Samenvatting hoofdstuk 7: De wetgevingsprocedure bij de centrale overheid
1. Inleiding
Uit de wetsprocedure in de art. 81 e.v. Gw zou men indruk kunnen krijgen dat de totstandbrenging
van een wet niet heel lang duurt. Feitelijk begint de grondwettelijke wetsprocedure rechter pas
halverwege het wetgevingsproces. Aan wetsprocedure van art. 81 e.v. Gw gaat het nodige vooraf.
regeringswetsvoorstellen: door of vanwege de Koning ingediende wetsvoorstellen.
Begrotingswetsvoorstellen worden door de betrokken minister namens de Koning rechtstreeks aan
de TK gezonden, dus zonder tussenkomst van het staatshoofd.
initiatiefwetsvoorstellen: door de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstellen
Wetgevingsadvisering door RvS is nader uitgewerkt in de Wet op de Raad van State. RvS brengt over
alle regeringswetsvoorstellen advies voordat het voorstel bij de TK wordt ingediend.
Voordat de RvS een wetsvoorstel in handen krijgt, is meestal al een lange weg afgelegd. De
ministerraad is akkoord gegaan met het wetsvoorstel, andere adviesinstanties hebben advies
uitgebracht en daarvóór heeft er vaak een langdurig traject van ambtelijke voorbereiding
plaatsgevonden.
2. Voorbereidingsfase
Wetgeving en beleid
Op elke ministerie zijn wetgevingsambtenaren werkzaam die wetteksten en ook memorie van
toelichting schrijven. Bij vrijwel elk onderwerp werken wetgevingsjuristen nauw samen met collega’s
van ‘het beleid’.
De vier rationaliteiten van Snellen:
1. De juridische rationaliteit
2. De politieke rationaliteit
3. De financieel-economische rationaliteit
4. De technisch- en sociaalwetenschappelijke rationaliteit
in het contact tussen wetgevingsjuristen en beleidsmedewerkers is veel terug te vinden van de
botsing tussen de juridische rationaliteit en de andere rationaliteiten. De wetgevingsjurist staat in de
eerste plaats voor de juridische kwaliteit van het wetsvoorstel: overeenstemming met hoger recht en
de inpasbaarheid van nieuwe regels in ons rechtsstelsel. Toch is het ook de taak van de
wetgevingsjurist om rekening te houden met de beleidsmatige en politieke wensen. In de dagelijkse
wetgevingspraktijk is dus zeker nogal eens sprake van botsende meningen tussen de
wetgevingsjuristen en zijn ‘beleidscounterparts’.
Het begin van een wet
Veel ideeën ontstaan in het beleidsproces. Medewerkers van beleidsdirecties onderhouden nauw
contacten met uitvoeringsorganisaties, belangengroeperingen etc. waaruit signalen doorklinken om
wetgeving aan te passen of nieuwe wetgeving te maken. Ook evaluaties van een bestaande wet
leiden vaak tot nieuwe wetgeving. Rechterlijke uitspraken waarbij de wet op een in de ogen van de
regering niet gewenste wijze is geïnterpreteerd, zijn aanleiding voor een wetswijziging. Belangrijkste
initiërende factor voor wetgeving is de politiek. Het regeerakkoord is dwingend voor het
wetgevingsprogramma van elk ministerie. Nadeel: wetgevingsvoornemens in regeerakkoord te
weinig doordacht vanwege kleine kring en gebrek aan juridische kennis in zo een kring. Ambtelijke
initiatieven: voorbeelden hiervan zijn wijzigingswetten die in het teken staan van onderhoud of
kleine reparaties aan bestaande wetten. Tal van wetten strekken tevens tot implementatie van
1
, Europese richtlijnen. Ook de bewindspersoon (minister) kan eigen ideeën hebben over de
wenselijkheid van nieuwe wetgeving.
Uit het voorgaande blijkt dat het niet de wetgevingsambtenaren zijn die alsmaar initiatieven nemen
tot nieuwe wetgeving.
Beleidsnota’s/contourennota: aan nieuwe wetgeving van enige omvang of met een ingrijpend
karakter gaan vaak een of meer beleidsnota’s aan de TK vooraf. De mondelinge behandeling van zo
een nota in de TK, in algemeen overleg, geeft het kabinet dan inzicht in de haalbaarheid van de
voorstellen. Bij het opstellen van het wetsvoorstel kan daarmee dan al rekening worden gehouden.
Startnotitie: in zo een startnotitie wordt de instemming van de bewindspersoon gevraagd met het
opstellen van een wetsvoorstel. Vanaf dat moment verschijnt het wetsvoorstel ook op het
wetgevingsprogramma van het betrokken ministerie. Inhoud startnotitie: feitelijke gegevens zoals de
beoogde inhoud van wetsvoorstel, betrokken ambtenaren etc. Startnotities zijn primair bedoeld als
basis voor interne besluitvorming en onderdeel van de departementale voorbereiding van
regelgeving en beleid.
Opschaling: als de ambtenaren op de werkvloer een interdepartementaal verschil van mening niet
weten op te lossen, wordt er ‘opgeschaald’ naar een hoger ambtelijk niveau, bijv. een overleg tussen
directeuren of in uitzonderlijke gevallen de secretarissen-generaal (de hoogste ambtenaren) van de
betrokken ministeries. Als ook zij er niet uitkomen, volgt er soms een ‘bewindsliedenoverleg’. Als
zelfs overleg tussen de betrokken bewindspersonen niet tot een oplossing leidt, zal er in de
ministerraadsfase een knoop moeten worden doorgehakt.
In het voorbereidende stadium vindt ook vaak uitvoerig overleg plaats met personen en organisaties
buiten de overheid. Dat zij dan (deels) dezelfde personen en organisaties die in een later stadium van
het wetsvoorstel officieel geconsulteerd worden over het wetsvoorstel. Soms ligt het accent op het
inwinnen van informatie, omdat kennis over uitvoeringskwesties nu eenmaal het beste bij de
uitvoerende instanties kan worden vergaard.
3. Consultatiefase
Uitvoeringsinstanties die geconsulteerd zijn voeren vaak een uitvoeringstoets, waarin wordt bekeken
of en onder welke condities de voorgestelde regels naar het oordeel van de betrokken instantie
uitvoerbaar zijn. Soms worden consultaties overgeslagen bij eenvoudige reparatiewetjes of
routinematige wijzigingswetsvoorstellen. Voordat een wetsvoorstel in consultatie wordt gebracht
moet het een formeel akkoord krijgen van de verantwoordelijke minister.
Openbaarheid
De adviezen van externe, door de overheid ingestelde adviescommissies, moeten door de betrokken
minister openbaar worden gemaakt binnen 4 weken nadat de minister de adviezen heeft ontvangen.
Ook het aan de adviescommissie voorgelegde conceptwetsvoorstel moet uiterlijk dan openbaar
worden gemaakt. Mag echter ook eerder.
Verwerking van adviezen Ar 213 leden 2 en 3
Internetconsultatie
In de consultatiefase wordt meestal aan enkele specifieke instanties om advies gevraagd. Het zijn dan
vaak belangenorganisaties die dan worden geconsulteerd. Behartiging van deelbelangen kan het
gevolg zijn. Mede om die reden wordt gekozen voor een bredere wijze van consultatie, namelijk via
internet. Deze internetconsultatie vindt dan plaats naast de traditionele vormen van consultatie.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper madiha_e. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.