college 1: inleiding, opvoedingsstijlen en gevolgen
pedagogiek is
- een tak van de wetenschap die de opvoeding en onderwijs van kinderen bestudeert en
onderzoekt welke effecten specifieke opvoedkundige handelingen hebben
de eerste pedagogen waren ook filosofen
- John Locke
- jean jacques Rousseau
pedagogiek richt zich op
- het opvoeden: opvoeders, begeleiders, leerkrachten
- het opgroeien : kinderen, adolescenten
pedagogiek als wetenschap
- beschrijven van gedrag (het lijkt er op dat sommige kinderen agressief worden tijdens
het kijken van agressieve tv)→ verklaren van gedrag (observationeel leren (van
Bandura met ‘de sociale leertheorie’)) → handelen (restrictieve strategieën zoals
kijkwijzer, actieve strategieën zoals afkeurend commentaar geven (Bandure) of
empathie met slachtoffers benadrukken.
“kan je met de juiste opvoeding of het juiste onderwijs ieder kind naar wens vormen?”
nature-nurture: eeuwen-oud debat
- tabula rasa (het doet ertoe hoe je het kind opvoed)
- Aristoteles
- John Locke
- watson: de mens is maakbaar (nurture)
- koelkastmoeder als “oorzaak van autisme”
→ als de moeder heel keel was als een koelkast, dan wordt een kind autistisch
→ gedachte: emotioneel kille moeders veroorzaken autisme bij hun kinderen
( bettelheim, kanner )
nature:
- mama en ik lijken op elkaar, dus talenten en eigenschappen kunnen op elkaar lijken
Francis Galton grondlegger gedragsgenetica (nature)
- geïnspireerd door Darwin’s evolutietheorie
- onderzocht reputatie (intelligentie) van 1000 mannen
- hij onderzocht hoeveel belangrijke dingen deze 1000 mannen gedaan hadden/iets
hadden betekend
→ hoe hoger de reputatie was, deze waren maar in 300 families. uit elke familie een
persoon met de grootste reputatie en de mensen om hem heen → vaak naasten
familieleden → kans nam af bij minder verwantschap
- galton’s conclusie: erfelijkheid belangrijker dan omgeving
- kritiek: genen en omgeving moeilijk te scheiden in biologisch gezin ( het kan ook zo
zijn dat ze veel boeken lezen in het gezin of veel intelligente vragen
ouders
, - eerste kind: nurture (opvoeding, want veel verschillende dingen eten)
- tweede kind: nature (totaal verschillende kinderen en dezelfde opvoeding.
→ “ik doe precies hetzelfde maar dit kind is helemaal anders”
nature or nurture?
- Judith R. Harris : “kinderen worden eigenlijk opgevoed door leeftijdsgenootjes en
niet door ouders”
- meer invloed van peers
- ouderlijke genetische invloed moeilijk te scheiden van ouderlijke opvoeding
nature en nurture
- monozygote ( identieke) tweeling transfusion syndrome
→ te weinig eten in de buik dus tweeling is anders
differentiële ontvankelijkheid
- gevoelig voor opvoeding
→ negatieve opvoeding ( negatief ontwikkelen)
→ positieve opvoeding (extra goed ontwikkelen)
- orchidee kind kan mega goed ontwikkelen bij goede opvoeding, maar juist heel slecht
met slechte opvoeding
omgeving als nurture is ingewikkeld
- het kind is een soort ui met allemaal schillen eromheen zoals opvang, ouders, school
→ deze schillen hebben ook weer schillen die invloed hebben op het kind
opvoeding is plaats-, tijd- en soortgebonden
hoeveel opvoeding is nodig voor een gezonde ontwikkeling?
opvoedingsstijlen of opvoedingsdimensies (Baumrind)
“je hebt 2 dimensies (warmte en regels) en dat is de samenstelling van opvoeding, dus van
beide een bepaalde hoeveelheid”- Baumrind
autoritaire opvoeding
, - veel en heel strikte regels - kind dient te gehoorzamen
- niet sensitief (sensitief naar wat het kind nodig heeft → “omdat ik het zeg”
- negatieve disciplinering
- vb: opvoeding van de volkskinderen, video die we zagen van jongens onder de
douche
permissief
- anti-autoritaire opvoeding
- overgenomen van opvoeding experiment uit West Berlijn: vrij en zonder dwang
opgroeien
- “de kinderen kunnen niet ongehoorzaam zijn aangezien niemand gehoorzaamheid van
hen eist”
- draag de kinderen helemaal niets op en laat ze lekker gaan en kijk wat er gebeurd
- anti-autoritaire crèche: deze kindjes mochten doen wat ze wilden en werden in niets
tegengehouden
verwaarlozend
- Genie (Jinie): meisje was opgesloten in de kelder en vastgebonden aan een stoel, zij
liep enorm achter want niets was ontwikkeld bij haar. Haar brein is ook kleiner
(neuro).
- afwijzend/verwaarlozend → ook te veel op de telefoon kan in theorie betekenen
dat je de signalen van je kind niet door hebt en hij niet leert te interacteren
autoritatief
- de fijnste manier om een kind op te voeden, genoeg regels/structuur en genoeg
warmte
- warmte, betrokken, begripvol, accepterend
- veilige gehechtheidsrelatie met ouder/verzorger als “secure basis”
- regels? zeker, maar hoe handhaaf je ze?
- controlerend en gezaghebbend, maar niet disciplineren met behulp van fysieke dwang
→ ( “en nu ben je je telefoon kwijt voor een week”) → leidt tot agressie bij
kinderen → coercive cycle ( Patterson)
- niet: onthouden van aandacht en liefde (hoe kun je dat nu doen, ga weg! ik wil je niet
meer zien!” ( beangstigend)
- wel: positief discipline ( inductieve discipline- Hoffman) ( inductieve discipline,
uitleg ( gevolgen van gedrag voor andern) ( beroep op empathie en cognitieve
vaardigheden kind)mte veel nadruk op opvoeden
terugkerende thema’s
- ouders weinig zelfvertrouwen
- ouders vullen leven van kinderen met activiteiten ( pianoles, teamsport etc)
- ouders belemmeren hun kinderen door bezorgdheid
- het gecreëerde wantrouwen ten opzichte van iedereen ( media! ) slecht voor
samenleving
- ouders van tegenwoordig, npo → docu kijken!
sandra scarr: “good enough parents”
- good enough: normale ontwikkeling, er komt uit wat er in zit (nature)
, - slechter dan good-enough: achterstanden
- beter dan good-enough: normale ontwikkeling, er komt niet meer uit dan er in zit
- “good enough, ordinary parents probably have the same effects on their children’s
development as culturally defined super-parents”
Donald Winnicott “the good enough mother
- de “good-enough moeder” laat ruimte voor het loslaten van het kind zodat het kind
zelf dingen moet doen. terwijl de tussenhaakjes “perfect mother” alles voor het kind
wilt oplossen en daarmee juist niet goed is
- we willen dus the good enough moeder!!
Francis Galton Judith R. Sandra Scarr Donald Winnicott
Harris
onderzocht reputatie kinderen good enough de “good-enough
(intelligentie) van 1000 worden parents zijn moeder” laat ruimte
mannen, hij onderzocht eigenlijk even goed als voor het loslaten van het
opgevoed door ‘better than
hoeveel belangrijke dingen kind zodat het kind zelf
leeftijdsgenoot good enough
deze 1000 mannen gedaan jes en niet parents” en dingen moet doen. terwijl
hadden. door ouders beter dan de tussenhaakjes “perfect
galton’s conclusie: “slechter dan mother” alles voor het
erfelijkheid belangrijker good enough kind wilt oplossen en
dan omgeving parents” daarmee juist niet goed is
kritiek: genen en
omgeving moeilijk te
scheiden in biologisch
gezin ( het kan ook zo zijn
dat ze veel boeken lezen in
het gezin of veel
intelligente vragen
College 2 pedagogische stromingen en de gehechtheidstheorie
Belangrijke theorieën
- 19e eeuw: als je hygiënischer ging leven , bleven mensen langer leven. De
volksgezondheid werd verbeterd. Zuigelingensterfte ging ook naar beneden.
Toename interesse ontwikkeling kinderen (niet alleen in leven houden, maar ook het beste
tot bloei)
- Voor 1900 (opvoeding stuurt het gedrag van kinderen bij)
- Na 1900 (mentale gezondheid van het kind werd van belang, en opvoeding kan hier
een groot deel van zijn)
- Moeder was verantwoordelijk voor uitkomt want zij moest alles uitvoeren, en
ervoor zorgen dat het kind mentaal gezond opvoeden.