Begrippenlijst evolutionaire psychologie
Verandering Tijdsmoment
Ultimaat Fylogenese (hoe is het Functie (waar is het voor?)
geëvolueerd?)
Proximaat Ontogenese (hoe heeft het Mechanisme (hoe werkt het?)
zich ontwikkeld?)
Thema 1: Fundamenten
1.1 Perspectief
Niko Tinbergen Mechanisme: onmiddellijke oorzaak van gedrag
Ontogenese: invloed ontwikkeling op gedrag
Fylogenese: historische oorzaak van gedrag
Functie: waarom gedrag kan op voortplanting
vergroot
Pluriforme aanpak Onderkent dat het aanwijzen van oorzaken (en dus
het opstellen van verklaringen) mogelijk is vanuit
verschillende verklaringsperspectieven
Proximate oorzaak Wat drijft een dier of mens om zich op een bepaald
moment, op een bepaalde manier te gedragen. Het
gaat hierbij om de mechanismen in het organisme
die leiden tot gedrag
Ontogenetische Wat in hun opvoeding of ontwikkeling hem ertoe
oorzaak bracht zich zo te gedragen. Vereist onderzoek naar
de factoren die van invloed waren op de
ontwikkeling, zoals erfelijkheid en leren
Fylogenetische Waar komt het gedrag vandaan en waarom het een
oorzaak bepaalde evolutionaire route volgde
Ultimate oorzaak Waarom het gedrag de kans op overleven en
voortplanten vergroot. Deze vorm van causaliteit
ligt het dichtst bij natuurlijke selectie.
Evolutietheorie (Darwin) Variatie & overleven + voortplanten & erfelijkheid =
aanpassing aan de omgeving
1.2 Historie
Griekse filosoof Thales Probeerde de oorsprong van het leven te verklaren
door te stellen dat het leven zich ontwikkelde uit
basiselementen, waarvan het meest basale element
water is
Filosoof Empedocles Dacht dat de wereld in het begin vol was van
organen die bij elkaar kwamen en samensmolten,
met liefde als drijfveer
Aristoteles Legde het evolutionaire denken tijdelijk het zwijgen
op, door te stellen dat elke soort zijn eigen plaats
heeft in een hiërarchische structuur, de ladder van
het leven, of scala naturae
Immanuel Kant Een organisme kan veranderen en eigenschappen
van een ander overnemen
Erasmus Darwin Schreef dat alle levende wezens zouden kunnen
voortkomen uit een gemeenschappelijke voorouder
1
,Jean-Baptiste Lamarck Kwam wel met een mechanisme dat verandering
kon verklaren. Zijn eerste principe stelde dat
omgevingsveranderingen konden leiden tot
veranderingen in gedrag, en daardoor tot meer of
minder gebruik van organen. Zijn tweede principe
stelde dat dergelijke veranderingen erfelijk zijn
Natuurlijke selectie Verklaard hoe alle levensvormen, door selectiedruk
(Charles Darwin) uit de natuur, voortdurend veranderen. Afhankelijk
van 2 componenten:
Erfelijke variatie: individuen verschillen van
elkaar en geven dit door aan hun nageslacht
Succesvolle voortplanting: sommige individuen
brengen meer overlevende nakomelingen voort
dan andere.
Aseksuele voortplanting Identieke kopie van zichzelf maken
Seksuele voortplanting Bij de voortplanting worden de genen van twee
individuen gecombineerd
Moderne hypothese Samenvoeging genetica en evolutietheorie
(Mendel)
Nieuwe synthese De brug tussen evolutiebiologie en sociale
(Wilson) wetenschappen
Materialisme De menselijke geest is een activiteit van onze
hersenen
Eugenetica (Galton) Dit is het onderzoek naar het verbeteren van de
genetische samenstelling, een methode die wil
bepalen wie met wie nageslacht voortbrengt en, in
extreme gevallen, wie zich niet mag voortplanten
Positieve eugenetica Dit stimuleert mensen met geschikte
eigenschappen om samen veel nakomelingen voort
te brengen
Negatieve eugenetica Dit probeert voortplanting te verbieden aan hen die
daarvoor ongeschikt worden geacht.
Standard Social Is een traditionele, niet evolutionaire
Science Model (SSSM) sociaalwetenschappelijke aanpak als reactie op het
biologisch determinisme van Aristoteles
Veronderstellingen SSSM Mensen worden geboren zonder kennis,
persoonlijkheid en culturele waarden.
Menselijk gedrag is oneindig buigbaar, er zijn
geen biologische beperkingen.
Cultuur is een autonome kracht, die
onafhankelijk van mensen bestaat.
Menselijk gedrag wordt bepaald door een proces
van leren, socialisatie en indoctrinatie.
Leerprocessen zijn algemeen en kunnen op
allerlei gebieden plaatsvinden
Cultureel relativisme Verschillen tussen mensen komen door verschillen
(Franz Boas) in hun cultuur
Biofobie Sociaal-wetenschappers ontwikkelden een angst om
menselijk gedrag biologisch te verklaren
Ethologie Observatie van gedrag van dieren in hun natuurlijke
(Lorenz, Tinbergen) habitat
Sociobiologie Is de systematische studie naar de biologische basis
(E.O. Wilson) van sociaal gedrag bij mensen of dieren
Het Seville Statement Stelt dat crimineel of gewelddadig gedrag niet
2
, erfelijk is, maar aangeleerd.
Gedragsecologie Combineert ecologische principes met een
ethologische benadering van gedrag
Evolutionaire Combineert de principes van sociobiologie met een
psychologie (Santa cognitieve, mechanistische kijk op de menselijke
Barbara school) geest. Probeert verklaringen en voorspellingen te
geven voor gedrag (Tooby en Cosmides)
5 principes Evolutionaire Principe 1: Hersenen zijn een fysiek systeem en
Psychologie (tooby & functioneren als een computer. Ze zijn zo
cosmides) ontworpen dat ze gedrag voortbrengen dat past
bij de omgeving
Principe 2: Ons zenuwstelsel is ontwikkeld door
natuurlijke selectie om problemen op te lossen,
die onze voorouders tegenkwamen
Principe 3: Het meeste dat in ons omgaat,
verloopt onbewust en vereist een zeer complex
zenuwstelsel
Principe 4: Verschillende gespecialiseerde
zenuwstelsels zijn gespecialiseerd in het
oplossen van verschillende problemen
Principe 5: In onze moderne schedel huist een
menselijke geest uit het stenen tijdperk
Kritiek evolutionaire Alles is een aanpassing
psychologie Evolutionaire psychologie staat gelijk aan
genetisch determinisme
Evolutionaire psychologie is reductionistisch
Evolutionaire psychologie is politiek incorrect
Naturalistic fallacy Wil zeggen dat omdat iets in de natuur gevonden
wordt het automatisch goed of wenselijk is, omdat
het door natuurlijke selectie komt
Modulair brein Het brein is een verzameling modulen, die elk
geëvolueerd zijn om een specifiek probleem op te
lossen. Dit brein kan niet zomaar alles leren,
informatie waar de modulen gevoelig voor zijn kan
snel geleerd worden, maar abstracte logica, wat in
onze voorouderlijke omgeving niet relevant was,
kost moeite om te leren
Modulariteit De mate waarin de componenten van een systeem
kunnen worden gescheiden en gecombineerd, wat
vaak de flexibiliteit van het systeem vergroot
Gedragsgenetische Proberen de effecten van genen en omgeving te
methoden onderscheiden met tweeling- en adoptiestudies
Vergelijkende methode Een manier om een evolutionaire theorie te toetsen
is daarom ook om naar overeenkomsten te zoeken
bij primaten en andere soorten
Cross-cultureel bewijs Als een bepaalde eigenschap adaptief is, zou die bij
alle mensen aangetroffen moeten worden. Als een
eigenschap universeel is, is die mogelijk
aangeboren en gaat het mogelijk om een
biologische aanpassing
Wiskundige Daarin wordt een abstracte wereld gecreëerd,
rekenmodellen waarin ‘individuen’ met bepaalde ‘eigenschappen’
met elkaar strijden om de macht
Aanpassing/adaptatie Is een proces waardoor een eigenschap door
3