1. Welk besluit(onderdeel) is bestreden? M.a.w. wat is het voorwerp van geschil?
Zie Vraag 1
2. Welke beroepsgronden zijn aangevoerd?
Zie vraag 2-3
3. welke feiten zijn aangevoerd ter onderbouwing van de beroepsgronden?
Zie vraag 4-5
4. Wanneer moeten beroepsgronden en (bewijs van) de feiten zijn ingebacht?
Zie vraag 1,5,6,7
7.1 Werkgroepopdrachten
Romy Bouwer is vanwege aandoeningen aan haar botten, spieren en
spijsverteringsstelsel beperkt in haar mobiliteit. Zij vraagt op grond van de Wet
maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de op basis daarvan
vastgestelde Verordening Wmo Rotterdam aan het college van burgemeester en
wethouders van Rotterdam een tegemoetkoming in de extra kosten die zij heeft
moeten maken voor een automatische transmissie in haar auto. Om haar spieren
actief te houden is beweging noodzakelijk. Romy wil daarom ook een
vergoeding voor een driewielligfiets om te kunnen sporten. Een sportrolstoel is
geen optie omdat Romy vanwege beperkte belastbaarheid van haar armen, niet
kan hoepelen.
Op grond van de Verordening Wmo Rotterdam moet advies worden ingewonnen
bij het Centrum Indicatiestelling Zorg. In het advies staat dat een driewielligfiets
een vervoersmiddel is, waarvoor op grond van de Wmo een vergoeding wordt
verstrekt. Romy beschikt naast haar auto echter al over een scootmobiel en
rollator. Voor deze voorzieningen heeft zij een vergoeding op grond van de
,Wmo ontvangen. Daarmee is volgens het advies het vervoersprobleem
voldoende ondervangen. Een vergoeding voor de automatische transmissie moet
worden afgewezen omdat een dergelijke voorziening op grond van de
Verordening Wmo Rotterdam als ‘algemeen gebruikelijk’ wordt aangemerkt.
Conform het advies wordt de aanvraag voor beide voorzieningen afgewezen.
Romy dient een bezwaarschrift in. Hierin betoogt zij dat:
a) gezien haar fysieke beperkingen, een sportrolstoel voor haar geen reële optie
is. Om te kunnen sporten is zij aangewezen op een driewielligfiets. Het
gaat voor haar niet om een vervoersmiddel;
b) twee andere leden, Jared en Linda, van haar sportvereniging waarvan zij lid
is, wel voor een driewiel-ligfiets een vergoeding op grond van de
Verordening Wmo Rotterdam hebben ontvangen.
Het bezwaar wordt door het college van Rotterdam ongegrond verklaard.
Daartegen komt Romy in beroep bij de rechtbank Rotterdam. In haar
beroepschrift voert Romy, naast de hiervoor genoemde punten, aan dat zij ten
onrechte geen vergoeding ontvangt voor de automatische transmissie voor haar
auto. Het betreft volgens haar, mede gezien haar inkomen, geen algemeen
gebruikelijke voorziening.
1.Betrekt de rechtbank de beroepsgrond met betrekking tot de automatische
transmissie in de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden
besluit?
Wat is de omvang van het geschil is de vraag. M.a.w. wat is het bestreden
besluit? Op basis van het systeem van de wet kun je niet in deze fase
beroepsgronden naar voren te brengen. Als je kijkt naar 6:13 blijkt er in de
praktijk meer ruimte te zijn om met nieuwe gronden te komen.
Het vertrekpunt in deze casus:
Romy heeft een bezwaarschrift ingediend. Art 7:11 lid 1 en lid 2. Romy komt
tegen beslissing op bezwaar op. Dat moet zij doen ex art 6:5 lid 1 onderdeel c
moet ze aangeven welk besluit of welke onderdelen van het besluit zij wil
aanvechten. Ze moet aangeven waarom ze het niet eens is. Kan Romy in dit
geval nog een beroepsgrond aanvoeren ter zake de automatische transmissie?
, De rechter moet als hoofdregel ex-tunc oordelen (dus terug in de tijd naar het
moment waarop de beslissing op bezwaar is genomen). In dit geval is er geen
uitzondering te vinden in de Wmo. Hier moet de rechtmatigheid worden getoetst
van de beslissing op bezwaar. Dus toetsen aan het moment dat het
bestuursorgaan de beslissing heeft genomen. Waarover moest bestuursorgaan
beslissen? Conform 7:11 lid 1 en 6:5 lid 1 onder c moest het BO beslissen op de
grondslag van het bezwaarschrift. BO is gebonden aan de gronden van
bezwaarschrift (BO mag immers niet Ultra Petita gaan). Romy heeft alleen over
de driewiellige fiets iets gezegd. Het BO was niet bevoegd om in te gaan over de
automatische transmissie. Zouden ze dat wel doen, dan zouden ze Ultra Petitum
gaan. Dat is niet toegestaan tenzij voordeel. Uit het systeem van de wet volgt dus
dat er geen enkele ruimte is om nog met nieuwe gronden te komen inzake die
transmissie bij de bestuursrechter. Echter, het ligt toch anders: de vraag of je in
beroep bij bestuursrechter (na de bezwaarfase dus) met nieuwe gronden kunt
komen, wordt beantwoord aan de hand van de zogenaamde onderdelentrechter.
Die onderdelentrechter wordt in de Awb, gelet ook op de JP, maar vooral de
wetsgeschiedenis gekoppeld aan art. 6:13 Awb.
6:13 als volgt interpreteren: niet alleen gebruik maken van een voorprocedure,
maar je moet het ook zo optimaal mogelijk doen. Dus al hetgeen wat niet deugt
aan het bestreden besluit moet je in de fase van bezwaar aansnijden. Doe je dat
niet, dan word je daarop aangerekend. Zie ook de uitspraak Aangepaste auto
(zie r.o. 4.1.2 en 4.1.3) Daarin staat dat ingevolge art 6:13 Awb – voor zover
hier van belang – kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende
aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen bezwaar heeft gemaakt.
Deze bepaling moet, gezien de wetsgeschiedenis, aldus worden uitgelegd dat een
belanghebbende slechts beroep kan instellen tegen onderdelen van een besluit
waartegen hij bezwaar heeft gemaakt, tenzij hem redelijkerwijs niet kan worden
verweten tegen een onderdeel geen bezwaar te hebben gemaakt.
Dus je kunt alleen maar nieuwe gronden in beroep aanvoeren ter zake van reeds
eerder bestreden onderdelen van het besluit. Dit wordt ook wel de
onderdelentrechter genoemd. Als is toegestaan dat je met nieuwe onderdelen
mag komen dan kun je ook met nieuwe argumenten komen. Dus je kunt met
nieuwe gronden komen in beroep, maar die moeten betrekking hebben op reeds
eerder bestreden onderdelen van het besluit of ze moeten het gehele besluit
omvatten (dus dan zeg je in het algemeen: het besluit – als zodanig wat hier voor
ligt in bezwaar – is niet goed gemotiveerd. Of het daaraan ten grondslag liggend
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BillyAnton. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,09. Je zit daarna nergens aan vast.