Hoorcollege LGF
Week 1
Hoorcollege; Leefstijl, gezondheid & fysiologie.
Week 1.
Gezonde leefstijl en voeding.
Wat is gezondheid?
World Health Organization: ‘A state of complete physical, mental and social well-being and not
merely the absence of disease or infirmity.’
Gezondheidsdriekhoek.
1. Fysiek
2. Mentaal 1
3. Sociaal
2 3
Determinanten van gezondheid.
- Medische behandeling.
- Gezonde voeding.
- Bewegen en sport.
- Inkomen.
- Fysieke omgeving.
- Politieke systeem.
- Sociale contacten.
Health Field Concept van Lalonde.
FIGUUR 1.1 HEALTH FIELD CONCEPT VAN LALONDE. Toevoegen.
- Leefstijl.
- Intern milieu. Binnen het lichaam.
- Extern milieu (fysieke omgeving). Buiten het lichaam.
- Extern milieu (maatschappelijke omgeving).
- Medische zorg & preventie.
Positief model van Huber.
Hoe is jouw gezondheid?
Demensies:
-
-
-
-
1
, Samenvattend, wat houd gezondheid in?
- Omvat fysieke, psychische en sociale aspecten.
- Wisselwerking tussen endogene en exogene factoren.
- Objectief vs. Subjectief.
- Tijdsgebonden.
Gezond?
Wat moet je weten?
- Antropometrie; Meten van lichaamsmaten. (lengte, gewicht, hartslag, bloeddruk, BMI &
vetpercentage.
- Ergometrie: Beweging en houding. (Inspanningstesten, VO2max, Submaximale testen).
- Gedrag; Bravo factoren;
* Bewegen;
NNGB, Fitnorm en combinorm (precieze normen moet nog worden toegevoegd). Kcal verbruik.
* Roken Alcohol & drugs;
0. Mag je niks van.
* Voeding;
Obesitas; wordt gezien als een gedragsprobleem. Ze hebben hun voedingscontrole niet onder
controle, zijn impulsief, uiterst gevoelig voor snelle beloningen en eten graag vet eten en voedsel
met veel calorieën.
Energiebalans; Inname staat gelijk aan verbruik.
Rustmetabolisme: Energieverbruik in rust. (slaap) 60%-70%
Voeding geïnduceerde thermogenese: Energie die je nodig hebt om voedsel in te nemen. 10%
Lichamelijke activiteit: 15%-30%
Vrouw 2000 kcal, man 2500 kcal.
Macronutriënten;
- Koolhydraten; zetmeel, suiker, glycogeen, glucose, fructose, druivensuiker, maltose en lactose.
- Vetten; Fosforlipide, cholesterol, cortisol, vitamine D en triglyceride (in vetcellen).
Vet= 1 glycerol + 3 vetzuren.
Verzadigde vetzuren; van dieren. Rechte lijnen cellen. Vast.( FOTO VAN CEL TOEVOEGEN staat in
powerpoint)
Onverzadigde vetzuren; van planten. Zit een knik tussen de cellen. Vloeibaar. (FOTO VAN CEL
TOEVOEGEN Staat in powerpoint)
Cholesterol: VLDL, LDL & HDL.
- Eiwitten; keten van aminozuren.
Essentiele aminozuren 9: Kan het lichaam niet zelf aanmaken.
Niet essentiele aminozuren 11: Kan het lichaam zelf aanmaken.
Micronutriënten;
- Vitaminen. Essentieel kun je niet zelf aanmaken en moet je innemen door voedsel en niet essentieel
kun je zelf aanmaken.
- Mineralen.
- Vezels: sneller vol gevoel, waardoor je minder eet. Is goed voor het afvallen.
- Vocht: vrouw 1,5 liter en man 2 liter. Vocht inname grotendeels door voedselinname. 2 Liter water
is dus NIET noodzakelijk.
Monosachariden; Enkele, snelle suiker.(Controleren).
2