Gezondheid en Leefstijl deeltoets B
Beweging
Meest beoefende sporten in Nederland 12 jaar en ouder
- Fitness/conditie sporten
- Hardlopen
- Voetbal
- Zwemmen
- Tennis
Meeste beoefende sporten in Nederland 12 t/m 18 jaar
- Voetbal
- Fitness
Essentiële kenmerken wanneer iets sport genoemd mag worden
- Fysieke activiteit
- Competitief
- Regels- en organisatiestructuur
- Interne en externe beloningen
Het is belangrijk om te bepalen of iets wordt gezien als sport of bewegen uit het
perspectief van sportbeleid. Vergunningen voor sportevenementen worden alleen
verleend als de activiteit als sporten is erkend, en subsidies worden ook alleen
verleend als het wordt gezien als sport.
Ook is het handig om te weten hoeveel mensen er aan sport doen vanuit het
empirisch oogpunt, toelating olympische spelen is alleen voor sporten, en sport krijgt
aandacht in de media die bewegen amper krijgt.
Definitie van bewegen Inholland
Geen prestatie element aanwezig, zoals de volgende drie hoofdgroepen:
- Activiteiten Dagelijks Leven (ADL), zoals boodschappen en schoonmaken
- Bewegen tijdens werk, duwen, trekken, tillen
- Bewegen tijdens vrije tijd, zoals fietsen en wandelen
1
,Definitie van sport Inholland
Bewegen wordt sport bij aanwezigheid van één of meerder van deze kenmerken:
- Spel-element
- Competitie-element
- Prestatie-element
Sport is cultuur en tijdsafhankelijk. Wat wij gene sport vinden kan in andere culturen
wel zo gezien worden en wat vroeger geen sport bleek kan dat nu wel zijn.
Als er twijfel is of iets sport of bewegen genoemd moet worden kijk je naar het doel.
Het doel van rennen naar een trein is bewegen omdat je als doel hebt om de trein te
halen
Sportverbreding houd in dat er steeds meer activiteiten sport genoemd worden en
er veel nieuwe sporten ontstaan. Sport taalgebruik wordt steeds meer gebruikt in het
dagelijks leven, sportkleding en sport voedsel worden ook gebruikt buiten het
sporten om.
Beweegnormen
3 jaar terug 3 gangbare normen:
1. NNGB, Nederlandse norm gezond bewegen
2. Fitnorm
3. Combinorm
NNGB
Jeugd (<18)
- 1 uur per dag matig intensief, MET 5
- waarvan 2x in de week op kracht, lenigheid en coördinatie
Volwassenen (18-55)
- Half uur per dag matig intensief, MET 4
- 5 dagen per week
Ouderen (55+)
- Half uur per dag matig intensief, MET 3
- 5 dagen in de week
2
,Fitnorm
- 3x in de week 20 minuten intensief bewegen
Verhoogde hartslag, diepe ademhaling, zweten
- ACSM richtlijnen (American College of Sports Medicine)
fitformule = frequentie x intensiteit x tijd
3x 20/60m 50/60%
Combinorm
Indien één of meerdere van de eerder genoemde normen behaald dan voldoe je aan
de combinorm
Bewegen heeft een positieve invloed op de gezondheid, het verlaagd kansen op
verschillende ziektes of aandoeningen.
Kinderen
- Depressieve symptomen
- Fitheid, spierkracht, botkwaliteit
- insulinegevoeligheid
- Overgewicht
Volwassenen
- Hart- en vaatziekten
- Depressieve symptomen
- Diabetes
- Borst- en darmkanker
- Vroegtijdig overlijden
Ouderen
- Alzheimer
- Fracturen
- Lichamelijke beperkingen
- Loopsnelheid, vetvrije massa en spierkracht blijft hoog
Om verwarringen te voorkomen over de goede norm die mensen moeten gebruiken
om te kijken of ze genoeg bewegen, hebben we tegenwoordig één set
beweegrichtlijnen die we voor iedereen kunnen gebruiken, namelijk
Beweegrichtlijnen 2017. We maken hier een onderscheid tussen jeugd
volwassenen en ouderen.
3
, Jeugd (4 t/m 18)
- 1 uur per dag matig of zwaar intensief
- 3x per week spier- of botversterkende activiteiten
- Voorkom veel stilzitten
- Meer bewegen is altijd beter
Volwassenen en ouderen
- 150 minuten per week matig of zwaar intensief
- 2x per week spier- of botversterkende activiteiten
- Balans oefeningen
- Meer bewegen is altijd beter
- Voorkom veel stilzitten
Voldoen aan deze beweegrichtlijnen
Jeugd algemeen = 41%
- 4 t/m 11 = 55%
- 12 t/m 17 = 28%
Volwassenen en ouderen algemeen = 41%
- 18 t/m 64 = 45%
- 65+ = 30%
MET-waardes (Metabolic Equivalent of Task) worden gebruikt om aan te geven of
iets licht, matig of zwaar intensief is. Tijdens rust verbruik je ook energie, dus daar is
de MET-waarde 1.
Lichte lichamelijke activiteiten = 1,6 t/m 2,9 MET
Matige lichamelijke activiteiten = 3 t/m 5,9 MET
Zwaar lichamelijke activiteiten = 6 of meer MET
4