Samenvatting Literatuur Nederlands – Cursus 3 & 4
Cursus 3
Hoofdstuk 2 Stijlfiguren
Stijlfiguren = formuleringen die gebruikt worden om bij jou als lezer een effect te
bereiken:
1. Tegenstelling à woorden, zinnen, tekstgedeelten zijn tegengesteld aan
elkaar, zoals heden – verleden, goed – slecht ect.
2. Herhaling à een woord of woordgroep wordt herhaald.
3. Paradox à een tegenstelling waarbij tegengestelde begrippen met elkaar
worden verbonden, zoals weggaan en blijven.
4. Opsomming à een opsomming van namen, feiten of andere gegevens.
5. Pleonasme à een eigenschap van een woord wordt nog extra genoemd,
zoals rood bloed, witte sneeuw ect.
6. Tautologie à eenzelfde begrip wordt meerdere malen met synoniemen
uitgedrukt, zoal blij – verheugd.
7. Hyperbool à een sterke overdrijven, zoals ‘ik sta al uren te wachten’
8. Retorische vraag à de vraagvorm wordt gebruikt om jou als lezer te
verrassen of aan het denken te zetten.
Hoofdstuk 3 beeldspraak
Beeldspraak:
à Figuurlijk taalgebruik.
à Datgene wat letterlijk wordt bedoeld (=het object) wordt aangeduid met een
figuurlijk woord (= het beeld).
à Om te kunnen bepalen wat letterlijk en figuurlijk is, maak je gebruik van de
aanwijzingen in de tekst (= de context).
à Veel verschillende vormen van beeldspraak:
1. Vergelijking-met-als à het object en het beeld worden beide genoemd en
door woorden (als, zoals, gelijk ect) met elkaar verbonden.
2. Vergelijking-zonder-als à het object en het beeld worden beide genoemd,
maar het verbinteniswoord ontbreekt.
3. Metafoor à je leest alleen het beeld, het object ontbreekt. Er bestaat tussen
letterlijk bedoeld object en figuurlijk beeld iets gemeenschappelijks.
4. Metonymia à je leest alleen het beeld, het object ontbreekt. Er is geen relatie
op iets gemeenschappelijks.
5. Personificatie à levenloze voorwerpen of abstracte begrippen worden als
levend voorgesteld of krijgen menselijke eigenschappen.
Hoofdstuk 4
Symbolen = woorden die voor jou als lezer letterlijk bedoeld zijn krijgen een andere
of diepere betekenis, zoals duif (= vredessymbool).
Stijlbreuk = als passages is stijl of woordkeus niet op elkaar aansluiten.
Ironie = een vorm van milde, niet kwetsende bedoelde (zelf)spot. Bij ironie wordt
vaak het tegenovergestelde gezegd van wat wordt bedoeld.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jongemeevink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.