Kwalitatief onderzoek samenvatting hoorcolleges en handboek
Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden hoofdstuk 1: Wat is kwalitatief onderzoek?
Het observeren: een kwalitatieve onderzoekstechniek waarbij de onderzoeker gedurende een
langere tijd aanwezig is in de sociale omgeving die hij wil bestuderen.
De participerende observatie: kwalitatieve techniek waarbij de onderzoeker gedurende langere tijd
“participeert” in de sociale omgeving die hij wil observeren
Diepte-interviews: hierin wordt aan respondenten gevraagd om langdurig en diepgaand te vertellen
over hun leven in zoverre dit betrekking heeft op het onderzoeksonderwerp
Voor de term ‘kwalitatief onderzoek’ zijn vele definities te vinden. Samenvattend kunnen we stellen
dat de eigen aard van het kwalitatief onderzoek te vinden is op het domein van de vraagstelling, het
gehanteerde onderzoeksdesign, de gebruikte dataverzamelingsmethode, de manier van analyseren
en de output die het onderzoek uiteindelijk oplevert.
Deductief vs. inductief
Een deductief perspectief gaat uit van een onderzoeker die door literatuurstudie en voorgaande
resultaten met een vooraf bepaald schema een studieobject tegemoet trekt. De inductieve
1
,benadering uit het kwalitatieve onderzoek zoekt deze schema’s bij de onderzochten zelf.
Onderzoeker wil begrijpen hoe sociale betekenisgeving tot stand komt, hoe sociale processen
verlopen (i.p.v. kijken naar hoe vaak iets voorkomt).
Flexibele methodologie
Tijdens het kwalitatief onderzoek wordt niet steeds dezelfde methode gebruikt, het kan zo zijn dat er
tijdens het onderzoek overgeschakeld wordt op een andere dataverzamelingsmethode.
Kwalitatief vs. kwantitatief
Tussen het kwantitatief en kwalitatief onderzoek is sinds jaren een methoden-strijd aan de gang.
Kritieken op kwalitatief onderzoek zijn bijvoorbeeld:
• Kwalitatief onderzoek is niet wetenschappelijk
• Kwalitatieve onderzoeksresultaten zijn niets meer dan de persoonlijke opinies van de
onderzoeker of zijn respondent
• Kwalitatief onderzoek is “soft” onderzoek
• Kwalitatief onderzoek is niet gebaseerd op een toevalssteekproef (random sample) en
bovendien zijn de steekproeven nogal klein
Om deze kritieken te tackelen is een goede procedurele kant van het kwalitatief onderzoek
belangrijk. Wanneer je als onderzoeker nauwgezet omgaat met de procedurele kant van het
kwalitatief onderzoek, sta je stevig in je schoenen tegenover allerhande kritiek.
Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden hoofdstuk 2: Geschiedenis van het
kwalitatief onderzoek
De geschiedenis van het kwalitatief onderzoek kan opgedeeld worden in 8 ‘fasen’.
Klassieke periode (1900-1945)
Het ontstaan van de kwalitatieve methodologie. Franse onderzoeker Fréderic Le Play voerde als een
van de eersten sociologische casestudies uit naar de werkende klasse in Europa. Zijn uitgangspunt
was dat één onderdeel van de maatschappij representatief is voor de gehele maatschappij. Hier
kwam (terecht) veel kritiek op.
Na verloop van tijd zijn antropologen gebruik gaan maken van participerende observatie om
‘primitieve volkeren’ te onderzoeken. Dit was het begin van veldwerk, de basis hiervan gelegd door
psycholoog Wolfgang Köhler en antropoloog Bronislaw Malinowski.
Een tweede startpunt van kwalitatief onderzoek vindt plaats in Duitsland, waar de Duitse psycholoog
Wilhelm Wundt als een van de eersten beschrijvende technieken hanteert en spreekt van
‘Verstehen’ in zijn psychologische werken.
De kwalitatieve methode waaide over naar Amerika, waar de Chicago School de methode binnen de
sociologie vaste grond gaf. Hier werken Robert Park en Ernest Burgess het eerste echte sociologische
handboek uit, waarin de methode van de participerende observatie wordt uitgewerkt en (met name
door Park) verder wordt ontwikkeld. Het sociologie department in Chicago wordt als ‘school’ gezien
omwille van zijn theoretische en methodologische uniformiteit, die omvat kan worden als casestudy
onderzoek met een grote nadruk op participerende observatie.
Eind jaren 40 zien we een terugval in kwalitatieve onderzoeksmethodologie, doordat de aard van de
kwalitatieve methoden meer positivistisch werd. Hierdoor werd kwalitatief onderzoek als
onbetrouwbaar en invalide afgeschilderd.
2
,Modernistische periode (jaren ’50 tot jaren ’70)
Kwalitatief onderzoek wordt geformaliseerd methodologen zoeken naar wijzen om kwalitatief
onderzoek in vaste, voorgelegde banen te leiden. Voorbeeld: post-positivistische wetenschapsmodel.
In deze periode zien we drie belangrijke gebeurtenissen ontstaan:
- De focusgroep ontwikkelt zich.
- The discovery of the Grounded Theory (Barney Glaser & Anselm Strauss) wordt gepubliceerd,
waardoor het aanzien van kwalitatief onderzoek definitief verandert.
- De Birmingham School in Groot-Brittannië wordt opgericht, die aan de basis zal liggen van de
Central Studies.
Focusgroep: de techniek van het groepsinterview, waarbij non-directief geïnterviewd wordt. Later
ook gebruikt in de marketingwereld omdat deze techniek de psychologische motivaties van de
consument kan verduidelijken.
Grounded Theory: een uitgebreide aandacht voor theorieconstructie op basis van data,
gecombineerd met een grote gevoeligheid voor de procedurele kant van het onderzoek. Het doel is
het ontwikkelen van een theorie, die ‘gefundeerd’ is in de praktijk. Aan de gefundeerde theorie
worden vier eisen gesteld: gepastheid, begrijpelijkheid, generaliseerbaarheid, controleerbaarheid.
Heropstanding (jaren ’70 en ’80)
Hernieuwde aandacht voor het kwalitatieve onderzoek, omdat besef ontstaat dat met kwantitatief
onderzoek niet alle vraagstukken opgelost kunnen worden. Een tijd van nieuwe stromingen en een
hernieuwde methodenstrijd breken aan. Verschillende theorieën bestaan naast elkaar en
beconcurreren elkaar. Elke theoretische school verzelfstandigt en werkt haar eigen contouren uit.
• Grounded theory concentreerde zich met name op interviewmateriaal
• Etnomethodologie stelt participerende observatie centraal
• Kritische theorie komt opnieuw opzetten, deze onderzoekt verschil in rassen, geslachten etc.
Crisisfase (sinds midden jaren ’80)
Oude modellen worden aangevallen en kwalitatief onderzoek wordt een methode die verschillende
versies van de realiteit construeert en reconstrueert zonder één versie voorop te stellen, omdat de
realiteit per persoon kan verschillen. Dé realiteit bestaat dus niet.
Postmoderne periode (jaren ’90)
De jaren ’90 begonnen met de publicatie van het nieuwe handboek Kwalitatieve
onderzoeksmethoden van Strauss en Corbin. Het is de start van een periode waarin het kwalitatief
onderzoek stevig op de kaart werd gezet. De methodenstrijd tussen kwalitatief en kwantitatief
onderzoek lijkt uit te draaien in erkenning van kwalitatief onderzoek als aanvaardbare
wetenschappelijke methode.
Drie kritische vragen blijven centraal staan:
- Als de autoriteit van de onderzoeker verdwenen is, hoe kan deze dan nog de dagelijkse
realiteit in zijn onderzoek opnemen? (representatiecrisis)
- Als de klassieke criteria om onderzoek te beoordelen in vraag gesteld wordt, hoe kan iemand
dan nog de kwaliteit van kwalitatief onderzoek inschatten? (legitimatiecrisis)
- Kan je de wereld nog veranderen als je ervan uitgaat dat de hele wereld een ‘textueel
gegeven’ is? (paxix-crisis)
In deze periode ontstaan veel verschillende vormen van kwalitatief onderzoek, met heel
uiteenlopende vraagstellingen, methoden en resultaten.
3
, De laatste drie perioden (postexperimentele periode, methodologisch gecontesteerd periode en het
achtste moment) bestaan met name uit enthousiasme omwille van de experimenten die de
postmoderne periode mogelijk maakte.
Mixed-methods: een ‘derde weg’ die de combinatie tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
maakt. Hierop is echter kritiek vanuit sommige onderzoekers die zeggen dat de twee niet samen
kunnen.
Hoorcollege 1: inleiding in kwalitatief onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek is onderzoek dat strikt volgens de methodologische regels
voor onderzoek die binnen dat vakgebied gelden is uitgevoerd.
Binnen Gezondheidswetenschappen bedrijven we empirisch onderzoek (i.t.t. theoretisch onderzoek).
Dat wil zeggen: Bij empirisch onderzoek voer je zelf een onderzoek met dataverzameling uit om
nieuwe kennis op te doen. Er bestaan twee varianten:
- Middels kwantitatieve methoden
- Middels kwalitatieve methoden
Wanneer kwalitatief onderzoek?
1. Verkennen: om inzicht te krijgen in onderwerpen die nog niet of onvoldoende onderzocht
zijn
- Onbekende perspectieven (bv. onderzoeksprioriteiten patiënten)
2. Begrijpen: om inzicht te krijgen in onderwerpen die niet goed zijn te meten of te
kwantificeren
- Persoonlijke beleving en gevoelens (bv. verslaafd zijn), wo moeilijk benoembare
ervaringen
- Sociale en culturele interacties (bv. beeldvorming over verslaving)
Wat is kwalitatief onderzoek?
Onderzoek dat zich richt op het beantwoorden van het wat, hoe of waarom van een bepaald
fenomeen.
- Wat zijn redenen voor patienten om te stoppen met medicatie?
- Hoe verloopt de communicatie tussen arts en patiënt betreffende …?
- Waarom willen ouderen niet naar een verpleeghuis verhuizen?
Hierin onderscheidt het zich van kwantitatief onderzoek, dat meer geïnteresseerd is vragen over hoe
vaak iets voorkomt of hoeveel mensen iets vinden.
4