Toets Nederlands in de onderbouw
Inholland – Den Haag – Versneld Deeltijd Pabo – 2020-2021 – jaar 1
Jean-Paul Bindels - 675016
Paus - Portaal..............................................................................................................................3
H1 Visies op taalonderwijs.....................................................................................................3
H2.Wat is taal?.......................................................................................................................4
H3. Taalverwerving via spreken en luisteren.........................................................................6
H4. Mondelinge taalvaardigheid............................................................................................9
H5. Geletterdheid lezen.......................................................................................................10
H6 Schrijven..........................................................................................................................10
H8 Woordenschat................................................................................................................11
Huizenga - Spelling...................................................................................................................14
H1.........................................................................................................................................14
H2.2 Spellingstrategieën......................................................................................................15
H3 - geletterdheid bij kleuters..............................................................................................16
Huizinga – Aanvankelijk en Technisch Lezen...........................................................................19
2.1 - lezen als informatie verwerking...................................................................................19
H3 – Geletterdheid bij peuters en kleuters..........................................................................22
4.1.1 Tussendoelen beginnende geletterdheid...................................................................25
4.2 Leerstofordening bij aanvankelijk lezen.........................................................................25
Verplichte literatuur
Paus, H. (red.). (2018). Portaal. (5e druk). Bussum: Coutinho. De volgende hoofdstukken zijn verplicht:
hoofdstuk 1 (1.2 t/m 1.5), hoofdstuk 2, hoofdstuk 3, hoofdstuk 4 (4.4 en 4.5), hoofdstuk 5 (5.4 en 5.5),
hoofdstuk 6 (6.4 en 6.5), hoofdstuk 7 (7.4 en 7.5), hoofdstuk 8, hoofdstuk 10 (10.1.5, 10.4, 10.5).
,Huizenga, H. (2016). Aanvankelijk en technisch lezen. (4e druk). Serie Taal & didactiek. Groningen:
Noordhoff. De volgende hoofdstukken zijn verplicht: hoofdstuk 2 (2.1 t/m 2.4), hoofdstuk 3, hoofdstuk
4 (4.1.1 en 4.2), hoofdstuk 9 (9.2).
Huizenga, H. (2015). Spelling. (5e herziene druk). Groningen: Noordhoff. De volgende hoofdstukken zijn
verplicht: hoofdstuk 1, 2 en 3.
2
, Paus - Portaal
H1 Visies op taalonderwijs.
Traditioneel taalonderwijs. Nadruk op schriftelijke vaardigheden, vormaspecten,
grammatica is belangrijk. Oefenen van de deelvaardigheden, aparte lessen voor de
deelgebieden.
Thematisch-cursorisch taalonderwijs. Wordt gewerkt vanuit bepaalde thema’s met
aal. Taken zijn bedacht om al werkend taalervaringen op te doen. Waar nodig wordt
dit ondersteunt met cursorische activiteiten waarbij vak onderdelen worden
geoefend die niet aan bod komen. Leerlingen ervaren het als zinvol, nadeel is dat het
veel tijd kost.
Taalgericht vakonderwijs. Taal bij alle vakken. Taal gebruik je voor het leren van
nieuwe inhouden en voor het verkrijgen van nieuwe inzichten, grote focus op
interactie. Door uitgekiende instructies en goed omschreven taaltaken het
denkproces bij de leerlingen te ontwikkelingen. Voordeel is dat taal wordt gebruikt in
situaties die betekenisvol zijn, transferproblemen kunnen worden voorkomen.
Nadeel kan zijn dat bepaalde taalonderdelen beter cursorisch kunnen worden
aangeleerd.
Communicatief taalonderwijs. Centraal dat leerlingen leren om goed mondeling en
schriftelijk te communiceren. Zender, boodschap, ontvanger. Creëren van reële
communicatieve situaties. Voordeel is dat de leerlingen gemotiveerd kunnen worden
door de gekozen situaties. Nadeel is dat deze gekunsteld over kunnen komen als de
leraar ze steeds moet kiezen
Whole-languagebenadering. Taal wordt als geheel aangeboden i.p.v. hapklare
blokjes. Krachtige werkvormen die diverse vaardigheden combineren.
Strategisch taalonderwijs. Gebaseerd op de visie dat de leerlingen voor het uitvoeren
van communicatieve taken strategieën moeten leren beheersen. In het
taalonderwijs worden de belangrijkste uitgelegd. Voordeel is de leerlingen
beschikking krijgen over een middel om greep op de taal te krijgen. Nadeel is dat
strategieën soms een doel op zich worden, i.p.v. een middel.
Taakgericht taalonderwijs. Taal leer je niet alleen om er taken mee uit te voeren,
maar ook door zulke taken uit te voeren. Er is vaak een kloof tussen wat ze aan
taalvaardigheid bezitten en wat ze nodig hebben om een taak tot een goed einde te
brengen.
Interactief taalonderwijs. Leerlingen leren taal het beste in een krachtige
leeromgeving waarbij rekening wordt gehouden met hun individuele verschillen en
behoeften. Betrokkenheid en activiteit staan centraal. Drie manieren van leren/drie
pijlers. Betekenisvol leren. Kinderen leren het best in contexten die voor hen
belangrijk zijn. Sociaal leren, leren in samenspraak en samenwerking met (meer
ervaren) anderen. Strategisch leren, leerlingen hebben concrete strategieën nodig
om bepaalde taalproblemen op een efficiënte manier op te lossen.
Inhouden van het taalonderwijs – vak nederlands.
1. vaardigheden. Spreken, luisteren, schrijven, lezen
2. Woordenschat
3