotsom
- Akte = schriftelijk processtuk van relatief beperkte omvang waarin bijv. bewijsaanbod wordt
gedaan, eis wordt gewijzigd, schriftelijke stukken worden overgelegd, gereageerd op bewijsaanbod,
eiswijziging of op door wederpartij overgelegde producties
- 82 Rv: regelt nemen van conclusies en akten voor of op roldatum
- kantonzaken = kan ter terechtzitting of door indiening ter griffie voor roldatum
- civiele zaken = conclusies en akten worden op roldatum genomen door indiening ter griffie
voor of op de roldatum (woensdag) voor 10.00
- Alle schriftelijke conclusies en akten moeten worden ondertekend: (83 Rv)
- kantonzaken = door partij of haar gemachtigde
- in advocaatzaken door advocaat
Verschijning en verstek:
- Verschijning = als beide partijen (eiser en gedaagde) zijn verschenen op zitting
→ er kan worden voort geprocedeerd in contradictoir geding
- Verstekverlening = vaststelling door rechter dat gedaagde niet is verschenen
- Na verlening van verstek wijst rechter de eisers vordering toe tenzij vordering onrechtmatig of
ongegrond voorkomt (139 Rv)
- Als eindvonnis nog niet is gewezen kan gedaagde tegen wie verstek is verleend het verstek zuiveren
door alsnog te verschijnen in het geding (142 Rv)
- Als eindvonnis wel is gewezen bij verstek is zuivering niet mogelijk, gedaagde kan alleen door verzet
tegen het vonnis komen (143-148 Rv)
- Tegen niet verschenen gedaagden wordt verstek verleend en tussen eiser en verschenen
gedaagden wordt voort geprocedeerd (140 Rv)
→ tussen alle partijen wordt 1 vonnis gewezen wat als vonnis op tegenspraak wordt
beschouwd → alleen hoger beroep staat open (geen verzet)
Conclusie van antwoord:
- Art. 128 Rv
- Verschenen gedaagde is na dagvaarding aan het woord voor cva
- Kan hij op de eerste roldatum nemen of latere door rechter te bepalen roldatum
- Meestal zal gedaagde uitstel vragen voor cva
- Gedaagde dient lezing van feiten te geven
- Concentratie van het verweer = na onderzoek van feiten en het recht alles aanvoeren in cva (lid 3)
- Bewijsaandraagplicht (lid 5)