Sociologie
Hoofdstuk 2. Wat is sociologie?
2.1 wat is sociologie?
Sociologie is de leer van de menselijke samenleving.
Sociologen vragen zich af welke maatschappelijke factoren het denken en gedrag
beïnvloeden machtsverschillen, sociale ongelijkheid, sociale controle,
cultuurverschillen.
Sociologen onderzoeken de manier van zorg verlenen.
2.2 Kritische wetenschap
De socioloog is geneigd om steeds weer opnieuw het vanzelfsprekende ter
discussie te stellen.
Wij kijken door onze eigen bril naar de wereld om ons heen De bril bestaat uit
kennis, waarden en oordelen die we in de loop der jaren opgedaan hebben Dat
is ons referentiekader.
Een referentiekader bestaat uit iemands kennis en verklaringen van en
oordelen over de sociale werkelijkheid.
Het is een illusie dat wij zelf in vrijheid kunnen bepalen wie we zijn en hoe we ons
gedragen ook onze idealen zijn ons voorgeleefd of ingeprent.
Mensen nemen selectief waar en waarderen dezelfde maatschappelijke
verschijnselen verschillend we ‘helpen’ de feiten graag een handje zodat ze
passen bij wat we al dachten en wensten de feiten voor zich laten spreken
vereist een kritisch bewustzijn.
Vaak presenteren we wat we zien of lezen als dé waarheid of wetenschap.
We selecteren naar hartenlust uit de media en uit onderzoek we kiezen eruit
wat ons goed uitkomt.
2.3 Sociaal bewustzijn
Sociologen brengen bepaalde kenmerken van de samenleving in verband met
andere om op deze wijze een beeld te krijgen van het geheel.
Sociaal bewustzijn houdt in dat je zicht hebt op de snijpunten tussen je
persoonlijk levenslot, geschiedenis en sociale omstandigheden.
Zonder sociaal bewustzijn is goede zorgverlening niet mogelijk:
- Meer greep op je leven
- Minder afhankelijk van wat je overkomt
Voor velen biedt een ‘vanzelfsprekend’ leven zekerheid relativeringen en
twijfels tasten die zekerheid aan dat kan pijnlijk zijn
We maken regelmatig fouten maar fouten worden meestal door anderen
gemaakt we hebben de neiging om anderen op hun foute daden af te rekenen
en onszelf op onze goede bedoelingen.
2.4 Waardevrije wetenschap
De sociologie heeft zich ontwikkeld tot een empirische en waardevrije
wetenschap dat wil zeggen dat haar theorie voortvloeit uit een systematische
waarneming van feiten.
Morele overwegingen mogen geen rol spelen bij onderzoek en theorievorming.
,Hoofdstuk 3: De mens als sociaal wezen
3.1 De mens als sociaal wezen
Sociaal betekent ‘in interactie met anderen’
Mensen gedragen zich voor een groot gedeelte zoals van hen verwacht wordt.
3.2 Interactie
Veel van ons gedrag is sociaal bepaald.
Naarmate mensen dichter bij elkaar staan of meer bij elkaar betrokken zijn, is de
kans op interactie groter.
Je kunt het ook omkeren wanneer interactie toeneemt, wordt de betrokkenheid
groter.
Ook bewust niet reageren of iemand negeren is sociaal gedrag.
3.3 De roltheorie
Ons leven is een rollenspel. De rollen leren we van kinds af aan en bestaan uit
gedrag dat de omgeving van ons verwacht.
3.3.1 Posities
Is de plaats in het netwerk van relaties
Zit niet vast aan één bepaalde persoon
Toegewezen positie positie waar je niets voor hoeft te doen.
Verworven positie positie die je zelf verworven hebt, waar je zelf actie
voor moet ondernemen
3.3.2 Sociale status
Is de waardering die de samenleving aan een positie hecht in relatie tot
andere posities
De waardering is gekoppeld aan de positie, niet aan de persoon.
De samenleving bepaald de sociale status van een positie.
3.3.3 Sociaal aanzien
Is de mate van waardering die men heeft voor de wijze waarop iemand een
positie bekleedt
Wel gekoppeld aan een persoon.
3.3.4 Sociale structuur
Is de wijze waarop de posities in een samenleving of groep op elkaar
betrokken zijn
Elke samenleving, groep of organisatie heeft een bepaalde sociale
structuur.
Sommige samenlevingen en groeperingen zijn strakker gestructureerd dan
andere dat wil zeggen dat de eisen die aan de posities gesteld worden
strikter geformuleerd zijn en afwijkingen minder worden getolereerd.
Sociale structuren hebben de neiging om zichzelf in stand te houden maar
veranderen toch voortdurend dat kan het gevolg zijn van de tijdsgeest
maar ook omdat de beoogde doelen niet of onvoldoende bereikt worden.
3.3.5 Rollen
Is het van een positiebekleder verwachte gedrag
, Door de begrippen positie en rol worden individu en samenleving met
elkaar verbonden sociologen spreken ook wel over de ‘homo
sociologicus’.
Meestal ervaren we het spelen van rollen minder lastig dan het lijkt we
leren die rollen vaak al van kinds af aan spelen en internaliseren ze alsof
het natuurlijk gedrag is.
3.3.6 Rolattributen en statussymbolen
Rolattributen zijn uiterlijkheden die nuttig zijn of dienen als herkenningsmiddel
van een rol.
Statussymbolen zijn de uiterlijkheden die verwijzen naar prestige, rijkdom,
macht, invloed, gezag en dergelijke.
Soms wordt iets als statussymbool gezien, terwijl dat voor de bezitter die
functie niet heeft.
Dezelfde uiterlijkheden kunnen zowel rolattribuut als statussymbool zijn.
Door middel van rolattributen en statussymbolen onderscheiden mensen
zich van anderen.
Statussymbolen hebben de functie om anderen te laten zien wie je bent,
waar je bij hoort, waar je voor staat en dat je ‘meedoet’.
Statussymbolen vertellen ons iets voor de bezitter ervan en zijn te
verwachten gedrag.
Statussymbolen beïnvloeden het zelfbeeld en het gevoel van eigenwaarde
van de bezitter.
3.3.7 Rolconflicten
Intern rolconflict wanneer een persoon geconfronteerd wordt met niet of
moeilijk te combineren verwachtingen ten aanzien van één positie die hij
bekleedt.
Extern rolconflict wanneer een persoon geconfronteerd wordt met niet of
moeilijk te combineren verwachtingen ten aanzien van meerdere positie die hij
bekleedt.
Vaak gaat het ook om persoonlijke inschatting van die verwachtingen.
Er zijn verschillende manieren om met rolconflicten om te gaan en ze op te
lossen:
Tegenstrijdige verwachtingen zo veel mogelijk gescheiden houden.
Een compromis zoeken.
Eén van de rollen prioriteit geven.
Bepaalde gedragingen voor anderen verborgen houden.
De omgeving duidelijk maken dat er tegenstrijdige verwachtingen zijn.
3.4 Socialisatie
Socialisatie het leren spelen van rollen.
Het doel van socialisatie is dat we ons gaan gedragen in overeenstemming
met de verwachtingen van de omgeving.
The looking glass selftheorie we zien onszelf niet zoals we zijn, maar zoals we
denken (of willen) dat anderen ons zien en vervolgens proberen we aan dat
beeld te voldoen.
Primaire socialisatie gaat het om het leren van algemene rollen.
,Secundaire socialisatie hier is sprake van wanneer het gaat om het aanleren
van meer specifieke rollen.
Anticiperende socialisatie is het in gedrag en houding vooruitlopen op een
toekomstige rol.
Door anticiperende socialisatie kan het eigenlijke socialisatieproces
gemakkelijker verlopen op het moment dat je werkelijk lid wordt van de nieuwe
groep, dus een nieuwe positie krijgt.
Collectieve rituelen activiteiten die de functie hebben om de groepssolidariteit
te versterken, de waarden en normen van de groep aan te scherpen en aldus het
conformisme te vergroten.
3.5 Sociale controle
Sociale controle het geheel van positieve en negatieve sancties dat dient om
het sociaal gedrag van mensen te beheersen en in overeenstemming te brengen
met de heersende waarden, normen en verwachtingen.
Blaming the victim het slachtoffer de schuld geven is het proces waarbij een
dader of omstanders de schuld bij het slachtoffer leggen.
Hoe hoger de sociale status van iemand die sanctioneert, des te groter de
invloed.
Peer group de groep mensen waar je mee optrekt die soms net zoveel invloed
op je gedrag hebben als je ouders.
De roltheorie zal sterker opgaan in een homogene uniforme samenleving en
groep dan in een heterogeen en complex samenlevingsverband.
Rollen leveren ons ook voordelen op via rollen worden sociale gedragingen
gereguleerd en zonder regulering is samenleven onmogelijk.
Veel rollen spelen we dan ook automatisch we hoeven er niet meer bij na te
denken en ervaren ze nog nauwelijks als een aanslag op onze vrijheid.
3.6 De zichzelf waarmakende voorspelling
Onze referentiekaders komen lang niet altijd overeen met de objectieve
werkelijkheid, al beweren we dat vaak wel meestal construeren we onze
werkelijkheden zelf.
Self-fulfilling prophecy een zichzelf waarmakende voorspelling is een
voorspelling, die werkelijkheid wordt als gevolg van een verkeerde definitie van
de situatie.
Selfdefeating prophecy een zichzelf vernietigende voorspelling is een
aanvankelijk juiste definitie van de situatie die leidt tot een gedrag dat voorkomt
dat de aanvankelijke definitie waar wordt.
3.7 Vooroordelen en stereotypen
Selectief waarnemen wordt de werkelijkheid vertekend, vervormd en in
overeenstemming gebracht met de eigen opvattingen en belangen.
We onthouden en reproduceren ook selectief.
Vooroordeel is een bepaalde min of meer vaste manier van denken, voelen en
handelen die een gedeelte van de sociale werkelijkheid in behoorlijke mate
vertekent.
Stereotype is een min of meer vaste manier van denken, voelen en handelen
ten opzichte van een groepering, die de werkelijkheid sterk vertekent.
Bij stereotypering worden mensen niet als individuen gezien, maar als
vertegenwoordigers van een groepering.
, Waarom vooroordelen een hardnekkig leven leiden:
Ze voorkomen onzekerheid.
De eenheid in de groep wordt erdoor versterkt.
Vooroordelen maken duidelijk welk gedrag verwacht wordt van iemand of
een groep.
Hoofdstuk 4: Groeperingen
4.2 Groeperingen
Groepering een verzameling van mensen die op een of andere manier is af te
grenzen van andere mensen.
Groep een verzameling van mensen die regelmatig, veelvuldig en intensief
contact met elkaar hebben, gemeenschappelijke waarden en normen delen,
gevoelens van saamhorigheid delen, duidelijke posities ten opzichte van elkaar
innemen; en tamelijk duurzame relaties met elkaar hebben.
Primaire groepen overheersen persoonlijke en intieme relaties direct contact
met mensen en die reageren vaak spontaan.
Secundaire groepen de relaties zijn koeler, formeler, onpersoonlijker en
rationeler de afstand tussen de groepsleden is groter.
Collectiviteit een verzameling van mensen, met gemeenschappelijke waarden
en belangen, die een zekere saamhorigheid tot gevolg hebben.
De leden van een collectiviteit onderhouden niet met alle leden contact.
De meeste nemen slechts één positie in lid
Sociale categorie is een verzameling van mensen die één eigenschap gemeen
hebben.
Bestaat eigenlijk alleen voor statistici.
Geen sprake van onderling contact, normen en waarden en saamhorigheid.
Vooral bij sociologisch onderzoek van belang.
Organisatie een groepering die is opgericht om bepaalde doeleinden te
bereiken en gekenmerkt wordt door een duidelijke positieverdeling.
Groepering met een duidelijke structuur.
De taken zijn verdeeld over meerdere posities en de gezagsverhoudingen
tussen de posities zijn vastgelegd.
4.3 Netwerken
Netwerk een groepering die één persoon als centrum heeft en waarvan alle
leden regelmatig contacten onderhouden met het centrum.
Elk netwerk is uniek.
Het gezondheidsgedrag van iemand is gerelateerd aan kenmerken van het
sociale netwerk waarvan men deel uitmaakt.
Structurele kenmerken hebben betrekking op de uiterlijke verschijningsvorm
van een netwerk zoals samenstelling, grootte, bereikbaarheid van de
netwerkleden etc.
Functionele kenmerken gaat het om de bijdragen die het netwerk levert aan
het realiseren van belangrijke levensbehoeften.
Belangrijke functionele kenmerken zijn:
Emotionele steun
Praktische hulp
Kennis en informatie