Juli 201 Thema leraar
worden
Wat is de identiteit van een
school en hoe vertaalt deze zich
in het pedagogisch en didactisch
handelen van de leraar?
Lori-Lisa van Gelder – van Berkel
PABO INHOLLAND HAARLEM | VDTF1A | 00401131
,THEMA LERAAR WORDEN
VOORWOORD
Maart 2021
Het is zomer 2020. Het roer gaat om. Door de coronacrisis verlies ik mijn baan als Head of
Social Media Management bij een creatief digitaal reclamebureau in Amsterdam. Hier gaf ik
leiding aan een team van circa 20 social media managers en community managers.
Het verliezen van je baan is niet leuk. Tegelijk voelt het nu alsof het zo moest zijn. Want, hoe
jammer ook, het bleek voor mij het perfecte moment om, na ruim 17 jaar werken in en rondom
media en communicatie, te reflecteren op wat ik graag wil in de toekomst. Waar ligt mijn
kracht en talent? Waar ben ik goed in? Wat vind ik leuk? Wat vind ik belangrijk in het leven?
En misschien nog wel belangrijker: wat wil, kan en ambieer ik niet?
Ik kwam tot een simpel antwoord. Mijn energie begint te bruisen wanneer ik een ander kan
helpen zichzelf te ontplooien naar een betere versie van zichzelf. Of dit nu een kind of een
volwassene is, de essentie blijft hetzelfde: met vriendelijke aandacht help ik een ander
verder. Na een aantal goede gesprekken, onder meer met verschillende mensen binnen het
onderwijs, kwam ik tot de conclusie dat dit de branche is waar ik graag een positieve bijdrage
aan wil leveren. Zo gezegd, zo gedaan.
“Jeetje, waar begin je aan?” vroegen velen me. Opnieuw studeren, opnieuw stagelopen. Voor mij
voelt het als een nieuw begin. Tegelijk ervaar ik ook dat mijn levenservaring me een solide basis
geeft om dit avontuur aan te gaan. Zowel op professioneel gebied, waarin ik de afgelopen 17 jaar
een schat aan vaardigheden heb ontwikkeld die ik in het onderwijs gemakkelijk opnieuw kan
inzetten, als op persoonlijk gebied. Immers als moeder van twee prachtige dochters van 7 en 10
jaar heb ik inmiddels ook flink wat ervaring omtrent opvoeden.
Ik realiseer me, ik moet nog veel leren. En daar kijk ik enorm naar uit! Ik wil leren hoe ik een
goede leerkracht kan worden. Iemand die productief kennis kan overbrengen, die weet hoe zij
kinderen het best normen en waarden kan bijbrengen, maar vooral ook iemand die kinderen
kan leren verstandige, zelfstandige en verantwoordelijke individuen te worden. Kortom,
vaardig, aardig en waardig. Ik heb er zin in!
Lori-Lisa van Gelder, Heemskerk
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 1
,THEMA LERAAR WORDEN
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD ..................................................................................................................... 1
HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN AANLEIDING .................................................................... 4
HOOFDSTUK 2: THEORETISCHE VERDIEPING ................................................................. 5
2.1 METHODOLOGIE ............................................................................................................................ 5
2.2 VIER TRADITIONELE PEDAGOGISCHE VERNIEUWERS ....................................................................... 6
2.2.1 Montessori ............................................................................................................................. 6
2.2.2 Dalton ................................................................................................................................... 6
2.2.3 Vrije school ........................................................................................................................... 6
2.2.4 Gardner ................................................................................................................................. 7
2.3 DE IDENTITEIT VAN EEN BASISSCHOOL ........................................................................................... 8
2.3.1 Identiteit in termen van visie, missie en strategie ............................................................... 8
2.3.2 Identiteit in de veranderende samenleving .......................................................................... 8
2.3.3 De wet ‘Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen’ ........................................................................ 9
2.4 SCHOOLIDENTITEIT IN RELATIE TOT HANDELEN IN DE PRAKTIJK OP SCHOOLNIVEAU EN
GROEPSNIVEAU ................................................................................................................................... 9
2.5 INVULLING VAN DE PEDAGOGISCHE OPDRACHT IN DE PRAKTIJK .................................................... 10
2.5.1 Smalle versus brede opdracht van school ........................................................................... 10
2.5.2 Waardegericht onderwijs .................................................................................................... 10
2.5.3 Burgerschapsvorming........................................................................................................... 11
2.6 PEDAGOGISCH EN DIDACTISCH HANDELEN VAN EEN LERAAR ......................................................... 12
2.6.1 De leraar als opvoeder ......................................................................................................... 12
2.7 KLASSENMANAGEMENT & PEDAGOGISCH KLIMAAT IN DE GROEP ................................................... 13
2.7.1 Klassenmanagement ............................................................................................................ 13
2.7.2 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................... 13
2.7.3 Pedagogische opdracht van de leraar ................................................................................. 13
HOOFDSTUK 3: ONDERZOEK IN DE PRAKTIJK ............................................................... 14
3.1 METHODOLOGIE ........................................................................................................................... 14
3.2 IDENTITEIT VAN DE SLEUTELBLOEM ............................................................................................. 14
3.3 UITINGEN VAN DE IDENTITEIT VAN DE SLEUTELBLOEM ................................................................. 15
3.3.1 Levensbeschouwelijke Identiteit: Onzichtbaar Katholiek .................................................. 16
3.3.2 Pedagogische Identiteit: Opvoeden voor de toekomst ....................................................... 16
3.3.3 Onderwijskundige Identiteit: Werken in onderwijsteams ................................................. 17
3.4 UITINGEN IN HET HANDELEN VAN DE LEERKRACHT OP DE SLEUTELBLOEM ................................... 17
3.4.1 Identiteit tot uiting in leerkrachthandelen ......................................................................... 17
3.4.2 Pedagogische opdracht tot uiting in leerkrachthandelen.................................................. 18
3.5 BEÏNVLOEDING PEDAGOGISCH KLIMAAT DOOR KLASSENMANAGEMENT OP DE SLEUTELBLOEM ..... 18
HOOFDSTUK 4: CONCLUSIE ............................................................................................. 20
4.1 DE IDENTITEIT EN PEDAGOGISCHE OPDRACHT VAN DE SLEUTELBLOEM ........................................ 20
4.1.1 Theorie versus praktijk ........................................................................................................ 20
4.1.2 Mijn visie .............................................................................................................................. 21
4.2. HET PEDAGOGISCH KLIMAAT EN KLASSENMANAGEMENT OP DE SLEUTELBLOEM .......................... 21
4.2.1 Theorie versus praktijk ........................................................................................................ 21
4.2.2 Mijn visie .............................................................................................................................. 21
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 2
,THEMA LERAAR WORDEN
NAWOORD ......................................................................................................................... 23
LITERATUUR ...................................................................................................................... 24
BIJLAGE I: INTERVIEWVRAGEN ........................................................................................ 26
BIJLAGE II: OBSERVATIEFORMULIER IDENTITEIT ZICHTBAAR IN DAGELIJKSE
PRAKTIJK ........................................................................................................................... 28
BIJLAGE III: OBSERVATIEFORMULIER 9 GEDRAGSASPECTEN ONSTENK ..................... 29
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 3
,THEMA LERAAR WORDEN
HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN AANLEIDING
In februari 2021 liep ik voor het eerst basisschool De Sleutelbloem binnen om kennis te maken
met Lisa Wijte, mijn stagebegeleider. Zij is leerkracht in onderwijsteam (OT) 5/6, het team
waar ik het komende half jaar deel van mag uitmaken. De Sleutelbloem is een middelgrote
school gelegen in een arbeidersbuurt in Beverwijk, waar een mix van autochtone en allochtone
Nederlanders wonen. De school heeft een stervorm, net als het schoolplein dat er rondom
omheen loopt.
Het gebouw heeft een speels karakter, met een slingerende gang langs verschillende lokalen
waar normaliter de onderwijsteams groepsdoorbrekend werken. In het hart van het gebouw ligt
een aula waarin exposities tentoongesteld worden, met daarbij de schoolbibliotheek. Er is
sprake van een diverse mix tussen jonge en oude leerkrachten. Er zijn drie mannelijke
leerkrachten / ondersteuners.
De leerlingen van groep 5/6 worden op mijn eerste stagedag opgevangen door de leerkracht op
het schoolplein. Het schijnt dat dit alleen nu zo is in verband met de coronarichtlijnen, waarbij
de cohorten niet mogen mixen (zoals ze normaal wel doen). Om 8:30 uur loopt de klas
gezamenlijk de school in, de trap op en hangt de jassen en tassen op naast het lokaal I5. Bij de
deur van het lokaal begroet meester Mathijs (onderwijsassistent in opleiding) elke leerling
individueel met een zelfgekozen coronagroet (elleboogtik, voetentik, etc). De kinderen lopen
direct naar de wastafel, wassen hun handen en nemen plaats op de instructiebanken die in een
kringopstelling staat.
De mentorles begint en ik word kort geïntroduceerd door juf Lisa. De kinderen zijn
nieuwsgierig, er zijn direct al veel vragen, maar juf Lisa pakt de regie en vertelt dat tijdens het
thematisch werken de kinderen meer over mij te weten kunnen komen. Ik heb een les
voorbereid waar de kinderen mij beter kunnen leren en ik de kinderen. Direct het diepe in,
maar het gaat goed. Ik heb een presentatie over mijzelf gemaakt en een “dit ben ik” werkblad
voor de kinderen. Ze gaan er vlijtig mee aan de slag.
Ik ontdek al snel dat het een klas is met een aantal drukke kinderen en een aantal introverte
ietwat afwezige kinderen. Verschillende hiervan behoeven een specifieke aanpak. Ook merk ik
op dat, naast Lisa en Mathijs, nog een volwassene de klas is binnengekomen: Sabine. Zij is de
persoonlijke begeleider van een van de leerlingen die vanwege zijn woedeaanvallen niet zonder
haar begeleiding niet op school mag zijn.
Ik voel direct dat het een stage gaat worden waar ik veel verschillende dingen ga leren. Niet
alleen hoe ik vakinhoudelijk een goede reken-, taal- of geschiedenisinstructie moet geven, maar
ook hoe ik een dynamische klas in goede banen kan leiden. Ik zie hoe Lisa de klas met relatief
harde hand regeert. En hoewel ik zie dat dit bij deze klas misschien ook wel nodig is, voel ik
tegelijk dat ik een andere leerkracht ga worden dan zij.
Een paar jaar geleden heb ik tijdens een leiderschapscursus onderzoek gedaan naar mijn
persoonlijke kernwaarden. Vertrouwen, vriendelijkheid, positiviteit, wederzijds respect. En
daarom weet ik ook dat ik een leerkracht word die vanuit positieve en vriendelijke aandacht zal
gaan samenwerken met kinderen, ouders, collega’s en externen. Maar hoe ik dat het beste kan
aanpakken, dat weet ik nog niet.
Dat ga ik leren!
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 4
, THEMA LERAAR WORDEN
HOOFDSTUK 2: THEORETISCHE VERDIEPING
Als leerkracht vervul je een belangrijke taak, zowel in de maatschappij als op individueel
niveau. Immers, de identiteit van de school en het pedagogisch en didactisch handelen van de
leraar is voor een groot deel bepalend voor de ontwikkeling en het leren van de kinderen: de
individuen die ooit de toekomst gaan vormgeven. Drie belangrijke termen bij pedagogisch en
didactisch handelen zijn: 1. de pedagogische opdracht, 2. het pedagogisch klimaat en 3. het
klassenmanagement.
In dit hoofdstuk onderzoek ik deze belangrijke taak aan dat hand van de vijf volgende vragen.
1. Waaruit bestaat de identiteit van een basisschool?
2. Hoe wordt de identiteit (levensbeschouwelijk, pedagogisch, onderwijskundig) zichtbaar in
de praktijk op schoolniveau en groepsniveau?
3. Wat is de pedagogische opdracht van een school en hoe kan een school daar invulling aan
geven vanuit zijn identiteit?
4. Hoe wordt de identiteit en de pedagogische opdracht van een school zichtbaar in het
pedagogisch en didactisch handelen van een leraar?
5. Wat wordt verstaan onder klassenmanagement en hoe beïnvloedt het
klassenmanagement van de leraar het pedagogisch klimaat in de groep?
Om beantwoorden van bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden, behandel ik allereerst
de visie op onderwijs van enkele (historische) pedagogen. Dit geheel vormt de basis van waaruit
ik in het volgende hoofdstuk kan onderzoeken in hoeverre ik de opgedane kennis terugzie in de
praktijk.
2.1 METHODOLOGIE
Om de vijf bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden, voer ik een literatuuronderzoek uit.
Ik maak gebruik van de verplichte literatuur:
• Onstenk, J. (2011). Pedagogiek in de onderwijspraktijk. Een geïntegreerde benadering.
Bussum: Coutinho.
Verder ben ik gedurende mijn studie en stage via tips van collega’s, medestudenten of docenten
aan de PABO met vakliteratuur in aanrakingen gekomen, welke ik, indien van toepassing, heb
gebruikt in deze literatuurstudie.
Daarnaast is op internet gezocht naar (wetenschappelijke) artikelen. Hier is gebruik gemaakt
van de volgende zoektermen: identiteit, schoolidentiteit, verdwijnt religieuze richting naar de
achtergrond in scholen?, school missie visie strategie, schoolprofiel, pedagogische opdracht,
burgerschap, pedagogisch klimaat en klassenmanagement.
Tot slot is de sneeuwbalmethode toegepast, waarbij via een verwijzing in een bron, artikel of
studie een andere bron, artikel of studie is gevonden en geraadpleegd om zo gerichter naar
specifieke deelonderwerpen te zoeken.
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 5