In deze samenvatting zit alles wat je moet weten voor het tentamen. Het is gericht op alle hoorcolleges en hoe je een tentamenvraag moet beantwoorden en welke stappen je moet doorgaan. Bij elke week zit er een stappenplan. Zo heb je gelijk alle punten binnen en mis je niks! Ook staan er voorbeelde...
WEEK 1. Aard v/h bestuursrecht, nationaal en Europees bestuursrecht en de partijen in het
bestuursrecht.
Handelt x als bestuursorgaan? Artikel 1:1 lid 1 Awb.
Stap 1: a-orgaan? 2:1 BW
= orgaan van een rp krachtens publiekrecht ingesteld.
Zo nee, (stichting is privaatrechtelijke rp.) (nee want natuurlijke persoon)
Stap 2: b-orgaan 1:1 sub b Awb (apv)
= ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
1. ander persoon of college: nat./ rechtspersoon
2. openbaar gezag:
- Krachtens wettelijk voorschrift, (benoemen of het er is of niet) ja wet x en kan besluiten
nemen
- buitenwettelijk: er is sprake van een taak, welke door de overheid aan zich is getrokken en
welke door de rp met overheidsgeld wordt bekostigt. (stichting silicose)
=> uitwerking buitenwettelijk
1. Het gaat om subsidie, uitkeringen of andere op geld waardeerbare rechten, en de rp
fungeert als een soort doorgeefluik tussen overheid en burger.
2. Inhoudelijke vereiste: de overheid bepaalt de criteria volgens welke de subsidies of
uitkeringen worden verdeeld in beslissende mate. Goedkeuring v/d minister.
3. Financieel vereiste: Overheid verstrekt geld in overwegende mate (2/3).
tussenconclusie: als er aan de drie cumulatieve voorwaarden voldaan zijn, is er sprake van deze
vorm van openbaar gezag,
Conclusie: x handelt bij het verstrekken van de x als bestuursorgaan in de zin van de (1:1 lid 1
sub b awb), namelijk als a-orgaan/ b-orgaan o.g.v. de criteria uit het arrest stichting silicone. De
awb is van toepassing voor zover de stichting handelingen verricht om dat openbare gezag uit te
voeren.
———————————————————————————————————————————
vraag: Wat zal het college van B&W moeten beslissen ten aanzien van de ontvankelijkheid van het
bezwaar van deze stichting?
Algemene belang: belangen die de belangen van een individu overstijgen. Een stichting die
opkomt voor het milieu en de natuur in het Amsterdamse bos.
Collectieve belang: bundeling belangen van meerdere individuen. FN (vakbond) die tegen een
beschikking opgelegd aan werknemers/leden opkomt,
START: Rechtspersoon belanghebbende
Rechtspersonen kunnen opkomen voor hun eigen belang (art 1:2 lid 1 Awb) maar ook voor
algemene en collectieve belangen (1:2 lid 3 Awb)
Stap 1: komt de rp voor eigen belang op?
Zo ja toets OPERA criterium
NEE? Toets de drie criteria
Collectief belang: lid 3 cumulatief criteria:
1. Kenbare specificatie doelstelling: vind je bij statuten. Er is een specifieke doelstelling
namelijk en het staat in artikel x statuten.
2. Behartiging algemene belang moet blijken uit feitelijke werkzaamheden. Alleen
procederen valt hier niet onder. (toets je niet bij collectieve belang.) er is hier sprake van
collectieve behartiging, ondernemers zijn namelijk samengekomen om elkaar te beschermen.
Alleen procederen wordt niet beschouwd als feitelijke werkzaamheid.
3. Finaliteitsvereiste: relatie tussen wat men behartigt en doelstelling van rp. (het belang
waarvoor er wordt opgekomen is terug te voeren op de statutaire doelstelling. ) actieve
houding moet blijken. Het belang waar de ondernemingsvereniging voor opkomt is te voeren
op de statutaire doelstelling, namelijk,..
4. Ook moet er getoetst worden aan de opera criterium, muv het eigen belang, want de x rp
komt op voor algemeen/collectief belang). TOETS OPERA HIERONDER.
Pagina 1 van 31
,5. Conclusie: er is voldaan aan alle eisen van de Opera criteria, dus is artikel 1:2 lid 1 Awb van
toepassing. De x zijn belanghebbende bij het besluit. Het bezwaar zal vermoedelijk
ontvankelijk zijn./ nee het bezwaar zal niet-ontvankelijk zijn.
Eisen informele vereniging 2:30BW (behandelen als rp) - vereniging zonder notariële akte bezit
geen rechtspersoonlijkheid.
A) organisatiestructuur en ledensubstraat: benoeming en aanwezigen. Er wordt een voorzitter
benoemd, er is dus een soort orgaisatie. En er zijn aanwezigen: leden.
B) Als een eenheid deelnemen aan het rechtsverkeer: onder gezamenlijke naam opereren
ja? Namelijk x. Het lijkt dus of ze als een groep dingen doen.
Vereisten voldaan? Er is sprake van een informele vereniging en dus moet deze behandeld
worden als een rechtspersoon en art. 1:2 lid 3 Awb kan toegepast worden. Je kijkt naar dit artikel
omdat de vereniging opkomt voor algemene belangen namelijk het behoud van groen.
=> Ga dan verder vanaf de 3 cumulatieve criteria hierboven.
OPERA criterium
Objectief bepaalbaar: geen louter emotionele kwestie. Bijvoorbeeld hinder. Bewoners kunnen
overlast ervaren omdat..
Persoonlijk belang: je moet je voldoende kunnen onderscheiden van anderen. Bv omwonenden
onderscheiden zich van de rest van AMS omdat ze aan het plein wonen en er dagelijks mee te
maken hebben.
Eigen belang: dat je voor je eigen belangen opkomt en niet een ander. Zij ondervinden last van
de..
Rechtstreeks belang: geen afgeleid belang. Ja casus geeft geen andere aanwijzingen. De
bewoners ondervinden rechtstreeks nadeel van de supermarkt en worden rechtstreeks geraakt
door het besluit. Er zit geen schakel tussen.
Actueel belang: er is geen onzeker toekomstig belang want… Bv school is daar al gevestigd/
vergunning is al verleend
Conclusie: er is voldaan aan alle eisen van de Opera criteria, dus is artikel 1:2 lid 1 Awb van
toepassing. De x zijn belanghebbende bij het besluit. Het bezwaar zal vermoedelijk ontvankelijk
zijn.
——————————————————————————————————————————
Functies van het bestuursrecht
1. Instrumentele: biedt middel/instrument tot het bereiken van bepaalde doeleinden. Hoe
efficiënter een middel is hoe meer aan de instrumentele functie is voldaan. Niet iedereen hoeft
gehoord te worden. Het moet efficiënt zijn, maar dit neemt niet af dat iedereen hoeft te horen.
2. Legitimerende: regels waaraan het bestuur zich moet houden bij de uitoefening van hun
bevoegdheden. Het geeft een juridische grondslag. Een aanvraag tot het geven van een
beschikking geheel of gedeeltelijk kan afwijzen. / regelgeving legitimeert het aanmaken van
accounts op mijn.overheid.nl
3. Waarborg: rechtsbescherming burger tegen overheid. In de gelegenheid wordt gesteld om
gehoord te worden en om zo zijn zienswijze naar voren te brengen. Het artikel schept een
recht voor de burger en een plicht voor het bestuursorgaan.
=> vanwege de spanningen tussen de functies geldt er een optimaliseringsgebod. Dit houdt in
dat aan de drie functies zo goed mogelijk recht gedaan moet worden. De overheid moet de
functies zo goed mogelijk verwezenlijken.
Drie manieren waarop het Europese recht doorwerkt in onze rechtsorde:
1. Rechtstreekse werking: in beginsel als het gaat om verdragsbepalingen en richtlijnen die
zich tot de lidstaten richten. Als de regels onvoorwaardelijk en voldoende duidelijk zijn
geformuleerd, dan kunnen burgers er wel rechtstreeks een beroep op doen.
2. Conforme interpretatie: de wetgeving wordt conform het uniefecht uitgelegd en
geïnterpreteerd door de rechter. Dit steunt op het beginsel van de gemeenschapstrouw.
3. Francovich-aansprakelijkheid: Wanneer inhoudelijke bepalingen van een richtlijn
onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn geformuleerd, kunnen particulieren zich op
Pagina 2 van 31
, deze bepalingen beroepen tegenover elk nationaal voorschrift dat niet met die richtlijn in
overeenstemming is.
Europese richtlijn die Nederland omzet is hiertoe verplicht. o.g.v. art 288 VWEU moeten deze
bepalingen worden opgenomen in dwingende bepalingen van nationaal recht. (vervlechting). Een
richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij
bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm middelent e
kiezen.
Vervlechting: doordringen van eu-recht naar nationale recht.
De vervlechting van het eu-recht en het nationale recht wordt tegengehouden door het beginsel
van institutionele en procedurele autonomie.
De eu stelt hier wel twee randwaarden waar het nationale recht aan moet voldoen:
1. Gelijkwaardigheid of non discriminatiebeginsel: de nationale bepaling die wordt
gehanteerd ter effectuering van het europese recht mag Nieto gunstiger zijn/ minder
bescherming bieden dan de bepaling die van toepassing is op soortgelijke Nationale
verordeningen;
2. Doeltreffendheidsbeginsel: de nationale bepaling mag de uitoefenen van het uniefecht niet
onmogelijk of uiterst moeilijk maken.
WEEK 2. Bestuurshandelingen
Wat voor soort besluit? Dan hoef je alleen te zeggen of het een avv is of c-bas etc.
Is dit een besluit? Art. 1:3 lid 1 Awb
- schriftelijk: geschreven, elektronisch, een stempel of sticker.
- beslissing: def. Karakter (ja de afwijzing van een verzoek heeft een def. karakter)
- Bestuursorgaan art. 1:1 lid 1 Awb ( ja college van B&W is een bestuursorgaan in de zin van art
1:1 lid 1 sub a)
- Publiekrechtelijk: krachtens wettelijke voorschrift toegekende exclusieve bevoegdheid. (ja het
maken van beleidsregels is een exclusieve bevoegdheid van het bestuursorgaan o.g.v.
wettelijke voorschriften,4:81 Awb. Het bestuursorgaan kan beleidsregels vaststellen.)
- Rechtshandeling: het moet op haar gericht zijn. Rechtsgevolg moet uit de beslissing van de
B&W gelden en niet uit de wet. (uitkering kind van 5)
Stel niet voldaan ? Dan
* stel dat de afwijzing van het verzoek immers iets veranderd in de rechtspositie van x. Is er
dan sprake van een art 1:3 lid 2 Awb verruiming? Nee het is geen afwijzing van een
beschikking.
Conclusie: wel/geen besluit in de zin van art 1:3 lid 1 Awb.
Gelijkstellingen met een besluit over de hele linie
- afwijzing van een aanvraag van een beschikking (1:3 lid 2 jo. 1:3 lid 3 jo 1:2 Awb)
- betaling van een geldschuld (4:86 Awb)
- Beslissing toepassing bestuursdwang (5:31a lid 3 Awb)
Gelijkstelling met een besluit alleen voor de rechtsbescherming
- de schriftelijke weigering van een besluit. (6:2 sub a awb)
de afwijzing van een aanvraag om een besluit van algemene strekking te nemen. Het besluit
moet appellabel zijn. Bij avv is dat niet het geval.
- Het niet tijdig nemen van een besluit (6:2 sub b awb). Let op: als de lex silencio positivo van
toepassing is geldt dit niet.
Strategische toepassing van het besluit begrip: zowel in de wet, als in de jurisprudentie
worden een aantal handelingen van een bestuursorgaan gelijkgesteld met een besluit omdat het
wenselijk wordt geacht om bestuursrechtelijke rechtsbescherming te bieden.
Silencio positivo> wie zwijgt zegt toe. Hier komt een beschikking van rechtswege tot stand
indien het toepasselijke wettelijk beslissingstermijn is verstreken. Verlening van rechtswege bij
niet-tijdig beslissen geldt als een beschikking krachtens 4:20b lid 2.
Pagina 3 van 31
, Er zijn drie verschillende soorten jurisprudentiële gelijkstellingen:
1. Bestuurlijk rechtsoordeel;
2. Een wettelijk geregelde reactie op verplichte melding;
3. Beslissing op een verzoek om informatie
Bestuurlijk rechtsoordeel
1. Stap 1: benoem definitie! Zelfstandig als definitief bedoeld oordeel van een
bestuursorgaan (dus geen voorlopig standpunt). Niet zijnde en louter informatieve
mededeling. Omtrent de toepasselijkheid van een wettelijk voorschrift aangaande de
toepassing waarvan dat orgaan bevoegdheden heeft.
* als de C&B oordeelt dat er geen vergunning vereist is, dan hebben we te maken met een
rechtsoordeel.
2. Stap 2: Voldoet het aan art. 1:3 lid 1 Awb? (nee want de beslissing is niet op een rechtsgevolg
gericht./ het bestuurlijk rechtsoordeel is geen besluit, want geen rechtshandeling en wordt
daarmee ook niet gelijkgesteld.
3. Een uitzondering is dat het uitlokken of afwachten van het besluit onevenredig bezwarend is. ;
het is i.c. niet onevenredig bezwarend om een besluit uit te lokken waartegen
rechtsbescherming openstaat bij de bestuursrechter.
4. Nadeel voor de belanghebbende is onvoldoende/voldoende om een bestuurlijk rechtsoordeel
aan te merken als een besluit, omdat de belanghebbende een/geen ander besluit kan
uitlokken. (aanvraag of verzoek tot handhaving): de omwonende moeten wachten totdat de
activiteit zonder vergunning wordt verricht. Vervolgens kunnen zij een handhavingsverzoek
indienen.
*een brief met een zodanige mededeling is ogv 6:2 ook met een besluit gelijk gesteld.
* discretionaire bevoegdheid: naar eigen bevoegdheid/oordeel besluit nemen.
Mededeling:
Omdat deze mededelingen geen rechtsgevolgen hebben, kunnen zij niet als een besluit
worden aangemerkt. Onder omstandigheden worden zogenaamde ‘bestuurlijke
rechtsoordelen’ vanuit strategische overwegingen van rechtsbescherming door de rechter
als besluiten aangemerkt.
Uitgangspunt is dat een bestuurlijk rechtsoordeel geen besluit is; men moet in beginsel
een vergunning aanvragen of een handhavingsverzoek indienen om een besluit uit te
lokken, zodat dan de rechtsgang bij de bestuursrechter bewandeld kan worden.
Ter verkrijging van een effectieve rechtsingang bij de bestuursrechter kan op het
uitgangspunt een uitzondering worden gemaakt. Namelijk: wanneer het doen van een
aanvraag voor een vergunning of het doen van een verzoek om het treffen van
handhavingsmaatregelen wegens het intreden van onomkeerbare gevolgen of anderszins
onevenredig bezwarend is.
Besluit uitlokken
- bestuurlijk rechtsoordeel is geen besluit.
- Oplossing
-> vergunning aanvragen/ handhavingsverzoek indien om besluit uit te lokken
>> zo kan de rechtsgang bij de bestuursrechter bewandeld worden.
Meldingsplicht>
als uit een wettelijk voorschrift volgt dat voor een burger een verplichting of last bestaat om een
activiteit aan het bevoegde orgaan kenbaar te maken. De reactie op dit type melding is een
bestuurlijk rechtsoordeel of een declaratoir besluit.
Pagina 4 van 31
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Anoniem5321. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.