Sociaal werk en armoede:
Geschiedenis is tegenstrijdig. Enerzijds is er veel hulp voor armen (charitas), anderzijds wordt armoede gezien
als ‘eigen schuld’.
Armoede
Als iemand voor een langere tijd niet de middelen heeft om te beschikken over basisbehoeften in zijn/haar
samenleving. Armoede is dus een relatief begrip.
Sociale uitsluiting
De onmogelijkheid of ontzegging om volwaardig mee te doen op de volgende terreinen; sociaal, economisch,
politiek en cultureel.
Onvrijwillig worden uitgesloten, niet volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving. Armoede kan de
oorzaak of het gevolg zijn, maar dit hoeft niet.
Risicofactoren sociale uitsluiting:
Micro: leeftijd, geslacht, seksuele geaardheid, afkomst, herkomst.
Lichamelijke en geestelijke gezondheid, opleidingsniveau, arbeidsmarktpositie, inkomen,
zelfredzaamheid en leefsituatie
Meso: (Overheid) beleidsdoelstellingen, wetten & regels, beschikbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid van
rechten en voorzieningen.
Maatschappelijke instanties) uitvoeringsprocedures, bureaucratie, toelatingscriteria, financiele
drempels, stigmatisering, discriminatie.
Macro: (Maatschappelijke ontwikkelingen) demografie, economie/arbeidsmarkt, sociale structuur, waarden
en normen
Sociale ongelijkheid
Ongelijke verdeling van schaarse, maatschappelijk gewaardeerde zaken (kennis, banen, macht en bezit).
Het heeft betrekking op maatschappelijke kansen sociaal milieu, leeftijd, sekse, etniciteit en seksuele
geaardheid.
Economische ongelijkheid: Ongelijkheid in inkomen en rijkdom
Politieke ongelijkheid: Ongelijkheid in politieke participatie (beïnvloeding, actief burgerschap)
Oorzaken van sociale ongelijkheid
- Natuurlijke verschillen
Man/vrouw, genetische factoren, aangeboren kenmerken, fysieke en mentale gezondheid.
- Functionalistische verklaring
De bijdrage die iemand levert in de samenleving, de samenleving selecteert mensen op
samenleving van verdiensten.
, De twee bovenstaande gelden vo
- Verschillen in macht
De manier waarop de samenleving in elkaar zit. Bepaalde dominante groepen hebben meer macht
en kunnen hierdoor meer invloed uitvoeren op bepaalde instanties etc. maar ook bij wet- en
regelgeving.
- Sociaal geconstrueerde structuren en verschillen
Kenmerken en eigenschappen die komen kijken bij bv. Gender, leeftijd en etniciteit
Gevolgen van sociale ongelijkheid
1. Invloed op de kwaliteit van leven individuele burgers
Ongelijke levenskansen en levensomstandigheden, grotere ontevredenheid met het eigen leven;
frustratie, onrechtvaardigheid en onmacht.
2. Maatschappelijke gevolgen
- Economische groei komt alleen ten goede bij de rijke minderheid
- Bron van sociale onrust dit geeft een negatief effect op sociale samenhang groepen komen
verder van elkaar te staan =minder contact = minder begrip voor elkaar
- ‘Political capture’ – politieke besluitvorming komt in handen van dominant groep in de samenleving.
Armen hebben minder kansen om hun stem te laten horen en invloed uit te oefenen op politieke
besluitvorming.
- Negatief effect op algemeen welzijn in de samenleving.
Sociale problemen hebben niet te maken met hoe rijk of hoe arm een land is:
Hoe groter de ongelijkheid in een land hoe groter de problematiek
Hoe kleiner de ongelijkheid in een land hoe kleiner de problematiek
Maatregelen tegen sociale ongelijkheid (overheid):
- Policies and legislation bevorderen gelijke behandeling
Bescherming rechtspositie werknemers, tegengaan discriminatie, stimuleringsmaatregelen die de
arbeidsintegratie van kwetsbare groepen bevorderen
- Progressive taxing hoge inkomens zwaarder belasten
Achterliggende doel; herverdeling in de samenleving ten gunste van ze zwakkere groepen in de
samenleving.
- Social spending doen van sociale investeringen in bv onderwijs, gezondheidszorg, sociale zekerheid
en sociale voorzieningen,
Wat burgers kunnen doen tegen sociale ongelijkheid:
- Gezamenlijk hun stem laten horen om op te komen voor hun belangen scherp houden van de
overheid en aanzetten tot handelen
- Zelforganisaties, belangenbeharten etc. (actieve burgers)