Leerdoelen Strafrechtelijke aansprakelijkheid 2020 – 2021
Algemene leerdoelen:
- Meerdere of alle van de volgende materieelrechtelijke onderwerpen grondig beschrijven en uitleggen:
(1) legaliteitsbeginsel,
(2) overgangsrecht,
(3) nationale jurisdictie,
(4) causaliteit,
(5) wederrechtelijkheid,
(6) opzet,
(7) schuld,
(8) excepties,
(9) strafbare voorbereiding,
(10) strafbare poging,
(11) fysiek daderschap en functioneel daderschap,
(12) daderschap van de rechtspersoon
(13) aansprakelijkheid van feitelijk leidinggevers/opdrachtgevers,
(14) deelneming aan strafbare feiten,
(15) samenloop van strafbare feiten
(16) het ne bis in idem-beginsel en art. 68 Sr;
- relevante rechtsbronnen toepassen op die materieelrechtelijke onderwerpen;
- theoretische vraagstukken oplossen die betrekking hebben op een of meerdere van de hiervoor
vermelde onderwerpen;
- de verworven kennis toepassen op materieelrechtelijke casusposities die een of meerdere van de
hiervoor vermelde onderwerpen bevatten;
- verbanden leggen tussen diverse van de hiervoor genoemde materieelrechtelijke leerstukken;
- materieelrechtelijke juridische problemen die betrekking hebben op een of meerdere van de hiervoor
vermelde materieelrechtelijke onderwerpen analyseren;
- de betreffende beschrijvingen, toepassingen en analyses in de vorm van een helder en gestructureerd
betoog weergeven.
Pagina 1 van 39
,Week 1: Het legaliteitsbeginsel, overgangsrecht en rechtsmacht
Leerdoelen
- De volgende materieelrechtelijke onderwerpen grondig beschrijven en uitleggen:
1) het legaliteitsbeginsel,
2) het verbod van terugwerkende kracht en de uitzonderlingen daarop van art. 1 lid 2 Sr en
3) de nationale jurisdictie;
- relevante rechtsbronnen toepassen op die onderwerpen;
- theoretische vraagstukken oplossen die betrekking hebben op de hiervoor vermelde onderwerpen;
- de verworven kennis toepassen op materieelrechtelijke casusposities;
- materieelrechtelijke juridische problemen die betrekking hebben op de hiervoor vermelde
materieelrechtelijke onderwerpen analyseren;
- de betreffende beschrijvingen, toepassingen en analyses in de vorm van een helder en gestructureerd
betoog weergeven.
Jurisprudentie
- Het legaliteitsbeginsel in Straatsburgs perspectief
- Incest
- Linquenda
- Lex mitior
Strafrecht algemeen
- Materieel strafrecht
o De inhoud, werkelijkheid à Strafbaarstelling van gedrag + straf
- Formeel strafrecht
o Vrom, procedure à Verwezenlijking materiele strafrecht
Misdrijven/overtredingen
- Misdrijf (boek II): ernstig à opzet en schuld opgenomen in bestanddeel à hogere straffen,
mogelijkheid poging, voorbereiding etc.
- Overtreding (III): minder ernstig à poging tot, voorbereiding etc. aan overtreding is niet strafbaar
Formeel/materieel delict
- Formele delicten: voor strafbaarheid een bepaalde handeling voldoende.
- Materiele delicten: waarbij meer een bepaald gevolg centraal staat.
à Het onderscheid in formele en materiele delicten is van belang voor materieelrechtelijke leerstukken
zoals poging (bij materieel want bij formeel is dit vaak voltooid delict), causaliteit (bij materiele) en
verjaring (begint te lopen bij handeling of gevolg).
Krenkings- en gevaarzettingsdelicten
- Gevaarzettingsdelicten: bedreiging van rechtsgoed, het gevaar voor krenking strafbaar gesteld
à Preventie
o Abstracte gevaarzettingsdelicten zijn vooral formeel (handeling)
o Concrete gevaarzetting vaak materieel (gevolg).
- Krenkingsdelicten: daadwerkelijke schending/krenking van een rechtsgoed. Vaak materieel maar
kunnen tevens formeel worden omschreven.
à Vergelding
Kwaliteits- en algemene delicten
- Algemene delicten zijn delictsomschrijvingen die tot iedereen zijn gericht, ieder mens kan het delict
plegen (bijv. moord, diefstal etc).
- Bij kwaliteitsdelicten richt de delictsomschrijving zich vaak in directe zin tot rechtssubjecten met een
bepaalde hoedanigheid (bijv. incestbepaling, degene die in staat van faillissement verkeert, een
ambtenaar die een ambtsmisdrijf pleegt).
à Onderscheid in kwaliteits- en algemene delicten is van belang voor daderschap en deelneming
(kring van mogelijke plegers is beperkt tot de subjecten met de hoedanigheid)
Pagina 2 van 39
,Commissie/omissie delicten
- Commissiedelicten: strafbare feiten die door handelen worden begaan (in de delictsomschrijving staat
een gedraging centraal (stelen, slaan, verkrachten etc,).
- Omissiedelicten: indien in een delictsomschrijving een gebod wordt gegeven, het is de strafbaarstelling
van nalaten.
o Eigenlijke/zuivere omissiedelicten: uit de wettelijke omschrijving van de gedraging blijkt dat
het om een omissiedelict gaat (het is duidelijk wie er niet mag nalaten, dus tot wie het
omissiedelict zich richt: lijkt beetje op kwaliteitsdelict dan)
o Oneigenlijke/onzuivere omissiedelicten: het gaat naar wettelijke omschrijving om een
commissiedelict dat toch ook door nalaten kan worden begaan (noodzakelijke zorg voor kind
onthouden waardoor het dood gaat: commissiedelict is doodslag, dat door nalaten is begaan).
Gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten
- Gekwalificeerde delicten: met zwaardere straffen bedreigd dan de grondvorm van die delicten omdat
het is gepleegd onder bijzondere omstandigheden (voorbedachte rade, roekeloos, met terroristisch
oogmerk) of omdat ernstige gevolgen zijn ingetreden. De wettelijke strafverzwaringsgronden zijn
opgedeeld in objectieve aard (feiten) en subjectieve aard (persoon)
- Geprivilegieerde delicten: met lichtere straffen bedreigd dan de grondvorm van die delicten (in verband
met hoedanigheid dader)
Voorwaarden voor strafrechtelijke aansprakelijkheid
1. Menselijke gedraging
2. Die valt binnen de grenzen van de wettelijke delictsomschrijving
3. Die wederrechtelijk is
4. En aan schuld te wijten
Naast bovenstaande voorwaarden gelden vaak nog specifieke voorwaarden die je uit de delictsomschrijving kan
halen. Bijvoorbeeld een causaal verband, verbod ne bis in idem, samenloop
Strafrechtelijk beslismodel:
Formele vragen art. 348 Sv à einduitspraken in art. 349 lid 1 Sv
1. Is de dagvaarding geldig (art. 261 Sv)
2. Is de rechter bevoegd?
o Absoluut: type
o Relatief: plaats
3. Is het OM ontvankelijk?
à Vormverzuim, rechtsmacht, beginselen goede orde, ne bis in idem etc.
4. Zijn er redenen voor schorsing der vervolging?
Materiele vragen art. 350 Sv à einduitspraak art. 352 Sr (jo. 351/9a Sr)
1. Kan het ten laste gelegde feit worden bewezen? Zo niet: vrijspraak
2. Is het bewezenverklaarde strafbaar? Kwalificatievraag: alle bestanddelen in do in tll? Zo niet: OVAR
3. Is de verdachte strafbaar?
4. Welke sanctie dient opgelegd te worden?
Legaliteitsbeginsel art. 1 lid 1 Sr
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Dit is een breed
internationaal erkend beginsel (art. 7 EVRM, art. 15 IVBPR, art. 16 Gw etc.).
à ‘Wettelijke strafbepaling’ omvat de wet in formele zin (WvSr, Opiumwet etc.) en de wet in materiele zin (APV,
Verordeningen etc.)
Elementen van legaliteit
- Aansprakelijkheid op grond van een wettelijke bepaling:
o Nullum crimen sine lege (lex certa): geen feit is strafbaar zonder wettelijke strafbepaling. Het
strafbare feit en bijbehorend gedrag moet zo specifiek mogelijk omschreven zijn.
o Nulla poena sine lege: geen straf zonder wet
Pagina 3 van 39
, - Geen terugwerkende kracht:
o Nulla poene sine lege praevia: je kan niet worden gestraft voor een feit zonder dat daaraan
voorafgegaan een wettelijke strafbepaling staat.
- Verbod van extensieve interpretatie en analogieverbod
Volgens Straatsburgs Hof is extensieve interpretatie toelaatbaar zijn indien het gaat om een geleidelijke
ontwikkeling, die overeenstemt met de essentie van het delict en redelijkerwijs voorzienbaar is. In
sommige gevallen kan extensieve interpretatie keuzes moeten worden gemaakt die de rechtsvormende
taak van de rechter te buiten gaat. In sommige gevallen van extensieve interpretatie kan een beroep
worden gedaan op art. 1 lid 1 Sr: de rechter is niet vrij om aan een term een ruimere betekenis te
geven. Het legaliteitsbeginsel in Straatsburgs perspectief: Deze zaak gaat over een verkrachting binnen
het huwelijk. Man vindt dat art. 7 EVRM geschonden is: het legaliteitsbeginsel. Het oordeel is echter:
het vernederende karakter van verkrachting is dermate evident dat veroordeling van een man wegens
poging tot verkrachting van zijn vrouw niet in strijd is met het doel en strekking van art. 7, en is dus niet
geschonden. Mits aan twee voorwaarden is voldaan: 1) de ontwikkeling moet in overeenstemming zijn
met de essentie van het delict en 2) moet in redelijkheid voorzienbaar zijn geweest.
Fundamenten legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel is instrumenteel en rechtsbeschermend: het legitimeert en limiteert de mogelijkheden
van strafrechtelijk optreden. Het legaliteitsbeginsel kent een paar fundamenten:
- Schuld en preventie: het creëert inzicht in de strafwaardigheid van het gedrag waardoor
vermijdbaarheid en verwijtbaarheid kan worden erkend
- Rechtstaat: de overheid is gebonden aan de wet (democratisch): alles bij de wet voorzien
- Rechtszekerheid als overkoepelend fundament: burgers moeten weten waar zij aan toe zijn zodat ze
hun gedrag kunnen aanpassen. De overheid mag niet willekeurig te werk gaan. Rechtszekerheid wordt
gediend door duidelijke en precieze omschrijving van strafbaar gedrag.
-
Verbod van terugwerkende kracht art. 1 lid 1 Sr
Hoofdregel
Op grond van art. 1 lid 1 Sr dan wordt men gestraft op basis van de bepalingen die ten tijde van het handelen
golden. Hierin is het verbod van terugwerkende kracht van strafbepalingen opgenomen (het materieel
legaliteitsbeginsel). Het verbod op terugwerkende kracht betreft zowel de strafbaarheid als de strafoplegging.
Dit hangt samen met de rechtszekerheid: het verbod dient namelijk kenbaar te zijn.
Uitzondering: overgangsrecht
Er geldt echter een nuancering op de hoofdregel van art. 1 lid 1 Sr, namelijk: bij een wetswijziging ten gunste van
de verdachte moet de nieuwe bepaling worden toegepast op grond van art. 1 lid 2 Sr.
Stappenplan: Wanneer is er sprake van verandering van wetgeving zoals bedoeld in art. 1 lid 2 Sr
1. Wijzigingen die verband houden met de delictsomschrijving dan wel vervallen gehele strafbaarstelling
2. Wijzigingen in regels van sanctierecht
Situatie 1: verandering delictsomschrijving (hierna: d.o.)/strafbaarstelling
à Beperkt materiele leer
1. Is er sprake van wetgeving (materiele uitleg)
Beoordeel of er sprake is van wetgeving. Het gaat hier niet alleen om (formele) wetswijzigingen
aangaande de strafbepaling, maar ook andere relevante wetswijzigingen uit andere rechtsgebieden die
doorwerking hebben in strafrechtelijke normstelling (HR Incest: burgerlijk wetboek) wetgeving uit
andere rechtsgebieden. De wetgeving moet wel algemeen verbindende bepalingen zijn. Let hier bij op
het arrest HR incest: het gaat hierbij ook om wijzigingen in andere wetten die doorwering hebben in
strafrechtelijke normstelling (zoals burgerlijk wetboek)
2. Is er een verandering (beperkte uitleg)
Beoordeel of er sprake is van een ‘gewijzigd inzicht van de wetgever omtrent de strafwaardigheid van
de onderwerpelijke gedraging. Slechts veranderingen die voortvloeien uit een veranderd inzicht
omtrent de strafwaardigheid worden gezien als een verandering in de zin van art. 1 lid 2 Sr.
Pagina 4 van 39