100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting omzetbelasting €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting omzetbelasting

 10 keer verkocht

Samenvatting voor het vak omzetbelasting van de voorgeschreven stof incl. beknopte rechtsregel van de jurisprudentie.

Voorbeeld 3 van de 30  pagina's

  • Nee
  • Voorgeschreven stof 2021-2022
  • 9 december 2021
  • 30
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
Robinneehus
Week 1 – Inleiding en ondernemerschap
Samenvatting
Hoofdstuk 1 – Inleiding

1.1 Algemeen
Omzetbelasting is een belasting in verband met de overdracht van goederen.
1.3 Rechtskarakter van omzetbelasting
Belast de overdracht van producten op hun weg van producent naar consument. Soms ook diensten.
Kan het rechtskarakter hebben van verkeersbelasting, productiebelasting en verbruiksbelasting.
1.6 Verbruiksbelasting
Beoogt het verbruik van goederen en diensten door de consument te belasten. Geen productief
verbruik, alleen consumptief verbruik. Beoogt consumptie te belasten door de besteding als maatstaf
van die consumptie te hanteren. Directe verbruiksbelasting theoretisch mogelijk, maar vindt altijd
indirect plaats (bij wie de consument zijn bestedingen doet). Wordt geheven ter zake van leveringen
door ondernemers verricht. Dus indirecte verbruiksbelasting waarbij de heffing naar voren komt
(voor daadwerkelijke consumptie). Algemene verbruiksbelasting betrekt alle bestedingen van de
consument in de heffing (omzetbelasting) en bijzondere verbruiksbelasting bepaalde goederen
(accijnzen). Op goederen die worden uitgevoerd mag geen belasting drukken. Heffing bij invoer (niet
invoerrecht) als compenserende heffing. Bestemmingslandbeginsel: belasting komt ten goede aan
het land waar het verbruik plaatsvindt.

Hoofdstuk 2 – Het stelsel van heffing over de toegevoegde waarde

2.1 Algemeen
Algemene indirecte verbruiksbelasting: beoogt al het consumptieve verbruik te treffen door heffing
die niet bij de consument zelf plaatsvindt, maar bij de ondernemer. Stelsels: eenmalige heffing
(belasting wordt in één schakel van de productieketen opgebracht) en meermalige heffing oftewel
cascadestelsels (verschillende heffingspunten).
2.3 Cumulatieve cascadestelsels
Belastingheffing in alle schakels van productie en distributie. Belasting in voorgaande schakel wordt
doorberekend in de prijs (en daar dan weer belasting over berekenen).
2.4 Niet-cumulatieve meermalige heffingen
2.4.1 Belasting over de toegevoegde waarde
Btw = belasting over de toegevoegde waarde. Heffing in meer dan één schakel, waarbij in iedere
schakel slecht belasting wordt geheven over de in die schakel aan goederen toegevoegde waarde
(dus die nog niet aan belasting onderworpen is geweest).
2.4.3 Hoofdlijnen van de methode van aftrek van voorbelasting
Aftrek van voorbelasting voorkomt cumulatie. Ondernemer berekent btw aan ondernemers en niet-
ondernemers. Btw oefent geen invloed uit op de prijs van goederen/diensten, wat de ene
ondernemer voldoet, kan de volgende op hetzelfde moment weer aftrekken. Ondernemers die
vrijgestelde prestaties verrichten, kunnen de voorbelasting in het geheel niet aftrekken (kostprijs
stijgt dan reëel).
2.4.4 Gevolgen van het aftrekmechanisme
Binnen de bedrijfskolom vormt de btw een doorlopende post die geen invloed uitoefent op de
kostprijs. Belastingdruk is onafhankelijk van de lengte van de keten (inhaaleffect). Btw wordt
gedragen door de consument

Hoofdstuk 3 – Harmonisatie van de omzetbelasting in EU-verband

,3.1 Algemeen
Gebaseerd op Europese regelgeving en groot Europees karakter van de belasting.
3.2 Doelstellingen van de EU en harmonisatie van omzetbelasting
EEG-Verdrag: komen tot evenwicht in het handelsverkeer en waarborgen eerlijke mededinging. Tot
stand brengen interne markt (art. 3 lid 3 VEU). Regels omtrent harmonisatie van belastingwetgeving
in art. 110 t/m 113 VWEU (het op een zinvolle wijze op elkaar afstemmen van de verschillende
belastingstelsels). Art. 113 VWEU noemt ob, accijnzen en indirecte belastingen. Basis voor
harmonisatie directe belastingen in art. 115 VWEU. Bezwaren die zorgden voor harmonisatie van de
omzetbelasting: in vijf van de zes lidstaten golden cumulatieve cascadestelsels, bevordert verticale
integratie van bedrijven (minder schakels), handhaven fiscale grenzen belemmert het vrije verkeer,
handhaven verschillende systemen veroorzaakt complicaties en belemmering goederenverkeer.
3.3 Europese omzetbelasting
3.3.1 De Eerste en Tweede richtlijn
Deze beide richtlijnen markeren het ontstaan van de ‘Europese’ omzetbelasting (btw). Eerste:
lidstaten moeten cumulatieve stelsels vervangen door een stelsel van heffing over de toegevoegde
waarde met aftrek van voorbelasting. Tweede: hoe die eruit moet zien.
3.3.2 De Zesde richtlijn
Een deel van de in de lidstaten geheven ob komt aan de EU toe (heffing van lidstaten). Gekoppeld
aan de omzetbelasting omdat deze geharmoniseerd was en heffing is over de nationale consumptie
(dus maatstaf voor de draagkracht). Zie art. 311 VWEU. Het Eigen Middelenbesluit vereiste een
uniforme regeling van de belastinggrondslag in de lidstaten (voor verdeling belastingdruk). Zesde
richtlijn gaf regels omtrent het belastbare feit maatstaf van heffing en vrijstellingen. Art. 26 lid 2
VWEU: interne markt zonder binnengrenzen (dus opheffen fiscale grenzen), maar btw tot
grondgebied van elke individuele lidstaat. Dus ‘zonder grenzen’, maar wel heffen in de lidstaat van
verbruik.
3.3.3 Richtlijn 2006/112/EG: de Btw-richtlijn
Herschikking van de Zesde richtlijn. Alle voorgaande richtlijnen ingetrokken. Verwijzingen naar
eerdere richtlijnen moeten worden gelezen als verwijzingen naar de btw-richtlijn.
Afwijkingsmogelijkheden voor lidstaten opgenomen en diverse keuzemogelijkheden, waardoor de
btw-regelgeving niet in iedere lidstaat hetzelfde is.
3.3.4 De Btw-verordeningen
Sommige bepalingen lieten veel ruimte voor verschil in uitlegging. In art. 397 Btw-richtlijn
mogelijkheid om nadere maatregelen ter uitvoering van de richtlijn te treffen. De
Uitvoeringsverordening bevat regels ter uitvoering van de Richtlijn.
3.4 Europese wetgevingsinstrumenten en hun invloed in het nationale recht
Rechtsbasis voor verordeningen en richtlijnen in art. 288 VWEU. Wetgevingsinstrumenten (naast
niet-verbindende aanbevelingen en adviezen) van de Unie: richtlijnen, verordeningen en besluiten
(alle verbindend). Richtlijnen zijn verbindend t.a.v. het resultaat en moeten weerslag hebben in
nationale regelgeving. Richtlijnconforme uitleg, ook wel ‘kameleoneffect’, alleen mogelijk indien wet
en richtlijn niet uitdrukkelijk met elkaar in strijd zijn. Particulier kan zich op richtlijn beroepen indien
uitvoeringstermijn is verstreken, niet correct omgezet en de bepaling onvoorwaardelijk en voldoende
nauwkeurig is en rechten vastleggen die een particulier tegenover de staat kan doen gelden. Indien
een nationale bepaling gunstiger is kan belastingplichtige zich daarop blijven beroepen. Maar moet
wel altijd heffing én aftrek, ofwel vrijstelling maar geen aftrek (dus geen cherry-picking). Verordening
hoeft niet te worden omgezet. Art. 288 VWEU. Btw-uitvoeringsverordening staat niet boven de Btw-
richtlijn. Een besluit is ook bindend in al haar onderdelen, maar uitsluitend voor de adressaten.
3.5 Rol van het Hof van Justitie bij de interpretatie van richtlijnbepalingen
Bij interpretatie nationale bepaling eerst te rade gaan bij de overeenkomstige richtlijnbepaling.
Prejudiciële procedure in art. 267 VWEU. Uitspraak van het HvJ heeft harmoniserende werking. Alle
rechters hebben deze bevoegdheid, maar de Hoge Raad is daartoe verplicht. Niet nodig indien er
over het begrip geen twijfel kan bestaan (acte clair) of het HvJ al een uitspraak over de problematiek
heeft gedaan (acte éclairé). Indien een lidstaat niet voldoet aan communautaire verplcihtingen, kan

, de Commissie een procedure aanspannen bij het HvJ (art. 258 VWEU, infractie- of
inbreukprocedure). Wel eerst gelegenheid bieden om schending ongedaan te maken.
3.6 Omzetbelasting in mondiaal verband
Guide Lines in OECD-verband om dubbele belasting of onttrekking aan belasting te voorkomen.
3.7 Bronnen van omzetbelasting
Wet OB heeft een sterke Europese basis (Richtlijn omgezet in nationaal recht). Zie verder Uitv.besl.
ob en Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting, Uitv.besch. omzetbelasting.

Hoofdstuk 4 – Ongeschreven omzetbelasting: uitgangspunten en beginselen

4.1 Algemeen
Beginselen spelen een belangrijke rol bij totstandkoming en onderbouwing van beslissingen van het
HvJ. Beginselen die in zijn algemeenheid een rol spelen en beginselen die samenhangen met ob.
4.2 Neutraliteit
4.2.1 De vele gezichten van de neutraliteit van een algemene indirecte verbruiksbelasting
Belastingen zijn nooit neutraal, is een relatief begrip (zien m.b.t. bepaalde aangewezen
verhoudingen). Bij ob: een algemene indirecte verbruiksbelasting. De belasting zal geen ‘last’ voor de
ondernemer binnen zijn onderneming moeten zijn (ondernemersneutraliteit/inwendige neutraliteit).
Proportioneel en zonder verstoringen tussen ondernemers (belastingdruk hetzelfde voor de
consument ongeacht vat hij koopt, bij wie en waar; evenredig aan de kleinhandelsprijs). Ook wel
uitwendige neutraliteit (onderverdeling in economisch, juridisch en externe neutraliteit).
4.2.2 Economische neutraliteit
Concurrentieverhoudingen tussen ondernemers niet verstoren (doorberekenen aan afnemers).
Vrijstellingen en verlaagde tarieven zijn eigenlijk een inbreuk (maar op basis van aard van de te
belasten handeling en niet op basis van de ondernemer). Toepassing van (niet persoonsgebonden)
vrijstellingen is rechtsvormneutraal. Kijken of het gaat om vergelijkbare/concurrerende prestaties
(soortgelijke gevallen gelijk behandelen).
4.2.3 Juridische neutraliteit
Inbreuk op het karakter van de belasting indien de kleinhandelsprijzen van eenzelfde goed
verschillende worden belast. Zie art. 1 lid 2 Btw-richtlijn: belasting evenredig aan de prijs van
goederen en diensten, ongeacht de hoeveelheid schakels.
4.2.4 Externe neutraliteit
Heffing bij invoer dient gelijk te zijn aan de in het binnenland geheven belasting op hetzelfde goed,
terwijl de teruggaaf bij uitvoer niet meer/minder mag zijn dan de in het binnenland geheven
belasting. Moet dus niet als invoerrecht gaan werken of als exportsubsidie. Diensten door
ondernemers aan ondernemers die in andere landen plaatsvinden zijn belastbaar in het land waar de
afnemer is gevestigd. Dus heffing in het bestemmingsland. Levering van uit te voeren goederen
onderworpen aan nultarief (leverancier geen ob verschuldigd, maar wel voorbelasting in aftrek, dus
op het uitgevoerde goed geen ob drukkend). Invoer wel belast.

Hoofdstuk 5 – De ondernemer als belastingplichtige

5.1 Algemeen
Alle consumptieve uitgaven treffen door heffing bij toeleverancier (ondernemer/belastingplichtige)
van de consument. Eenieder die niet consumptief aanschaft maar met de intentie om te produceren
of distribueren valt onder het begrip ondernemer.
5.2 De betekenis van het ondernemerschap
Degene die als ondernemer wordt aangemerkt kan voorbelasting in aftrek brengen. Art. 7 OB: ieder
die zelfstandig een bedrijf of beroep uitoefent. Btw-richtlijn spreekt van ‘belastingplichtige’. Art. 9
Btw-richtlijn: ieder die, ongeacht op welke plaats, zelfstandig een economische activiteit verricht,
ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit. Synoniemen. Materiële gevolgen
ondernemerschap: verplicht ob te voldoen (tenzij vrijstelling), bij intracommunautaire transacties

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Robinneehus. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,99  10x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd