Tentamen
Dinsdag 9 november 18:00-20:00u Forensische psychopathologie
Toepassingstentamen Boek mag erbij
Met een casus een vraag beantwoorden in je eigen woorden
Forensische psychopathologie
Les 1
Wat is FP?
Psychopathologie De studie naar abnormaal gedrag of psychische ziekten
- Alles waar de psychiatrie het recht ‘raakt’
- Strafrecht met name, ook gezondheidsrecht, jeugdrecht etc.
Gedwongen zorg is mogelijk via het strafrecht en het civiele recht (BOPZ,
bijzondere opname psychiatrisch ziekenhuis)
In beide gevallen spelen (verschillende) gevaar criteria een bepaalde rol.
Het verschil met ‘gewone’ psychiatrie:
- Het gaat om pathologie in combinatie met recht
- Contact met hulpverlening is niet vrijwillig, maar opgelegd vanuit
overheidswegen
- Niet cliënt maar wettelijk kader bepaalt
Doelen psychiatrische diagnostiek:
1. Het vaststellen of er sprake van een stoornis
2. Zo ja, welke stoornis
3. Wat de mogelijke oorzaken zijn
4. Wat de aangewezen behandeling is
Beoordelen psychische toestand:
- Gedrag en voorkomen
Lichaamshouding, kleding, zelfverzorging en beweging
- Bewustzijn
Helderheid, aandacht en concentratie
- Waarneming
Echtheid en interpretatie van het waargenomen
- Denken en geheugen
Structuur van het denken, inhoud van het denken en geheugen
- Stemming en beleving
Gevoelens, zelfbeeld, zelfbeheersing en probleembesef.
Criteria voor psychopathologie:
- Psychische stoornissen zijn vaak een extreme uiting van normale
gedragingen, gevoelens en gedachten
- Mensen hebben een stoornis als hun gedrag hun dagelijks functioneren
ernstig belemmert
- Mensen kunnen dit niet meer zelfstandig oplossen.
,Doelen forensische psychiatrie:
- Verminderen risicofactoren delict gedrag
- Focus op gevaar prognose en recidivekans
- Bescherming samenleving
Verschillen met algemene psychiatrie
- Gesloten setting
- On(vrij)willige cliënt
- Verschillen in machtsverhouding
- Relatie tussen stoornis en delict Carrousel verband
- Criterium aanzienlijk emotioneel lijden is vaak verminderd, geen inzicht daarin.
Les 2
Toerekeningsvatbaarheid & psychiatrisch/psychologisch onderzoek
Toerekeningsvatbaarheid Juridische term voor de mate waarin de stoornis invloed
heeft gehad (of doorwerkt) op het ten laste gelegd gedrag.
Centrale vragen hierbij zijn:
- In hoeverre kan een delict aan iemand toegerekend voor worden?
- In hoeverre is iemand verantwoordelijk te houden voor zijn eigen gedrag?
- Hoe gevaarlijk is iemand?
- Hoe groot is de kans op recidive?
- Is er een causale (verband) relatie tussen een psychische stoornis en delict?
Causaliteit kan op verschillende manieren:
- Een inzicht missen (oorzaak en gevolg niet overzien, bij bijv. LVB)
- Beïnvloed worden (impulscontrole-stoornis zoals brandstichting of
kleptomanie)
- Rechtstreeks (bevelshallucinatie, paranoïde wanen)
Er bestaan verschillende gradaties in de mate van toerekening:
- Volledig toerekeningsvatbaar
Er is geen stoornis, of de stoornis is niet aantoonbaar van invloed op
het delict.
- Verminderd toerekeningsvatbaar
Er is sprake van een ernstige stoornis, die behoorlijke invloed had op
het plegen van het delict.
- Ontoerekeningsvatbaar
Het delict vloeit volledig voort uit de stoornis.
Straf en maatregelen
- Toerekeningsvatbaarheid Straf of maatregel
- Ontoerekeningsvatbaarheid Uitsluiting strafrechtelijke aansprakelijkheid,
wel maatregel mogelijk
- Alles daar tussenin Straf + Maatregel
TBS, Psychiatrische kliniek, etc.
Maatregel is een beveiligings- en geen vergeldingskwestie.
,TBS
Wat is het?
- De zwaarst mogelijke maatregel die we kennen in ons recht systeem
Wanneer krijg je het?
- Je moet een delict plegen waar ten minste 4 jaar gevangenis op staat en je
moet ten tijde van het plegen van het delict ontoerekeningsvatbaar zijn
verklaard.
Wat zijn de voorwaarden?
- De dader heeft een misdrijf gepleegd waar minstens 4 jaar gevangenisstraf op
staat. Of een misdrijf dat speciaal genoemd wordt in de wet, zoals bedreiging.
- De dader leed aan een persoonlijkheidsstoornis, psychose of verstandelijke
beperking toen hij de misdaad beging.
- De veiligheid van anderen is in gevaar vanwege de kans op herhaling.
PBC
- Bij zware delicten
- Opname van 7 weken
- Gesprekken, tests en observatie
- Pro Justitia rapportage (deze wordt voorgelegd aan de rechter)
Pro Justitia rapportage
1. Was er ten tijde van de tenlastelegging sprake van een psychische stoornis?
2. Op welke wijze en in welke mate (van toerekeningsvatbaarheid) heeft een
mogelijk aanwezige stoornis het delictuele gedrag beïnvloed?
3. Wat is het risico op recidive?
4. Welke behandelinterventies zouden het recidiverisico kunnen verminderen?
5. Binnen welk juridisch kader kunnen deze interventies worden toegepast?
Vragen in les:
1. Wat zie je aan verschillende beroepsrollen binnen het PBC en waar letten de
verschillende rollen op in hun onderzoek?
Het multidisciplinair team.
- Milieuonderzoeker Kijken naar netwerk
- Psychiater
- Procespsychiater
- Psycholoog
- Groepsleider
- Jurist
2. Welk belang hebben de notities over Tony over bijvoorbeeld uiterlijke
kenmerken en fysieke gedragingen voor het uiteindelijke advies?
- Het benoemen wat je ziet kan uiteindelijk een rol spelen in het advies. Juist
door te beschrijven wat je ziet, mis je vrijwel niets en kan je de persoon in
kwestie beter beoordelen omdat tekenen wat hij laat zien niet voor iedereen
hetzelfde opgevat kunnen worden. Doordat je observeert en schrijft wat je
ziet, kunnen je dingen opvallen die een ander niet heeft gezien. Ook of
iemand een verzorgd of onverzorgd uiterlijk heeft kan bijvoorbeeld meespelen
in een ziektebeeld
, 3. Wat zijn opvallende uitspraken of gedragingen die belangrijk kunnen zijn voor
het onderzoek van het PBC?
- “Mijn lichaam was wel bij de overval, maar mijn geest was daar niet aanwezig”
4. Wat denk je dat het uiteindelijke advies aan de rechter zou kunnen zijn in het
geval van Tony en waarom?
- Verminderd ontoerekeningsvatbaar. Je merkt aan hem dat hij bepaalde
momenten sociaal en meewerkt, en de ernst niet inziet wat hij heeft gedaan.
Les 3
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen.
3 vragen staan steeds centraal:
1. Wat zijn belangrijkste kenmerken?
2. Belangrijkste oorzaken stoornissen?
3. Welke behandeling meest adequaat?
Stoornissen in de jeugd en adolescentie
- Ongeveer 13% van de jeugd heeft psychische problematiek
- Onderscheid wordt gemaakt tussen geïnternaliseerde en geëxternaliseerde
problematiek
- Bij extern is er te weinig controle over de emoties en worden deze
uitgeageerd. Jongeren met externaliserende problemen hebben vaak
conflicten met andere mensen of met de maatschappij. Typische
externaliserende problemen zijn agressie, overactief gedrag en
ongehoorzaamheid.
- Bij intern is er een over controle over de emoties; ze worden naar binnen
gericht en leiden tot innerlijke onrust. Typische internaliserende problemen zijn
sociale teruggetrokkenheid, angst, depressie en psychosomatische klachten.
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
- Voorheen: Stoornissen ontstaan in de vroege jeugd
- Verdwijnen vaak niet bij het bereiken van volwassen leeftijd
- Deze stoornissen leiden tot gevoeligheid voor delinquent gedrag.
PIJ-maatregel Behandeling
- De PIJ-maatregel is niet heel erg succesvol, maar wat wel werkt weten we nog
niet
- Recidive hoogst van alle typen straf/behandeling, TBS heeft de laagste
recidive
- PIJ-maatregel - 80% pleegt binnen twee jaar na strafmaatregel een nieuw
delict
- De andere kant is dat jongeren significant meer delicten plegen dan
volwassenen.
Autisme en criminaliteit
- Obsessief dwangmatig gedrag
- Beperkte mogelijkheden problemen op te lossen
- Niet goed zien welke impact het eigen gedrag bij anderen heeft.