1. De wet.
2. Het verdrag.
3. De jurisprudentie.
4. De gewoonte
Er zijn vier functies van het recht:
- Normatieve functie: deze functie van het recht beschrijft de gedragsregels waarvan
iedereen in de samenleving vindt dat deze moeten worden nageleefd en opgevolgd.
Deze gedragsregels vinden we zo belangrijk, dat we ze schriftelijk vastleggen, met
een straf als ze worden overtreden. Dit zijn ethische normen (wat de gemeenschap
als vanzelfsprekend ervaart) en rechtsnormen (deze zijn door de overheid wettelijk
vastgelegd). Voorbeelden van rechtsnormen zijn; diefstal, moord, verkrachting
terroristische aanvallen en discriminatie etc.
- Geschiloplossende functie: hierin wordt bepaald of iemand moet worden gestraft en
zo ja, op welke wijze en welke procedure.
- Additionele functie: biedt een rechtsregel als partijen vergeten te zijn afspraken te
maken. Als zij dit wel hebben gedaan, dan gaat die afspraak voor en is de wettelijke
regeling niet meer van toepassing.
- Instrumentele functie: de wetgever bepaalt hierbij op welke wijze bepaalde dingen
gebeuren. Dit zijn vaak alledaagse dingen zoals dat rechts voorrang heeft.
De wet:
Dit zijn geschreven rechtsregels.
Er zijn ook wetten met betrekking tot het privaatrecht (ookwel civiele recht of burgerlijk recht
genoemd).
Privaatrecht:
Beschrijft de regels voor de onderlinge verhoudingen tussen personen. Het privaatrecht kun
je onderverdelen in:
- Het personen- en familierecht: regelt zaken zoals, geboorte, huwelijk, geregistreerd
partnerschap, echtscheiding, adoptie, ondercuratelestelling en de regeling van het
vermogen tussen echtgenoten. (dit staat in het burgerlijk wetboek 1)
- Vermogensrecht: alles wat met iemands vermogen te maken heeft en in geld is uit te
drukken tussen burgers onderling. (dit staat in de burgerlijke wetboeken 3, 5 en 6)
- Ondernemingsrecht: deze wet regelt alles wat ondernemingen en bedrijven betreft.
(dit staat in het burgerlijk wetboek 2).
- Burgerlijk procesrecht: de wijze waarop burgerlijke processen moeten worden
gevoerd. (als bijvoorbeeld iemand schade gebracht heeft aan een persoon, en
diegene geen schadevergoeding wilt betalen).
, Er zijn ook wetten met betrekking tot het publiekrecht.
Publiekrecht:
Geeft regels tussen de burgers en de overheid. Ook handelt dit over de verhouding tussen
overheidsinstanties onderling.
- Strafrecht: Stelsel van rechtsregels die bepalen wat strafbaar is en welke straf
daarvoor gegeven kan worden. De staat kan door middel van het OM (openbaar
ministerie) actief optreden als iemand een strafbaar feit begaan heeft. (overtreding
van de normen). (dit staat in het wetboek van strafrecht en in het wetboek van
strafvordering)
- Staatsrecht: Het recht dat te maken heeft met het bestuur van het land en de invloed
die de burgers daarop kunnen uitoefenen. (bv: een wet wordt eerst in de Tweede
kamer behandeld).
Grondwet: in deze wet is de staatsinrichting van een land vastgesteld en er
staan grondrechten van burgers in (zoals de vrijheid van meningsuiting).
Organieke wetten: wetten die tot stand komen uit de grondwet.
- Bestuursrecht: Juridische regels die bepalen welke rechten de overheid heeft. (bv:
volgens het privaatrecht mogen burgers alles, tenzij het bij de wet verboden is).
Algemene wet bestuursrecht.
Wetgevers: personen die samen de bevoegdheid hebben om wetten af te kondigen.
- Nationale wetgevers: deze is opgebouwd uit de regering en de Staten-Generaal (de
Eerste en Tweede kamer) .
- Decentrale wetgevers: dit zijn provincies en gemeenten de uitgevaardigde regels van
deze wetgevers noem je een ‘verordening’ (dit noem je dus geen wet). Bij provincies
zijn Provinciale staten bevoegd om verordeningen in hun provincie tot stand te
brengen. Bij de gemeentes zijn dit de gemeenteraad om voor hun gemeente regels
te maken.
Naast deze wetgevers zijn er ook nog de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Regering, die op
grond van de Wet op de bedrijfsorganisatie en product- en bedrijfschappen verordeningen tot stand
kan brengen.
Regelgeving
Op centraal niveau Op decentraal niveau
Provinciale staten Gemeenteraad
Regering en Staten-Generaal
Verordening Verordening
Wet
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Denisestephanus. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.