PROBLEEM 3 – verbintenissenrecht
Wat zijn algemene voorwaarden?
Algemene voorwaarden zijn standaardvoorwaarden opgesteld door een verkoper of
dienstenaanbieder en bedoeld om deel uit te maken van elke met een koper of afnemer van
diensten gesloten overeenkomst. Zie art. 6:231 sub a BW.
De HR heeft herhaaldelijk overwogen dat voor het overeenkomen van algemene voorwaarden, ook
in het handelsverkeer, geen andere eisen gelden dan voor het tot stand komen van overeenkomsten
in het algemeen.
Aan de algemene voorwaarden is een afdeling van de overeenkomstentitel gewijd afdeling 6.5.3.
Doeleinden:
1. Zij strekt ertoe de rechterlijke controle op de inhoud van de algemene voorwaarden te
versterken, ter bescherming van de personen jegens wie de voorwaarden worden gebruikt.
Dit wordt bereikt via art. 6:233 sub a, waarin een open norm is neergelegd: als een beding in
algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is voor de wederpartij, is dat beding
vernietigbaar.
2. Rechtszekerheid bv. het terugdringen van totstandkomingsdiscussies (art. 6:232).
3. De afdeling bevat regels die overleg tussen belanghebbenden over de inhoud van algemene
voorwaarden stimuleren.
Afdeling 6.3.5 is toepasselijk ten aanzien van alle obligatoire overeenkomsten, behalve
arbeidsovereenkomsten en collectieve arbeidsovereenkomsten (6:245). Op andere meerzijdige
vermogensrechtelijke rechtshandeling via schakelbepaling van art. 6:216.
Begrip algemene voorwaarden
Art. 6:231 sub a: algemene voorwaarden. Als niet aan de omschrijving van het artikel is voldaan, is er
geen sprake van algemene voorwaarden en blijft afdeling 6.5.3 buiten toepassing.
- Wat dan rechtens is, is overgelaten aan de algemene leerstukken, totstandkoming en uitleg
(art. 3:33-35, 6:217 e.v.) en van redelijkheid en billijkheid (6:248).
Bestemmingscriterium
De wet eist dat bedingen zijn opgesteld om in een aantal overeenkomsten op te nemen. Omdat
de voorwaarden voor meermalig gebruik moeten zijn bestemd, spreekt men vaak van
‘bestemmingscriterium’.
De bewijslast ligt bij de wederpartij jegens wie de voorwaarden zijn gehanteerd.
- Meestal zal dit bewijs geen probleem opleveren.
- Meestal zet de gebruiker ‘Algemene Voorwaarden’ boven de clausules en geeft daarmee zelf
al aan dat ze zijn opgesteld om in een aantal contracten te worden opgenomen.
- De vereiste bestemming kan verder bijv. blijken uit het feit dat de voorwaarden in een flinke
oplage zijn gedrukt, uit de deponering van die voorwaarden bij de griffie van een rechtbank
of bij een Kamer van Koophandel, of uit de publicatie ervan in een nieuwsblad.
- Of de gebruiker persoonlijk inderdaad van plan is of was om de voorwaarden meermalen te
benutten is hierbij niet doorslaggevend het komt – objectiverend – aan op hetgeen
redelijkerwijze omtrent de bestemming van de bedingen mag en moet worden aangenomen.
De bestemming voor gebruik in een aantal overeenkomsten kan door de wederpartij ook op meer
indirecte wijze worden aangetoond, namelijk door te bewijzen dat de bewuste voorwaarden in het
verleden reeds een aantal malen eerder in overeenkomsten zijn gebruikt.
1
, Uitzonderingen voor kernbedingen
Het slot van art. 6:231 sub a, inhoudende dat bedingen die de kern van de prestaties aangeven –
meestal wordt gesproken van ‘kernbedingen’ – worden uitgezonderd, vereist nadere aandacht.
Onder de kern van de prestaties zijn de essentiële punten van de overeenkomst te verstaan: bij koop
de aanwijzing van de zaak en de vaststelling van de prijs, bij huur de aanwijzing van de woning en de
bepaling van de verschuldigde huursom.
Als vuistregel kan gelden dat dié afspraken als kernbeding zijn te beschouwen, zonder welke de
overeenkomst bij gebreke aan voldoende bepaalbaarheid (art. 6:227) niet geldig tot stand zou
kunnen komen.
In de formule ‘bedingen die de kern van de prestaties aangeven’ dient het woord aangeven dus strikt
te worden opgevat, in de zin van fundamenteel vastleggen.
- Er bestaan talloze bedingen die weliswaar de kern van de prestaties ‘betreffen’, maar die
deze kern niet zelf ‘aangeven’.
De HR heeft, conform het bovenstaande, uitgesproken dat de ter zake van kernbedingen gemaakte
uitzondering ‘zo beperkt mogelijk’ moet worden opgevat.
- In aansluiting hierop leert de Raad dat de kernbedingvraag moet worden beantwoord naar
objectieve maatstaven (en dus niet naar het subjectieve inzicht van partijen).
Gebruiker en wederpartij; modelakten
Art. 6:231 definieert voorts twee andere begrippen: ‘gebruiker’ en ‘wederpartij’.
- Gebruiker is degene die algemene voorwaarden in een overeenkomst gebruikt (art. 6:231
sub b).
- Wederpartij is degene die door ondertekening van een geschrift of op andere wijze de
gelding van algemene voorwaarden heeft aanvaard (art. 6:231 sub c).
Meestal leveren deze omschrijvingen weinig moeilijkheden op. Wel kunnen twijfels ontstaan in
bepaalde situaties waarin de voorwaarden niet door de contractspartij zelf, maar door een derde
voor meervoudig gebruik zijn opgesteld of door een onafhankelijke beroepsbeoefenaar zoals notaris.
Wanneer zijn algemene voorwaarden van toepassing?
Algemene voorwaarden zijn in wezen gewone contractuele bedingen en kunnen alleen tot inhoud
van de overeenkomst worden, door aanbod en aanvaarding.
- Aanbod: dat de gebruiker ter gelegenheid van de contractssluiting aan de wederpartij op
enigerlei wijze moet aangeven dat hij de algemene voorwaarden in de te sluiten
overeenkomst opgenomen wenst te zien.
- Aanvaarding: indien de wederpartij daartoe haar wil tot uitdrukking brengt (art. 3:33), dan
wel een gedraging verricht waaruit de gebruiker in de gegeven omstandigheden
redelijkerwijs een aanvaardingswil mag afleiden (art. 3:35).
Art. 6:232: een wederpartij is aan de algemene voorwaarden gebonden, als bij het sluiten van de
overeenkomst de gebruiker begreep of moest begrijpen dat zij de inhoud ervan niet kende. Maar
indien er zich onredelijk bezwarende voorwaarden tussen bevinden, kunnen die via art. 6:233 sub a
ter zijde worden gesteld.
Bij twijfel over de betekenis van een beding, prevaleert de voor de consument gunstige interpretatie
(art. 6:238 lid 2, tweede zin) uitleg contra proferentem.
2