1 Een methode om een externe analyse toe te passen is met behulp van “DESTEP”. Waar staat
de letter “D” voor en noem 3 verschillende items wat daaronder valt. (8 punten)
Demografische factoren (2 punten), voorbeelden (niet limitatief): vergrijzing, bevolkingsopbouw en –
dichtheid, geografische kenmerken, infrastructuur, levensverwachting, geboorte- en sterftecijfers,
immigratie en emigratie, enz. (per voorbeeld 2 punten)
2 Treacy en Wiersema ontwikkelden het “waardediscipline model”. Uit welke disciplines bestaat
dit model en geef een korte uitleg per discipline. (6 punten)
Product Innovation of Product leiderschap; uitleg waarin “best product” tot uiting komt.
Customer Intimacy of Klantenpartnerschap; uitleg waarin “Best total solution” tot uiting komt.
Operational Excellence of Kostenleiderschap; uitleg waarin “Lowest total cost” tot uiting komt.
Per naam discipline 1 punt, bij juiste bijbehorende uitleg 2 punten (max 3x2 punten)
3 In het 7S model is HRM een aanmerkelijk onderdeel van Staff. Het personele proces is in 3
onderdelen te onderscheiden. Welke zijn dit en noem per onderdeel een voorbeeld. (6 punten)
Instroom: werving, selectie, introductie, aanstelling, arbo. Voorwaarden, etc;
Doorstroom: beloning, beoordeling, begeleiding, loopbaan planning, training, etc;
Uitstroom: pensioen, aflopen contracten, beëindiging arbeidsovereenkomst, outplacement, ontslag,
etc; (voorbeelden niet limitatief)
Per naam onderdeel 1 punt, bij juiste bijbehorende uitleg 2 punten (max 3x2 punten)
4 Vanuit de theorie kennen we verschillende organisatiestelsels. Eén daarvan is een “Matrix
organisatie”. Teken een voorbeeld en geef een korte uitleg van de kenmerken van zo’n organisatie.
(6 punten)
tekening max 3 punten (inclusief FU en PROJ en lijnen)
Een matrix biedt de mogelijkheid om efficiënt te opereren én flexibel in te spelen op kansen. Verder
kunnen er organisatie brede projecten worden ingezet over verschillende organisatie onderdelen.
Risico hiervan is de “dubbele hiërarchie” (functionele leider en projectleider) voor medewerkers en/of
afdelingen. (uitleg max 3 punten)
5 Wat wordt verstaan onder “Transactioneel leiderschap”? Leg dit uit door een situatie te
noemen wanneer dit gewenst is en noem 3 eigenschappen die bij dit leiderschap horen. (8 punten)
Transactioneel leiderschap gaat om ruilrelatie tussen werknemer en organisatie. Als je aan de eisen
voldoet, je werk goed doet, je een beloning krijgt. (max 5 punten voor een situatie uitleg waarin deze
uitleg is verwerkt)
Controleur (van werk), beloner/straffer (bij goed/slecht werk), planner, “voor wat hoort wat”,
afstandelijk, koel, vooral zakelijk. (1 punt per eigenschap, max 3 punten)