3. Bureaucratische en humanistisch management
Grey 2. Human relations theory and people management (p. 51-58 alleen lezen)
De Human Relations Theory (HRT) vindt zijn oorsprong in de Hawthorne-studies die in de jaren 1920 en 1930
werden uitgevoerd in de Hawthorne-fabriek van de Western Electric Company in de buurt van Chicago in de
VS.
Elton Mayo identificeerde het belang van de ‘menselijke factor’ en werd daarmee de belangrijkste
popularisator en canoniek embleem van de HRT-studies. Dat betekende dat arbeiders nu erkend werden als
mensen met sociale behoeften en belangen, zodat ze niet langer beschouwd konden worden als de
economisch gemotiveerde automaten die het Taylorisme voor ogen had.
Twee onderdelen van het onderzoek:
1. Verlichtingsexperiment
Verlichtingsniveaus werden gevarieerd binnen een experimentele groep werknemers en bij de
controlegroep bleef het lichtniveau ongewijzigd. In beide groepen leidden het tot een verhoging van
de productiviteit, omdat arbeiders het gevoel hadden erbij te horen. Dit was een belangrijk onderdeel
van de organisatietheorie en sociale wetenschappen.
2. Bankbedradingskamerexperiment
Werknemers werden niet uitsluitend gemotiveerd door economische overwegingen en bovendien was
de ‘informele kant’ van de organisatie even belangrijk.
De ontdekking van de menselijke factor luidde een nieuw tijdperk in waarin de behoeften van de arbeiders
werden erkend en vervuld.
Dit is niet waar, omdat:
1. Al lang voor de Hawthorne-onderzoeken was er belangstelling voor werknemers die verdergaan dan
economische belangen. Het was zeker aanwezig in de verschillende pogingen van de negentiende
eeuw om aan de ‘morele behoeften’ van arbeiders te voldoen.
2. De oorspronkelijke drijfveer was stevig gelokaliseerd in de traditie van wetenschappelijk management,
die in de jaren 1920 goed was ingeburgerd. De wens om het effect van verlichtingsniveau op de
productiviteit vast te stellen werd ingegeven door het idee dat management ging over de controle van
fysieke variabelen. Hassard (2012) legt uit dat de onderzoekers al wist van het Hawthorne-effect.
3. Verkeerd om te denken dat Taylor niet bewust of geïnteresseerd was in de ‘informele kant’ van de
organisatie.
HRT is een reactie op een beperking van wetenschappelijk management.
Twee redenen HRT niet gemeenschappelijk met wetenschappelijk management:
1. Management als beroep
2. Humanisme
Aan het begin van de 19e eeuw werd ‘manager’ met argwaan bekeken. Tegen de 20 e eeuw waren managers
veel beter ingeburgerd, maar was het lastig door de erfenis van wetenschappelijk management met zijn
conflicten en onmenselijk efficiëntie. Het management had in de jaren 20 en 30 een imagoprobleem.
Door HRT kon het management worden geconfigureerd als geheel meer humane onderneming die sociale
conflicten eerder verbeterde en de arbeider hielp.
Mayo
- Weerstand van werknemers conceptualiseren een psychologische onaangepastheid i.p.v. een
rationele reactie op arbeidsvoorwaarden.
- Lidmaatschap van een vakbond voorstelde een teken van geestesziekte.
, Taylor’s geschriften tonen veel meer empathie voor de ervaringen van arbeiders dan die van Mayo. Taylor vond
de weerspannigheid van de werknemer op persoonlijk vlak niet bijzonder verwerpelijk, hoewel hij die wel wilde
overwinnen, maar dat overwinnen presenteerde management als macht. Mayo’s verhaal over het verzet van
de arbeiders wierp de manager af als iemand die de arbeider assisteerde bij een normale aanpassing aan het
fabrieksleven.
HRT als oplossing, vanwege:
- Samenleving die geteisterd wordt door sociale en industriële conflicten, en extreem bang dat een
dergelijk conflict zou kunnen leiden tot een navolging van de Russische Revolutie (1917). De managers
moesten menselijker en minder confronterende gezichten tonen.
- Wetenschappelijk management had nieuwe problemen opgeworpen: sabotage, slechte kwaliteit,
hoog personeelsverloop, ziekteverzuim.
Technische (het werk gedaan krijgen) en ideologische (het werk van managers legitimeren) zijn nooit te
scheiden factoren: ze versterken elkaar. Dit is in feite de echte betekenis van het idee dat HRT een radicale
nieuwe ontwikkeling vertegenwoordigde. HRT legitimeerde de bewering dat het kapitalisme zich van de
‘slechte oude tijd’ van uitbuiting naar een meer humane en ethische toekomst bewoog.
Er was vraag naar de plaats van het humanisme binnen westerse samenlevingen.
Wat is het om mens te zijn?
Moderne samenlevingen hebben een verschuiving meegenomen van traditionele geloofssystemen waarin de
sociale orde eenvoudig was voorbestemd door de wil van God. Tijdens de Verlichting werd het idee vervangen
dat individuen hun eigen rede konden gebruiken in plaats van te vertrouwen op de ontvangen autoriteit van
anderen. Weber maakte hier deel vanuit door het in kaart brengen van de opkomst van het rationeel-legale,
tegenover het traditionele gezag en van de ontwikkeling van de bureaucratische organisatie.
Deze individuen waren autonome mensen, compleet en voldoende in zichzelf, in staat tot rationaliteit, in staat
om te kiezen, in staat tot moreel gedrag en allemaal recht op bepaalde rechten.
Vanaf Verlichting hadden mensen het recht om op een bepaalde manier behandeld te worden
hervormingen.
Tot de 20e eeuw konden mannen inspraak hebben in wie hen bestuurde, eerlijk proces hebben, mening uiten
zonder straf, eigendom bezitten, gelijk zijn in de ogen van de weten enz.
Als de 18e en 19e eeuw enkele ideeën over economische en politieke persoonlijkheid hadden ontwikkeld, dan
heeft de 20e eeuw dit uitgebreid naar de psychologische sfeer. De intellectuele revolutie geassocieerd met
Freud maakte van de mens niet louter bewuste besluitvormingsmachines, maar als bezitters van een
onbewuste en van alle complexiteiten van neurose, motivatie, verlangen enz. Op hetzelfde moment was er een
gestage maar zekere erosie van het religieuze geloof dat eeuwenlang de dominante manier was geweest om
het zelf en zijn relatie met de wijdere wereld te begrijpen. Het gezag van God werd vervangen door de
samenleving (staat) of individuele streven naar verlangen en plezier. Alle belangrijke stromingen van de
westerse samenleving hebben zich ingezet om dit te begrijpen (fascisme, communisme, existentialisme,
hippiecultuur, neoliberalisme).
De aantrekkingskracht van HRT paste in dit veranderende begrip van persoonlijkheid ‘het aanroepen van de
mensheid’, want HRT hield zich bezig met opkomende inzichten over de diepte van persoonlijkheid. Het
suggereerden dat onder de economische motivaties van Tayloristische arbeiders enkele diepere realiteiten
lagen die een zeer gespecialiseerd soort manager nodig hadden om te begrijpen. Het nieuwe domein van de
psyche was ook een domein waarin zich problemen voordeden en moesten worden aangepakt. Het was niet
langer iets om zomaar te nemen, maar een terrein van zorg (sociaal en individueel).