Leren op School (70120231AY) 2021-2022
Hoorcollege 1
De school als pedagogische context
- Generieke vaardigheden: brede vaardigheden van een kind (intelligentie en
executieve functies)
- Specifieke vaardigheden: taal, lezen en spellen, begrijpend lezen en rekenen.
Specifieke en generieke vaardigheden staan ook met elkaar samen.
Buitenschoolse invloeden: ouders
Hierin speelt school/leerkracht en de orthopedagoog ook een rol.
Waarom de school als context?
Alle kinderen gaan vanaf ten minste 5 tot 16 jaar oud naar school
5 dagen per week, 40 weken per jaar.
De school als pedagogische context
Onderwijs is nodig voor
- Persoonlijke ontwikkeling van kinderen
- Overdracht van maatschappelijke en culturele waarden
- Voorbereiden op deelname aan de maatschappij
Kernfunctie basisschool = kinderen goed onderwijzen
- Leren kennis te verwerven
- Leren leren, leren nadenken
- Leren problemen op te lossen
- Leren samen te werken
- Leren de wereld te begrijpen.
• Kerndoelen
- Leerdoelen die landelijk gelden en wettelijk verplicht zijn
- Van basis- tot voortgezet onderwijs
- Geven aan wat leerlingen moeten kennen en kunnen op bepaalde momenten in hun
loopbaan
- Streefdoelen: inspanningsverplichting, meer veel ruimte voor eigen invulling
• Referentiedoelen
- Tussendoelen en referentieniveaus voor rekenen en Nederlandse taal (8 à 10
niveaus)
• Leerlijnen
- Gemaakt door school
- Geven weer hoe school aan de kerndoelen werkt
- Van kerndoel naar concrete doelen met tussenstappen per leerjaar
• Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen
- 1F (fundamenteel)
- 1S (streef)
, - 1S+
• Ontwikkelingsperspectief met passende doelen (wanneer leerling referentieniveau niet
aankan)
- Eigen leerlijn
- Passende doelstellingen
- Passende perspectieven
- Talenten en mogelijkheden leerling rekening houden
Docent met intern begeleider of orthopedagoog stellen dit op.
Het kind binnen de school
- Plaatsing
Geboortemaand
Doubleren
Versnellen
- Geboortemaand
- Kinderen gaan naar school vanaf hun vierde verjaardag
Continu toelaten in Nederland
- Schooljaar start +/- 1 september
- Alleen kinderen die in de zomervakantie jarig zijn kunnen precies 8 jaar over de
basisschool doen
- Kinderen van één geboortejaar gaan door naar groep 3
- Kinderen binnen een groep verschillen ongeveer 1 jaar in leeftijd
- Geldt niet alleen op school, ook bij activiteiten in de vrije tijd.
- In Nederland geen harde grens (meer) voor doorstroom naar groep 3, voorheen 1
oktober en nu 1 januari.
- Beslissing genomen op basis van ontwikkeling van het kind.
- In competitieve onderwijssystemen leeftijdspositie soms bewust bepaald.
- Kinderen die versneld zijn, kinderen die geboren zijn in de eerste kwartaal (oudere
kinderen)
- Kinderen die bleven zitten, kinderen die geboren zijn in het vierde kwartaal (jongere
kinderen)
- Kinderen die in leeftijd gemiddeld zijn, zijn geboren in het tweede en derde kwartaal
- Jonge kinderen blijven vaker zitten
- Jonge kinderen presteren gemiddeld minder goed op rekenen
- Er is sociale ongelijkheid binnen het onderwijs door verschillen in geboortemaand.
- Jongste kinderen binnen een groep onderschat
- De standaard is te hoog gegrepen voor jongste kinderen
- Jonge kinderen ervaren minder zelfvertrouwen
Als orthopedagoog is het goed om te kijken naar de positie van de kinderen, kijk
bijvoorbeeld naar jonge kinderen, wellicht heeft dit kind meer begeleiding nodig
- Verschillen in prestaties zijn in groep 4 kleiner dan in groep 3
Aanvullende onderzoeken: verschil wordt steeds kleiner
Let op: het verschil in leeftijd binnen de klas wordt juist groter
, - Hoe komt dat?
Groepen worden meer homogeen door selectieproces: doubleren en
versnellen
Doubleren (blijven zitten)
- Hetzelfde schooljaar nog eens doorlopen
- Meta-analyse Goos et al (2021)
84 goed uitgevoerde studies blijven zitten van de kleuterklas tot de
middelbare school van 2000 tot 2019
Effecten op schoolprestaties, psychosociaal functioneren, carrière
- Voordelen: stof bouwt op, homogene groepen, even de beste zijn, hard werken om
door te gaan
Nadelen: kost geld, vrienden gaan door, veel herhaling; geen uitdaging, stressvol
Moeilijk te onderzoeken!
- Er is geen experimenteel onderzoek mogelijk
- Leerlingen die wel/niet zijn blijven zitten (kunnen) verschillen op veel domeinen
Prestaties, welbevinden, gedrag, relatie met leerkracht, betrokkenheid ouders..
- Die verschillen veranderen over de tijd
Effecten
- Er is wel onderzoek gedaan waar de conclusie uitkomt, dat er geen verschil is tussen
leerlingen die wel en niet zijn blijven zitten
- Positiever wanneer het blijven zitten+ is (blijven zitten+: onderwijsaanbod aangepast
op leerling), geen positieve effecten meer op lange termijn (dan zie je er nog weinig
van terug)
- Betere sociaal-emotionele uitkomsten t.o.v. nieuwe klasgenoten, niet t.o.v. oude
klasgenoten
- Negatieve uitkomsten op de lange termijn; schoolloopbaan en werk
Blijven zitten in de kleuterklas
- Voor ‘blijven zitten’ in de kleuterklas worden vaker positieve effecten gevonden,
vooral wat betreft psychosociale ontwikkeling
Beter welbevinden, meer vrienden, minder gedragsproblemen, meer
zelfstandigheid en zelfvertrouwen
Blijven zitten werkt niet, omdat
- Slecht presteren en gedragen op school komt voort uit diverse risicofactoren in het
kind en in de omgeving, die niet worden aangepakt door blijven zitten
- Er is een remediërende aanpak nodig, gericht op wegnemen risicofactoren of
versterken protectieve factoren
- De orthopedagoog is nodig bij deze leerprocessen, risicofactoren, protectieve
factoren, helpen bij leren. Hier kunnen ze bij begeleiden.
Versnellen – Neihart (2007)
- Jong starten op school
- Jong starten aan de universiteit
- In Nederland is dit vooral een klas overslaan
Bevindingen
Veel studies tonen aan dat er geen schade is op de korte of lange termijn