Samenvatting Nederlands Leerboek Jeugdgezondheidzorg
1.5: Groei (blz. 18 t/m 33)
Doellengte wordt vaak aangeduid met target height (TH). Meten en wegen moet zo zorgvuldig
mogelijk worden gedaan. Het kan zijn dat een peuter niet wil mee werken, dan moet je genoeg
nemen met een onnauwkeurige waarde; zoals een peuter wegen in moeders armen en het gewicht
van moeder er af trekken.
Lengtemeting.
Lengte en lengtegroei zijn belangrijke indicatoren voor de gezondheidstoestand van het individu en
de populatie. Doel van lengtemetingen is afwijkende lengtegroei op te sporen. Om lengte te meten,
wordt er zo gemeten:
- Meetapparaat moet nauwkeurig afgesteld zijn en regelmatig geijkt worden
- Kind wordt gemeten zonder schoenen en sokken, staand op horizontaal vlak
- Hakken, billen, schouders en achterhoofd zijn in contact met verticale muur
- Kind kijkt vooruit
- Kind strekt de rug (lukt vaak om kind te vragen diep in te ademen)
- Meetapparaat wordt op hoofd van kind geschoven
- Aflezen van lengte gebeurt in millimeters
Tot leeftijd van 18 maand wordt lengte van kind liggend op babymeetplak gemeten. Ouders houden
tijdens deze meting op een TNO ontwikkel meetbak het hoofd met twee handen vast. De
onderzoeker strekt de benen van het kind. Je moet de benen voorzichtig naar onder schuiven omdat
zuigelingen soms niet helemaal de benen kunnen strekken.
Na 18 maand wordt het kind staand gemeten met een microtoise (afrolbaar meetlint dat aan de
wand is bevestigd en is geijkt).
Hoofdomtrek wordt gemeten met een niet rekbaar meetlint. Het meetlint wordt over de
achterhoofdsknobbel, boven de oren en vlak boven de wenkbrauwen gelegd; zodat het grootste deel
van het hoofd gemeten wordt. Als het hoofdje een gezwel of vocht heeft, wordt over een paar dagen
weer gemeten (bijv. door vacuümextractie).
Gewicht.
Bij baby’s wordt gezicht aan leeftijd genoteerd, bij oudere kinderen het gewicht aan de lengte.
Andere metingen die uitgevoerd kunnen worden zijn meten van dikte huidplooi, mieten
middenbovenarmomtrek. Beide metingen geven indruk van voedingstoestand van kind.
Ouderlengte.
Voor goede beoordeling van lengtegroei van kind moeten beide biologische ouders de lengte bekend
zijn. Eenmalige meting is daarvoor volodende.
Target height en target height range.
Target heigt is de verwachte eindlengte van het kind. In feite gaat het hierbij om genetische aanleg
en het interne milieu. Als lengte van kind buiten de 95% van THR valt, is er sprake van groeistoornis.
Seculaire groeiverschuiving: elke generatie wordt ongeveer 4,5 cm langer. Dit gebeurt nu niet meer.
SD: standaarddeviatie.
SDS: standaarddeviatiescore.
Groeisnelheidscurve.
, Hiermee wordt niet de werkelijke lengte van het kind ingevuld, maar hoeveel het kind gegroeid is.
hiermee geeft de curve een snelheid waarin het kind groeit. De groei is dus altijd pas na een tweede
meting te bepalen. In de zuigelingenleeftijd is de groei het hoogst. Op een basisschoolleeftijd groeien
kinderen 6-7 cm per jaar. Bij begin puberteit neemt groeisnelheid weer toe: de puberteitsgroeispurt.
De curve blijft daarna dalen om op de nullijn te eindigen als de groei afgelopen is. Jongens worden
vaak 13 cm langer dan meiden omdat zij twee jaar langer doorgroeien, hun puberteitsgroeispurt start
ook later.
Evidence based biometrie: heeft als doel na te gaan in hoeverre groeimonitoring voldoet aan de
eisen van een screeningsprogramma.
Overgewicht.
Overgewicht ontstaat op steeds jongere leeftijd en treedt vaker op bij kinderen van Turkse en
Marokkaanse afkomst. Te dikke kinderen zijn onder te verdelen in kinderen met overgewicht, met
obesitas (ernstig overgewicht) en morbide obesitas. Tracking: voorspelt een verhoogde kans op
morbiditeit en mortaliteit op volwassen leeftijd.
Een goede observatie van obesitas wordt gedaan door de JGZ-medewerker. Er moet rekening
gehouden worden met lichaamsbouw, puberteitsstadium, etniciteit en vetverdeling over lichaam.
Voeding.
Stoffen die noodzakelijk zijn voor groei en instandhouding van ons lichaam worden ‘voedingsstoffen
of nutriënten’ genoemd. Het voedginscentrum hanteert vijf regels voor gezonde voeding:
1. Eet gevarieerd.
2. Eet niet te veel en beweeg om gezond lichaamsgewicht te behouden en om risico op
chronische ziekten te verlagen. Ga zuinig om met zout, suiker en alcohol.
3. Beperk het gebruik van verzadigd vet om het risico van hart- vaatziekten te verkleinen.
4. Eet volop groente, fruit en brood.
5. Ga veilig om met voedsel om het risico van voedselvergiftiging en voedselinfecties te
verkleinen.
Deze regels worden gecombineerd met de schijf van vijf:
1. Groente en fruit; voor opnemen van vitamine C, foliumzuur, kalium en vezels
2. Brood, granen, pasta, rijst, aardappelen en peulvruchten voor opnemen van koolhydraten,
eiwitten, vezels, vitamine B en mineralen (zoals ijzer)
3. Zuivel, vlees, vis, ei voor opnemen eiwitten, mineralen, B-vitaminen en viszuren
4. Vetten en olie voor opnemen vitamine A,D,E en essentiële vetzuren
5. Dranken; voldoende water
3.2.1. & 3.2.2. Lichamelijke groei en ontwikkeling (blz. 129 t/m 137).
Onder groei verstaan we toenemen in lengte, omvang en gewicht, met andere woorden: het groter
worden. ontwikkeling is een proces waarbij vanuit een eenvoudig begin een meer complex en hoger
niveau ontstaat. Dit proces verloopt via differentiatie en integratie. Naarmate het zenuwstelsel rijpt,
vertakken zenuwen zich in steeds verfijndere uitlopers (differentiatie) waarbij de onderlinge
afstemming en samenhang gehandhaafd blijft. Het integratie proces beschrijft de verwevenheid van
de afzonderlijke functies. Elke ontwikkeling biedt de mogelijkheid tot weer andere, nieuwe
ontwikkelingen.
Bij lichamelijke groei en ontwikkeling van een zuigeling zijn zowel aanlegfactoren als
omgevingsfactoren van invloed.
De ogen.
Ontwikkeling van visus verloopt in eerste weken snel. De oogbewegingen zijn nog matig
gecoördineerd, waardoor pasgeborene regelmatig scheelzien (constant scheelzien is echter wel