Motivatie en de Zelfsturende Mens samenvatting
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Introduction 2
Hoofdstuk 2: Motivation and emotion in historical perspective 6
Hoofdstuk 4: Physiological needs 9
Hoofdstuk 6: Psychological needs 12
Hoofdstuk 5: Extrinsic motivation and internalization 17
Hoofdstuk 8: Goal setting and goal striving 21
Hoofdstuk 9: Mindsets 26
Hoofdstuk 15: Growth motivation and positive psychology 29
Hoofdstuk 10: Personal control beliefs 35
Hoofdstuk 11: The self and its strivings 42
Hoofdstuk 12: Nature of emotion: six perennial questions 48
Hoofdstuk 13: Aspects of emotion 54
Hoofdstuk 3: The motivated and emotional brain 60
Hoorcollege 2a: Physiological needs 64
Hoorcollege 2b: Psychological needs 65
Hoorcollege 3a: Extrinsieke motivatie 67
Hoorcollege 3b: Extrinsieke & intrinsieke motivatie 68
Hoorcollege 4a: Goals 69
Hoorcollege 4b: Mindsets 71
Hoorcollege 5a: Self, self concept & self control 73
Hoorcollege 5b: Self, self concept & self control II 75
Hoorcollege 6a: Aspects of emotions 77
Hoorcollege 6b: Emotions and emotion regulation 78
Samenvatting MZM Pagina 1 van 78
,Hoofdstuk 1: Introduction
De eerste, simpele definitie van motivatie welke in het boek wordt gegeven is: “Motivation is
wanting”. “Motivation is a condition inside us that desires a change- a change in the self or a
change in the environment”. Hieronder staan 13 verschillende motivationele redenen om, in dit
geval, te sporten.
De studie naar motivatie betreft twee fundamentele vragen, namelijk: (1) wat veroorzaakt
gedrag, en (2) waarom verschilt gedrag in intensiteit? Een meer complete definitie van de studie
naar motivatie is: “The study of motivation concerns those internal processes that gives
behavior its energy, direction and persistence.” Hierbij verondersteld het woord energy dat
gedrag kracht heeft, direction dat gedrag een doel heeft en persistence dat gedrag
uithoudingsvermogen heeft.
Gemotiveerde actie begint allemaal bij zogenaamde interne motieven; een proces dat gedrag
energie geeft, stuurt en in stand houdt. Deze interne motieven kunnen tevens onderscheiden
worden in needs, cognitions en emotions.
- Needs zijn condities binnen het individu die essentieel en noodzakelijk zijn voor het in
leven blijven, het stimuleren van groei en het individu zijn well-being. Voorbeelden
hiervan zijn honger en dorst.
- Cognitions refereren naar mentale processen, zoals gedachten, overtuigingen,
verwachtingen, plannen, doelen stellen, etc.
- Emotions zijn complexe maar gecoördineerde ‘feeling-arousal-purposive-expressive’
reacties op significante gebeurtenissen in ons leven. Hierbij wordt feeling omschreven
als de subjectieve, verbale beschrijvingen van emotionele ervaringen, arousal als
lichamelijke mobilisatie voor het omgaan met situationele eisen, purpose als
Samenvatting MZM Pagina 2 van 78
, motivationele drang om iets te bereiken op een specifiek moment, en expressie als non
verbale communicatie van onze emotionele ervaring naar anderen.
Externe gebeurtenissen en sociale context zijn omgevings, sociale en culturele
gebeurtenissen die een persoon zijn interne motieven beïnvloeden. Externe gebeurtenissen zijn
dus zelf niet een directe soort van motivatie, maar ze beïnvloeden onze interne motieven
waardoor het motiverend kan werken.
In het boek worden zeven aspecten van gedrag genoemd die de aanwezigheid, intensiteit en
kwaliteit van motivatie kunnen aantonen, namelijk:
- Effort: Moeite die in een taak wordt gestopt, het percentage van de totale capaciteit die
gebruikt wordt.
- Persistence: De tijd tussen het moment dat gedrag begint en weer stopt.
- Latency: De tijd dat het duurt dat een persoon begint met een taak op het eerste moment
dat hij hier de kans voor kreeg.
- Choice: Wanneer iemand twee of meer keuzes heeft, kijken naar de taak die de persoon
kiest boven de andere.
- Probability of response: Het nummer of percentage van het totale nummer of
percentage mogelijkheden die een persoon krijgt, die de persoon dan ook daadwerkelijk
pakt .
- Facial expressions: Gezichtsuitdrukkingen, zoals je bovenlip omhoog bewegen of
wenkbrauw omlaag bewegen.
- Bodily gestures: Lichaamshouding, zoals naar voren leunen of veel bewegen.
Engagement refereert naar hoe betrokken een persoon is bij een bepaalde taak. Het is een
multidimensionaal construct dat bestaat uit vier verschillende maar intercorrelated en
supportive aspecten, namelijk:
- Behavioral engagement: Dit refereert naar hoe betrokken een persoon is tijdens een
activiteit in termen van effort en persistence.
- Emotional engagement: Dit refereert naar de aanwezigheid van positieve emoties
tijdens een taak en de afwezigheid van negatieve emoties.
- Cognitive engagement: Dit refereert naar hoe strategisch een persoon informatie
probeert te verwerken.
- Agency: Dit refereert naar de mate waarin een persoon zich proactief en constructief
gedraagt.
De term psychophysiologie refereert naar het proces waarin psychologische staten (motivatie,
emotie) ‘downstream’ veranderingen produceren in de persoon zijn fysiologie.
Psychophysiology is de studie naar de interactie tussen lichamelijke en mentale staten. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen vijf psychofysiologische expressies van motivatie en emotie,
namelijk:
- Hormonal activity;
- Cardiovascular activity;
- Ocular activity;
Samenvatting MZM Pagina 3 van 78
, - Electrodermal activity;
- Skeletal activity.
Ook kan data over motivatie verzameld worden middels self-reports. Echter, dit wordt niet
aangeraden aangezien wat mensen zeggen vaak niet overeenkomt met hun fysiologische staten
of brein activiteit. Daarom focust motivatie onderzoek zich meer op gedragsmatige,
psychofysiologische en breinactiviteit maten.
Hieronder staat een framework dat helpt bij het begrijpen van motivatie en emotie.
De wetenschappelijke studie naar motivatie en emotie houdt zich bezig met verschillende
vragen, assumpties en hypothesen. De meeste vragen kunnen ondergebracht worden in 10
overkoepelende thema’s, namelijk:
1. Motivation and emotion benefit adaptation and functioning: Onze omgeving
verandert continu. Motivatie en emotie veranderen in reactie op deze veranderingen,
hierdoor kunnen mensen functioneren als complexe adaptieve systemen.
2. Motivation and emotion direct attention: Omgeving gebeurtenissen en de motivaties
en emoties welke hierdoor opgewekt worden vinden een manier om onze aandacht te
krijgen, zodat we aandacht besteden aan 1 ding i.p.v. het andere. Of een gebeurtenis
onze aandacht krijgt wordt bepaald door vier aspecten: (1) het type environmental event,
(2) de opgewekte motivatie voor deze event, (3) de motivatie relevante ‘course of action’
en (4) de urgentie van deze motivatie om onze aandacht te krijgen.
3. Motivation and emotion are ‘intervening variables’: Motivationele en emotionele
processen ontstaan in reactie op omgevingsfactoren en veroorzaken dan bepaalde
gedragingen en uitkomsten. Motivatie en emotie zijn daarom variabelen die mediëren
tussen deze oorzaken en gevolgen en helpen te onderzoeken ‘waarom’ een bepaald
oorzaak-gevolg effect ontstond.
4. Motives vary over time and influence the ongoing stream of behavior: Motivatie
en emotie zijn dynamische processen, de kracht van bepaalde motivaties verschillen
van moment tot moment en andere motivaties kunnen sterker worden dan de eerdere
motivatie.
5. Types of motivations exist: Verschillende typen motivatie bestaan, en deze
verschillende typen hebben ook verschillende oorzaken en gevolgen.
6. We are not always consciously aware of the motivational basis of our behavior:
Van sommige motivaties zijn wij bewust, zoals een doel die we onszelf stellen. Maar
Samenvatting MZM Pagina 4 van 78