Verschillende rechtsgebieden onderscheiden.
Staatrecht (publiekrecht)
Bestuursrecht (publiekrecht)
Strafrecht (publiekrecht)
Volkenrecht (publiekrecht)
Burgerlijk procesrecht (privaatrecht)
Uitleggen wat het verschil is tussen publiekrecht en privaatrecht.
Publiekrecht is tussen de overheid en de burger.
Privaatrecht is tussen burgers onderling.
Uitleggen wat het verschil is tussen materieel en formeel recht.
Materieel recht zijn alle rechten en plichten die men heeft. Wat men wel en niet mag
doen.
Formeel recht zijn de regels die men moet volgen om het materieel recht uit te
voeren. Ook wel procesrecht genoemd.
Uitleggen wat het verschil is tussen nationaal recht en internationaal recht.
Nationaal recht is eigen recht van een soevereine staat. Rechten binnen ons
koninkrijk. Gaat vooral over de burgers in een bepaald land.
Internationaal recht is het recht tussen landen of staten onderling. Gaat over staten
en internationale organisaties.
Uitleggen wat het verschil is tussen objectieve rechten en subjectieve rechten.
Objectief recht zijn regels die in algemene bewoordingen aangeven wat recht is.
Subjectief recht is een recht die een individu in concreto bezit.
Uitleggen welke rechtsbronnen er zijn en deze gebruiken.
Wet
Verdrag
Jurisprudentie
Gewoonte
Uitleggen hoe jurisprudentie tot stand komt en wordt gebruikt in de rechtspraktijk.
Jurisprudentie is rechtspraak. Het komt tot stand door enkele rechters of door een
rechterlijke college die beslissingen maken.
Rechters moeten het recht zo consequent mogelijk toepassen dit doen ze door hulp
te gebruiken van een rechtsbron zoals jurisprudentie. Zo kunnen ze een beslissing
nemen die zoveel mogelijk lijkt op een bestaande jurisprudentie. Naast rechter
gebruiken ook advocaten, juristen en het OM jurisprudentie.
Bovenstaande leerdoelen toepassen op een gegeven casus.
Hoofdstuk 9
Uitleggen wat de kenmerken van een rechtsstaat zijn.
Legaliteitsbeginsel
Scheiding tussen de overheidsmachten
Onafhankelijke rechtsspraak
Eerbiediging grondrechten
De trias politica uitleggen.
Theorie van staatsinrichting, waarin de staat is verdeeld in drie verschillende
machten; om te zorgen dat niet één alleenheerser het voor het zeggen heeft.
, Uitleggen hoe de trias politica in het Nederlandse staatsbestel wordt toegepast.
Wetgevende macht: regering + Staten-Generaal (regering + Eerste en Tweede
Kamer).
Uitvoerende macht: regering (ministers + staatshoofd).
Rechtsprekende macht: onafhankelijk in handen van de rechterlijke macht.
Uitleggen wat ‘checks and balances’ zijn.
Systeem om het evenwicht tussen de machten te beschermen en te zorgen dat geen
een macht de sterkste is.
Uitleggen hoe de parlementaire democratie werkt.
Het centrum van alle staatsmacht vormt het parlement die op democratische wijze is
gevormd. Het parlement is gekozen door de burgers op een democratische wijze
(verkiezingen) en zij vertegenwoordigen ons (burgers).
Grondrechten in nationale en internationale wetgeving herkennen.
Nationaal: grondrechten die binnen het koninkrijk der Nederlanden valt
Internationaal: algemene grondrechten die binnen de EU gelden.
Het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten uitleggen.
Klassieke grondrecht zijn in de grondwet opgenomen basisrechten die aangeven,
welke gebieden de staat niet gerechtigd is te betreden.
Sociale grondrechten zijn in de grondwet opgenomen basisrechten die de staat
opdragen zich tot het uiterste in te spannen, deze rechten voor de burgers te
realiseren.
Het verschil tussen Nederland en het Koninkrijk der Nederlanden uitleggen.
Nederland bestaat alleen uit Nederland.
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit Nederland, Aruba, Curaçao en Sint
Maarten; verder zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba bijzondere gemeenten en
behoren ook tot het Koninkrijk der Nederlanden.
Bovenstaande leerdoelen toepassen op een gegeven casus.
Hoofdstuk 1 en 9
Uitleggen wat het verschil is tussen een wet in formele zin en een wet in materiële zin.
Wet in formele zin zijn wetten die tot stand gekomen zijn door de samenwerking van
de regering en de Staten-Generaal.
Wet in materiële zin zijn besluiten die gericht zijn op een onbepaald aantal en dus
niet bij name genoemde personen. Deze besluiten moeten afkomstig zijn door een
daartoe bevoegd orgaan.
De hiërarchie van regelgeving beschrijven.
Verdrag
Grondwet
Wetten in formele zin
Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB)
Ministeriële regelingen
Provinciale verordeningen
Gemeentelijke verordeningen
De totstandkoming van een wet in formele zin beschrijven.
Voorbereiding departement
Behandeling ministerraad
Behandeling Tweede Kamer
Behandeling Eerste Kamer
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nazarr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.