Hoorcolleges minor kinderen
Motorisch leren (week 1)
Inhoud les:
Motorisch leerfasen (Fitts en Posner)
● Eerste 4 mnd
○ Algemene ontwikkelingen
○ Ontwikkeling onwillekeurig naar willekeurig
○ Reflexen
○ Houdingsregulatie/controle
● Ontwikkeling grove motoriek
● Basis motorische vaardigheden
Ontwikkelingsgebieden:
➢ Motorische ontwikkeling: grove motoriek (kinesiologische ontwikkeling), fijne
motoriek: arm/handfunctie (grijpen, loslaten, reiken, steunen)
➢ Cognitieve ontwikkeling: denken, waarnemen, geheugen, spraak- en taal
➢ Sociaal emotionele ontwikkeling: omgang met anderen, emoties, gevoelens,
spelontwikkeling, ADL, zelfredzaamheid
Motorische leertheorieën: om geobserveerde motoriek te interpreteren
- Beschrijven en verklaren motorische gedrag
- Hypothesen over veranderingen kind en omgeving
- Opstellen behandeling
- Taak > individu> omgeving
Motorisch leren= de studie over de manieren waarop motorische vaardigheden verworven
kunnen worden en over processen die deze werving bevorderen of belemmeren
Nieuwe motorische vaardigheid oefenen, leidt tot:
→ Functionele plasticiteit= veranderingen in neurale activiteit
→ Structurele plasticiteit= structurele veranderingen in het zenuwstelsel
3 fasen van motorisch leren: cognitief, associatief, autonoom
Cognitief Bewuste aandacht, Uitvoering centraal, Teveel co-contractie,
lage snelheid, maar variabel en niet hoge stijfheid, weinig
visuele controle nauwkeurig vrijheidsgraden
Associatief Deelbewegingen op Toenemende snelheid
elkaar afgestemd en precisie,
afname variatie
Autonoom Zonder bewuste Doel staat centraal, Minimale synergie,
aandacht, consistente uitvoering, flexibiliteit gewrichten,
proprioceptieve precies, snelheid meer vrijheidsgraden,
controle uitvoering hoog
,Soort training in elke fase:
Cognitieve fase→ verschaf expliciete stap-voor-stap regels over de uitvoering
Associatieve fase→ gedetailleerde kennis over het resultaat (KR) in combi met
knowledge of performance (KP): verbaal, video feedback
Autonome fase→ gedetailleerde KR maar geen KP
Focus aandacht: intern - extern
● Externe focus= gericht op effect in de omgeving> beter motorisch resultaat.
● Interne focus= gericht op doel vd beweging. Interfereert met sturingsprocessen.
Impliciet vd expliciet leren
Expliciet leren (direct leren) Impliciet leren (indirect leren)
Veel expliciete instructie (letterlijk, verbaal, Beperkte kennisoverdracht, non-verbaal
exact) en minder beperking in wijze van
uitvoering
Inslijpen door herhaling Bijvoorbeeld imiterend leren
“het ideale plaatje”, veel discussies Metaforen
Veel feedback, meestal KP (‘meten schadelijk Handig indelen van de leeromgeving
voor leerproces’)
Meer aandacht voor oefenresultaat dan Minder last van stress en vergeten
leerresultaat
Motorische controle theorieën
Neurale maturatie theorie: Motoriek volledig bepaald door het neurologisch systeem. Gesell
en MCGraw.
- Omgevingsfactoren niet van belang
- Rijping van CZS
- Invloed omgeving en taak op motorische ontwikkeling minimaal
- Vast voorspelbare fases: mijlpalen
- Kinesiologische ontwikkeling volgens vaste regels: cranio-caudaal, proximodistaal,
flexie-extensie.
Dynamische systeemtheorie: Continue wisselwerking tussen factoren van het kind, invloed
vd omgeving en de context. Kelso, Tuller, Thelen.
- Gezocht naar energetisch meest voordelige situatie
- Variatie
- Rol zenuwstelsel ondergeschikt
Neurale groep selectietheorie: Wisselwerking tussen genen en omgeving (nature-nurture).
Edelman.
- Meerdere belangrijke systemen
- Variatie, exploratie
- Actieve trial-and-error
- Primaire neurale repertoires/primaire variabiliteit, select, secundaire neurale
repertoires/secundaire variabiliteit (bijvoorbeeld leren lopen: basisbeweging geleerd
, en die kies je, daarna secundair: variaties aanleren voor verschillende ondergronden,
ijs, gras, zand.. voor elke situatie het beste patroon kiezen)
Ontwikkelingskinesiologie= wetenschap die zich bezighoudt met de motoriek van het
menselijk lichaam. Ontwikkeling post-terme tot staan en lopen. Leer van het ‘leren bewegen’
- Typical development= normale ontwikkeling
- Vertraagde ontwikkeling= delayed
- Abnormale ontwikkeling= atypical
Motorische ontwikkeling: bestaat uit veranderingen in motorisch gedrag, die de interactie van
het rijpende organisme en zijn omgeving reflecteert.
- Groei en ontwikkeling bepaald door erfelijke factoren en externe omstandigheden
(nature-nurture)
- Individuele tempoverschillen
- Volgorde grotendeels hetzelfde
Normale of afwijkende ontwikkeling?
● Variërende leeftijdsrange per mijlpaal
● Samenhang met sociaal-emotionele of cognitieve ontwikkeling
● Belang vd kwaliteit van de bewegingen
● Mate van variatie in bewegingen
4 fasen te onderscheiden
1. Foetale fase: 2-3 mnd na geboorte
2. Babyleeftijd: 2-3 mnd tot loslopen
3. Peuterleeftijd: loslopen-4jr
4. Kleuter- en schoolleeftijd: 4-18 jr
Motorische ontwikkeling begint foetaal: vanaf 7-8e week vd
zwangerschap (oftewel in utero/baarmoeder)
➢ Kleine zijwaartse bewegingen hoofd en romp
➢ Extensiebeweging nek
➢ ‘Startles’: plotseling uitrekken, trappen, schoppen
➢ Gegeneraliseerde bewegingen (GM’s)
Aspecten in de ontwikkelingskinesiologie:
- Ontwikkelingslijnen
- Craniaal-caudaal
- Centraal-perifeer
- Kinesiologische ontwikkeling
- Flexie/abductie
- Extensie/abductie
- Rotaties
, Eerste 4 maanden
● Bewegen/zwaaien/maaien armen
● Trappelen (symm/asymm) benen
● Geïsoleerde
hoofd/hand/voet/rotatie/vingerbewegingen
● Veel variatie: general movements
● Hoofd oprichten
● Reflexen / reacties
Voorwaarden voor ontwikkelen doelgerichte
motoriek:
Houdingsregulatie
Aandachtsregulatie
Ontwikkeling visuele perceptie
Reflexen/reacties (vroegkinderlijk/baby). Bij bepaalde leeftijd niet meer waarneembaar.
Fundamentele reflexen bij baby’s: ATNR, STNR, Moro, zoek/zuig/slik/wurg/grijp/vlucht
Reflex Leeftijd van Omschrijving Mogelijke
verdwijnen functie
Zoekreflex 3 wk Neiging hoofd te draaien in de richting van Inname van
dingen die de wang raken voedsel
Stapreflex 2 mnd “lucht lopen” als kinderen omhoog worden Voorbereiding
gehouden en voeten de grond raken onafhankelijk
lopen
Zwemreflex 4-6 mnd Neiging om zwembewegingen te maken met Vermijden van
armen en benen als baby met gezicht naar gevaar
beneden in water ligt
Moro-reflex 6 mnd Als ondersteuning van nek en hoofd plotseling Bescherming
verdwijnt: armen spreiden zich en lijken zich tegen vallen
ergens aan vast te klampen. Schrik reactie
Babinski 8-12 mnd Spreiden van tenen en extensie grote teen bij Onbekend
aanraking voetzool
Schrikreflex Blijft in Reactie op plotseling geluid: armen en vingers Bescherming
andere vorm spreiden, rug overstrekt
Knipperreflex Blijft Snel sluiten en openen oogleden bij direct Bescherming
zonlicht netvlies
Zuifreflex Blijft Neiging om te zuigen aan dingen die de lippen Inname van
raken voedsel
Kokhalsreflex Blijft De keel vrijmaken Stikken
voorkomen
Eerste willekeurige bewegingen in rug-, buik lig en zit: